ECLI:NL:RBDHA:2024:6189

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
NL24.15418
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting van een Nigeriaanse eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 april 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiser. De eiser had eerder op 15 februari 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 15 april 2024 gesloten zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het eerdere onderzoek op 21 februari 2024. De eiser stelt dat er geen redelijk zicht is op uitzetting naar Nigeria, omdat er geen laissez-passer zal worden verstrekt. De rechtbank oordeelt echter dat er geen aanwijzingen zijn dat de Nigeriaanse autoriteiten weigeren om een laissez-passer te verstrekken. De rechtbank wijst erop dat de Nigeriaanse autoriteiten hebben ingestemd met een presentatie van de eiser op 14 maart 2024, waar de eiser niet is verschenen.

De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende voortvarend handelt in het vertrek van de eiser en dat de langere duur van de maatregel van bewaring voor rekening en risico van de eiser komt, aangezien hij niet meewerkt aan zijn uitzetting. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.15418

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 15 februari 2024 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 15 april 2024 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 28 februari 2024 [1] volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode van belang sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek op 21 februari 2024.
4. Eiser voert aan dat er geen redelijk zicht is op uitzetting naar Nigeria, omdat er geen lp [2] aan hem zal worden verstrekt als hij niet wordt gepresenteerd. Daarnaast werkt verweerder onvoldoende voortvarend aan het vertrek van eiser. Er is sinds de presentatie van 14 maart 2024, waar eiser niet is verschenen, namelijk geen nieuwe presentatie gepland, ondanks een rappel op 28 maart 2024.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Er zijn geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Nigeria is komen te ontbreken. Niet is gebleken dat de Nigeriaanse autoriteiten weigeren een lp aan eiser te verstrekken. Hierbij is van belang dat de Nigeriaanse autoriteiten hebben ingestemd met een presentatie van eiser op 14 maart 2024, waar eiser vervolgens niet is verschenen.
6. Uit het voortgangsrapport blijkt dat verweerder regelmatig een rappel stuurt aan de Nigeriaanse autoriteiten. Daarnaast zijn er meerdere vertrekgesprekken gevoerd met eiser. Verweerder handelt daarom voldoende voortvarend aan het vertrek van eiser. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling [3] volgt bovendien dat van eiser mag worden verwacht dat hij actief en volledig meewerkt aan zijn uitzetting. [4] Nu uit het voortgangsrapport en het vertrekgesprek blijkt dat eiser niet wil meewerken aan zijn uitzetting, dient de langere duur van de maatregel van bewaring dan ook voor rekening en risico van eiser te komen.
7. Tot slot leidt de ambtshalve toetsing niet tot het oordeel dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig was.
8. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

2.Laissez-passer.
3.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 2 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2210 en 13 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:85.