Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
3.De feiten
Het hoogheemraadschap heeft onlangs onderzoek gedaan naar het gebruik van grond in diens gebied. Uit dit onderzoek blijkt dat verschillende inwoners en bedrijven gebruikmaken van grond waar het hoogheemraadschap eigenaar van is. Wij vermoeden dat u ook grond van het hoogheemraadschap gebruikt.
4.Het geschil
5.De beoordeling
ondubbelzinnigbezit, omdat [naam 1] en haar gemachtigde zich aanvankelijk op het standpunt hebben gesteld dat zij eigenaar van de strook grond is geworden wegens verjaring, terwijl [naam 1] daarna heeft gesteld dat zij erfpachter is geworden. Dit verweer van HHSK slaagt niet. In de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland stond de vraagt centraal of door verjaring ofwel de eigendom is overgegaan ofwel een erfdienstbaarheid is ontstaan. Voor beide gelden andere bezitsdaden. In onderhavige zaak gaat het om de (verkrijgende) verjaring van een recht van erfpacht. HHSK heeft ter zitting bevestigd dat een bezitsdaad in het geval van erfpacht dezelfde uiterlijke kenmerken vertoont als in het geval van eigendom, terwijl dat bij een erfdienstbaarheid niet het geval is. Dit heeft de rechtbank ook overwogen in randnummer 5.3. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan deze wisselende juridische kwalificatie van het bezit geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend, en zij gaat daarom ook voorbij aan dit verweer.
€ 1.483,50, zijnde de canon per vierkante meter en rekening houdende met een verjaringstermijn van vijf jaar.