Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eiseres in het incident ex artikel 223 Rv [1] ,
verweerster in het incident ex artikel 237 Rv,
1.[gedaagde, sub 1] ,
ORCHID GARDENS PRODUCTIONS B.V.,
ORCHID GARDENS B.V.,
ORCHID GARDENS STAFF B.V.,
gedaagden in het incident ex artikel 223 Rv,
eisers in het incident ex artikel 237 Rv,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de akte houdende antwoord op vermeerdering van de (gronden van de) eis in de hoofdzaak (in reconventie) met overlegging van producties EP41 t/m EP44 van de zijde van HE Licenties (waarbij productie EP41 de producties EP35 tot en met EP38 omvat en productie EP42 de producties EP39 en EP40);
- het e-mailbericht van 26 augustus 2022 van de rechtbank aan partijen, inhoudende dat in de hoofdzaak en in incident I een mondelinge behandeling zal plaatsvinden op 28 september 2023;
- het met een B16-formulier door HE Licenties op 24 juli 2023 ingediende verzoek om
- de brief met bijlagen van 25 juli 2023 van Orchid Gardens c.s., ingediend met een
- het tussenvonnis van 16 augustus 2023 met daarin nadere instructies betreffende de geplande mondelinge behandeling en de namen van de rechters die de zaak zullen gaan behandelen;
- de akte houdende overlegging producties EP44 t/m EP46 van de zijde van HE Licenties;
- de akte houdende overlegging producties GP49 tot en met GP66, alsmede wijziging van eis en consolidatie van het petitum (in conventie en in reconventie) van de zijde van Orchid Gardens c.s.;
- het e-mailbericht van HE Licenties van 17 november 2023, inhoudende de mededeling dat er geen procedures (meer) aanhangig zijn tussen HE Licenties en [bedrijfsnaam 2] B.V. en dat het hoger beroep dat [bedrijfsnaam 2] B.V. had ingesteld tegen het vonnis van deze rechtbank van 19 juni 2019 [3] is ingetrokken;
- de brief van HE Licenties van 17 november 2023, inhoudende, primair, het verzoek om de wijziging van eis van Orchid Gardens c.s. (vervat in haar akte houdende overlegging producties GP49 tot en met GP66, alsmede wijziging van eis en consolidatie van het petitum (in conventie en in reconventie)) niet toe te laten en subsidiair om HE Licenties in de gelegenheid te stellen op die eiswijziging bij nadere akte te reageren en waar nodig nader bewijs te leveren ten aanzien van de door Orchid Gardens c.s. gestelde schade en gevorderde schadevergoeding;
- het e-mailbericht van de rechtbank aan partijen van 20 november 2023, inhoudende dat de rechtbank, gelet op de beperkte omvang van de eiswijziging en hetgeen daaraan ten grondslag is gelegd, de verzoeken van HE Licenties afwijst, met de mededeling dat, mocht de rechtbank in de beoordeling van de zaak toekomen aan het onderdeel van de vordering van Orchid Gardens c.s. waar de eiswijziging op ziet en de indruk krijgen dat het debat op dit punt niet voldragen is, HE Licenties alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld op die eiswijziging (nader) te reageren:
- het met een brief van 23 november 2023 door HE Licenties toegestuurde B8-formulier, met als bijlage een aanvullende kostenopgave;
- de brief van de zijde van Orchid Gardens c.s. van 23 november 2023, met als bijlage een kostenopgave in aanvulling op productie GP64.
- aan de zijde van HE Licenties: [naam 2] , bijgestaan door mr. Varela voornoemd, mr. M.H. Berghuijs, mr. M. Rijsdijk, mr. M. van de Langemheen, advocaten te Rotterdam, en ir. [octrooigemachtigde 1] , octrooigemachtigde;
mr. F.I.S.A.L. van Velsen, advocaat te Amsterdam, en mr. drs. [octrooigemachtigde 2] , octrooigemachtigde.
4.Het geschil in de hoofdzaak
In conventie
1) verklaart voor recht dat Orchid Gardens c.s. inbreuk heeft gemaakt op het Nederlandse deel van EP 278 en/of op NL 904;
2) Orchid Gardens c.s. verbiedt om (indirect) inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 278 en/of op NL 904,
3) Orchid Gardens c.s. beveelt om (a) informatie te verstrekken over alle professionele afnemers aan wie Orchid Gardens c.s. gekleurde orchideeplanten heeft verkocht en/of geleverd die in NL 904 zijn geoctrooieerd of met toepassing van de in EP 278 geoctrooieerde werkwijze zijn gekleurd, inclusief de aantallen en de daarvoor in rekening gebrachte prijs, en een specificatie van de kosten welke daarop voor de berekening van de winst in mindering zijn gebracht, (b) het totaalbedrag van de door Orchid Gardens c.s. met de onder (a) bedoelde verkoop behaalde bruto- en nettowinst en (c) de volledige namen en adressen van alle (rechts)personen die bij de verhandeling van de onder (a) genoemde planten betrokken zijn (geweest);
4) Orchid Gardens c.s. beveelt de voorraad gekleurde orchideeplanten die in NL 904 zijn geoctrooieerd of met toepassing van de in EP 278 geoctrooieerde werkwijze zijn gekleurd alsmede de door professionele afnemers geretourneerde orchideeplanten aan HE Licenties af te geven ter vernietiging;
5) Orchid Gardens c.s. beveelt alle professionele afnemers van de in Nederland verkochte en/of geleverde orchideeplanten, zoals omschreven onder 3(a), over de inbreuk te berichten en hen te verzoeken genoemde orchideeplanten te retourneren;
6) Orchid Gardens c.s. veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 50.000,-- per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat zij het onder 2 vermelde verbod en de onder 3 tot en met 5 vermelde bevelen niet (volledig) nakomt, met een maximum van
€ 1.000.000,--;
7) Orchid Gardens c.s. hoofdelijk veroordeelt tot afdracht van de winst die zij als gevolg van de gepleegde inbreuken heeft behaald dan wel, ter keuze van HE Licenties, vergoeding van alle door HE Licenties geleden en nog te lijden te schade, nader op te maken bij staat;
8) Orchid Gardens c.s. hoofdelijk veroordeelt in de volledige, daadwerkelijk gemaakte proceskosten ex artikel 1019h Rv van het geding in beide instanties, in zowel conventie als reconventie, te vermeerderen met wettelijke rente.
I. de conclusies 11 tot en met 15, alsmede voorwaardelijk – indien de rechtbank oordeelt dat de werkwijze van Orchid Gardens c.s. valt binnen het bereik van een van de
werkwijze-conclusies – de conclusies 1 tot en met 6 en 10 van NL 904 en conclusies 1 tot en met 6 en 10 van EP 278 vernietigt;
II. voor recht verklaart dat HE Licenties onrechtmatig jegens Orchid Gardens c.s. heeft gehandeld door haar octrooien NL 904 en EP 278 in en buiten rechte jegens Orchid Gardens c.s. te handhaven en op basis daarvan beslag te leggen;
III. HE Licenties veroordeelt tot vergoeding van de schade die Orchid Gardens c.s. heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van HE Licenties:
a. door onrechtmatige handhaving van haar octrooirechten:
primair: te begroten op € 4.875.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding;
subsidiair: te begroten op een voorschot van € 520.000,-- en, wat betreft het restant, op te maken bij staat;
meer subsidiair: (geheel) op te maken bij staat;
b. door de onrechtmatig gelegde beslagen:
primair: te begroten op een voorschot van € 54.492,09, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2022 en, wat betreft het restant, op te maken bij staat;
subsidiair: (geheel) op te maken bij staat;
V. HE Licenties gebiedt om binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis de volgende rectificatie (althans een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen tekst) te versturen aan alle bedrijven en personen aan wie zij een sommatie heeft verzonden met de strekking dat producten van Orchid Gardens c.s. inbreuk zouden maken op de octrooirechten van HE Licenties/Hanson, op briefpapier van HE Licenties, in de gebruikelijke huisstijl en zonder eigen toevoegingen, voor zover gericht aan buitenlandse geadresseerden voorzien van een vertaling opgemaakt door een beëdigd vertaler in de Duitse of Engelse taal, met een gelijktijdig afschrift van de brieven aan de advocaat van Orchid Gardens c.s.:
“
Geachte [naam geadresseerde],
“
Enige tijd geleden hebben wij informatie verspreid dat de verhandeling van gekleurde orchideeën van het bedrijf Orchid Gardens inbreuk zou maken op onze octrooirechten. De rechtbank Den Haag heeft bij vonnis van [datum] geoordeeld dat wij daarmee onrechtmatig hebben gehandeld omdat wij ten tijde van het verspreiden van die informatie wisten, althans rekening hadden moeten houden met de serieuze kans dat het octrooi vernietigd zou worden en/of dat de inbreukvordering afgewezen zou worden. Wij betreuren dat wij u onjuist hebben geïnformeerd.De directie van HE Licenties”.
VI. HE Licenties veroordeelt tot het betalen van een dwangsom van € 100.000,-- per dag of keer (naar keuze van Orchid Gardens c.s.) dat niet of niet volledig aan het vonnis is voldaan;
VII. HE Licenties veroordeelt in de proceskosten van Orchid Gardens c.s. ex artikel 1019h Rv.
- conclusies 11 tot en met 15 van NL 904 zijn niet nieuw omdat de daarin geclaimde materie niet méér omvat dan de (vervaardiging van) gekleurde Phalaenopsis-orchideeën die [bedrijfsnaam 2] vóór de prioriteitsdatum al verhandelde;
- conclusie 11 van NL 904 zoals deze thans luidt, bevat toegevoegde materie, althans toegevoegde kenmerken die onduidelijk zijn en niet nawerkbaar;
- conclusies 11 tot en met 13 van NL 904 zij niet nieuw op basis van nawerking van NL 491 en NL 581;
5.Het geschil in incident I
6.De beoordeling
In de hoofdzaak
voortbrengsel-conclusies. EP 278 (dat sinds de verlening ongewijzigd is gebleven) bevat alleen werkwijze-conclusies. De werkwijze-conclusies van EP 278 zijn gelijk aan de werkwijze-conclusies van NL 904 zoals deze bij verlening luidden. Tegen EP 278 is binnen de termijn die daarvoor gold, geen oppositie ingesteld. Gelet op het bepaalde in artikel 77 lid 1 onder a ROW hebben daarom, vanaf het verstrijken van genoemde termijn, de werkwijze-conclusies van NL 904 niet meer de in de artikelen 53, 53a, 71 en 73 ROW bedoelde rechtsgevolgen.
e-mailberichten (zie hiervoor onder 3.17 tot en met 3.26) telkens werd gesproken over de werkwijze die [bedrijfsnaam 2] destijds toepaste.
Phalaenopsis-orchideeën van [bedrijfsnaam 2] te zien zijn, de foto’s, in tegenstelling tot wat Orchid Gardens c.s. beweert, een proces laten zien waarbij na het aanbrengen van een boorgat in de stengel de al aanwezige holte in de stam met een boortje of een naald groter is gemaakt en vervolgens (opnieuw) een kleurstof in dat gat is aangebracht. Dit alles had tot doel, aldus HE Licenties, om de wijze van kleuring door [bedrijfsnaam 2] te doorgronden en kleuring van witte orchideeën te genereren dan wel de al bestaande kleuring van oorspronkelijk witte orchideeën te verbeteren (HE Licenties noemt dat laatste ‘nakleuren’). Zo zouden, aldus HE Licenties, wellicht elementen kunnen worden gevonden (al dan niet met aanpassing van technieken) die niet door [bedrijfsnaam 2] geoctrooieerd waren (in NL 581) en die in een door Hanson aan te vragen octrooi zouden kunnen worden opgenomen en uiteindelijk ook zíjn opgenomen (zodat [bedrijfsnaam 2] zou worden geblokkeerd in de doorontwikkeling in die richting).
Phalaenopsis-orchideeën van [bedrijfsnaam 2] niet alleen de wijze van kleuring door [bedrijfsnaam 2] probeerde te doorgronden, maar hij ook op zoek was naar mogelijkheden om de kleuring te verbeteren, echter dat [naam 1] de handelingen zoals HE Licenties die beschrijft heeft verricht, namelijk het vergroten van het al aanwezige gat en het middels dat gat nakleuren van de orchideeën, blijkt uit niets.
e-mailwisseling tussen [naam 1] en [octrooigemachtigde 1] uit 2013 en door HE Licenties is ook geen enkel ander e-mailbericht van [naam 1] of van iemand anders overgelegd waarin er melding van wordt gemaakt dat [naam 1] in de stam van Phalaenopsis-orchideeën afkomstig van [bedrijfsnaam 2] het daarin al, in de stengel, aanwezige gat groter heeft gemaakt. In de hiervoor onder 3.17, 3.18, 3.21, 3.22 en 3.24 tot en met 3.26 aangehaalde e-mailberichten, afkomstig van [octrooigemachtigde 1] , ligt dat ook niet besloten. HE Licenties heeft evenmin foto’s van Phalaenopsis-orchideeën van [bedrijfsnaam 2] overgelegd waaruit bijvoorbeeld blijkt dat die planten in 2013 geen vergrote kamer in de stam hadden.
ideeën”; het gaat hier dus niet alleen over het laatstelijk door [naam 3] geopperde idee. Uit niets blijkt ook dat [naam 3] de hiervoor besproken, door [naam 1] genomen, foto’s heeft gezien. [naam 3] is voorts ook niet meegenomen in de hiervoor onder 3.18 tot en met 3.21 en 3.23 weergegeven e-mailwisseling tussen [naam 1] en [octrooigemachtigde 1] . De verklaring van [naam 3] onderschrijft de lezing van HE Licenties daarom naar het oordeel van de rechtbank in het geheel niet. De rechtbank acht in dit verband ook nog van belang dat de tussen [naam 1] en [octrooigemachtigde 1] uitgewisselde e-mailberichten waarin [naam 3] wel (in de c.c.) is meegenomen, e-mailberichten zijn die, zoals HE Licenties ook zelf zegt, over iets anders gaan.
EP 278 geoctrooieerde werkwijze.
nieuwvoortbrengsel kan, gelet op hetgeen hiervoor onder 6.13 tot en met 6.37 is overwogen, immers niet worden aangenomen; de voortbrengsel-conclusies 11 tot en met 13 en 15 van NL 904 zijn niet nieuw wegens openbaar voorgebruik door [bedrijfsnaam 2] en voortbrengsel-conclusie 14 van NL 904 is niet inventief. HE Licenties had, gelet hierop, met méér moeten komen om niettemin inbreuk op EP 278 aan te kunnen nemen. Méér (dan het voorgaande) is echter niet door HE Licenties aangedragen.
e-mailwisseling tussen [octrooigemachtigde 1] en [naam 1] , waarin [naam 3] in de ‘cc’ is meegenomen, wordt hierover ook niet gesproken. Dat [naam 3] van bedoelde bevindingen op de hoogte was, kan de rechtbank dus niet vaststellen.
(i) zij bekend was met openbaar voorgebruik van Jovaplant;
(ii) het voor haar duidelijk was dat er, objectief gezien, gerede twijfel bestond omtrent de geldigheid van en de vermeende inbreuk op NL 904 en EP 278;
(iv) ernstig diende te twijfelen aan de juistheid van haar bewering/stelling dat Orchid Gardens c.s. inbreuk maakt op NL 904 zoals gewijzigd na het OCNL-advies van 8 februari 2021.