Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
4.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
5.Hof van Justitie van de Europese Unie.
6.Basisregistratie Personen.
9.Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) 13 december 2005, ECLI:CE:ECHR:2005:1213DEC007366101.
10.EHRM 20 mei 2014, ECLI:CE:ECHR:2014:0520JUD001182811.
13.Eiser beroept zich op: artikel 5, 7 en 17 van het Europees Verdrag inzake Nationaliteit; artikel 1 en 2 van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie; artikel 18, 20 en 21 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; artikel 21 van het EU-Handvest; artikel 8 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 1 van het twaalfde protocol bij het EVRM.
14.Commissie Meijers, Policy brief on ‘Differential treatment of citizens with dual or multiple nationality and the prohibition of discrimination’, CM2016.
15.JV 2021/37 en JV 2021/38.
16.Rapport van de UN Special Rapporteur on contemporary forms of racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance.
17.H.U. Jessurun d’Oliveira, ‘Intrekking van de Nederlandse nationaliteit. Ook de wetgever maakt zich schuldig aan institutioneel racisme’,
18.P.R. Rodrigues, ‘Nationaliteitsrecht als instrument voor een restrictief vreemdelingenbeleid’,
19.Besluit Verkrijging en Verlies Nederlanderschap.
20.Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
21.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
22.EHRM 22 december 2020, ECLI:CE:ECHR:2020:1222JUD004393618.
23.Rijkswet op het Nederlanderschap.
26.Zie de uitspraak van de ABRvS van 11 september 2024, r.o. 6.1.
27.Vreemdelingenwet 2000.
29.Paragraaf 4.2.2. Vreemdelingrechtelijke gevolgen van intrekking van het Nederlanderschap.
30.Hof van Justitie van de EU 14 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:9, r.o. 79 en 80.
33.www. [website]
34.US Department of State, ‘Morocco 2023 Human Rights Report’ en www. [website] .
36.EHRM 10 juli 2018, ECLI:CE:ECHR:2018:0710JUD001431917.
37.Artikel 6:2:10, derde lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering.