AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beoordeling van asielaanvraag van een Afghaanse vreemdeling met betrekking tot terugkeerrisico's na verblijf in Europa
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2024 wordt het beroep van eiser, een Afghaanse vreemdeling, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 3 december 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 25 juli 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt de zaak in het licht van de onduidelijke situatie in Afghanistan na de machtsovername door de Taliban en de risico's die uit Europa terugkerende Afghanen mogelijk lopen. De rechtbank stelt vast dat er onvoldoende informatie beschikbaar is over de positie van deze groep en dat de staatssecretaris niet zonder nader onderzoek kan concluderen dat eiser geen risico loopt op ernstige schade bij terugkeer. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zijn besluit niet zorgvuldig heeft voorbereid en vernietigt het bestreden besluit. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten.
Voetnoten
2.Pagina 49.
3.Pagina 71 en 72.
5.Paragraaf 2.1.4.
6.Pagina 44.
7.Pagina 7.
8.Pagina 12 van het aanmeldgehoor.
9.Pagina 7 van het aanmeldgehoor.
11.Artikel 31, vierde lid, onder c, van de Vw 2000.
12.Zie hierover paragraaf 3.2.2 van IND-Werkinstructie 2014/10.
15.Nader gehoor, p. 8.
16.Aanmeldgehoor, p. 14 en nader gehoor, p. 8.
17.Nader gehoor, p. 8.
18.Nader gehoor, p. 9.
19.Nader gehoor, p. 8.
20.Nader gehoor, p. 9.
21.Nader gehoor, p. 8.
22.Proces-verbaal van verhoor, p. 4 en 5.
23.Voornemen, p. 4.
24.Voornemen, p. 4.
25.Nader gehoor, p. 7 en 10.
26.Aanmeldgehoor, p. 20.
27.Nader gehoor, p. 13 en 15.
28.Nader gehoor, p. 12.
29.TK 2021–2022, 19637, nr. 2912.
30.Dit betreft de implementatie van artikel 4, vijfde lid, van de Kwalificatierichtlijn.
32.Dit beleid staat in paragraaf C2/7 van de Vc 2000.
33.Stcrt. 2022, 19545. Zie ook de brief van de staatssecretaris van 29 juni 2022, TK 2021-2022, 19 637, nr. 2912.
34.p. 180.
35.Paragraaf 6.1.
36.Paragraaf 6.2.
37.p. 136.
38.p. 16 en 143.
39.p. 143.
40.p. 147.
41.p. 148.
42.p. 148.
43.p. 149.
44.p. 149.
45.Ambtsbericht van maart 2022, p. 183.
46.Ambtsbericht van maart 2022, p. 112.
47.Artikel 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
53.Voetnoot 156.
54.p. 99.