ECLI:NL:RBDHA:2024:20809
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
Op 30 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aan eiser, van Algerijnse nationaliteit, de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 6 december 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren in het detentiecentrum Rotterdam, en de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
De rechtbank overweegt dat er zicht op uitzetting naar Algerije is, ondanks dat er nog geen reactie van het Algerijnse consulaat is ontvangen op de aanvraag voor een laissez-passer. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet voldoende meewerkt aan zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelt dat dit aan hem kan worden toegerekend. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring getoetst en concludeert dat er geen nieuwe feiten zijn die de voortduren van de maatregel onrechtmatig maken. De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Strating, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.