ECLI:NL:RBDHA:2025:2354
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 13 februari 2025, werd het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser had eerder een asielaanvraag in Frankrijk ingediend en was op 7 juli 2023 aan Frankrijk overgedragen. Eiser betoogde dat Frankrijk niet voldeed aan de Europese normen voor opvang en asielprocedures, en dat er structurele tekortkomingen waren in de opvangvoorzieningen. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel toepaste en dat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van ernstige tekortkomingen in Frankrijk die een overdracht aan dat land onaanvaardbaar zouden maken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen. Eiser kreeg geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak benadrukt de toepassing van de Dublinverordening en de verantwoordelijkheden van lidstaten in het asielproces.