Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.VG COLOURS B.V.,
LOGICO B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2019;
- de akte houdende overlegging producties tevens vermeerdering eis van HE Licenties, ingekomen ter griffie op 21 oktober 2019 met productie 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord van VG Colours, ingekomen ter griffie op 29 oktober 2019, met productie 1;
- de conclusie van antwoord van Logico, ingekomen ter griffie op 29 oktober 2019, met productie 1;
- de akte houdende overlegging producties van VG Colours, ingekomen ter griffie op 30 oktober 2019, met productie 2 en 3;
- de akte houdende overlegging producties van Logico, ingekomen ter griffie op 30 oktober 2019, met productie 2 en 3;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van HE Licenties, ingekomen ter griffie op 31 oktober 2019, met productie 18 en 19;
- de mondelinge behandeling van 1 november 2019 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota’s van HE Licenties, VG Colours en Logico;
- de voortzetting van de mondelinge behandeling van 19 november 2019;
- het e-mailbericht namens de voorzieningenrechter van 17 december 2019 waarin de voorzieningenrechter partijen verzoekt zich uit te laten over het incidenteel arrest van het gerechtshof Den Haag van 2 december 2019 in de appelprocedure tussen VG Colours en HE Licenties;
- het e-mailbericht van HE Licenties van 31 december 2019;
- het e-mailbericht van de advocaat van VG Colours en Logico van 31 december 2019, met bijgevoegd twee aparte brieven van VG Colours en Logico.
2.De feiten
Partijen
5. De beslissing
4. De beoordeling
sic, Vzr] vast dat er momenteel voor VG Colours geen reële alternatieve werkwijzen voor het kleuren van orchideeën voorhanden zijn die niet vallen onder het opgelegde verbod. VG Colours heeft genoegzaam onderbouwd - en als zodanig onbestreden - gesteld dat de alternatieve werkwijzen wat betreft kleuring en uitval geen voor de markt acceptabele kwaliteit opleveren (injecteren met een sterk verdunde oplossing) of alleen werken met 'meertakkers' die onvoldoende beschikbaar zijn (injecteren in top van een afgeknipte tak).
4.5.3. Ook staat als onvoldoende weersproken vast dat sinds de tenuitvoerlegging van het vonnis diverse klanten zijn afgehaakt en dat de omzet van VG Colours is gekelderd. Dat VG Colours voorheen 40.000 orchideeën per maand verkocht en daarmee zeer aanzienlijke omzetten en winsten genereerde is niet in geschil. HE Licenties gaat daar ook zelf vanuit. Dat die omzet na het vonnis is gekelderd heeft VG Colours weliswaar niet onderbouwd met stukken uit haar administratie, maar zij heeft die stelling wel concreet toegelicht aan de hand van de omzet van twee grote klanten, te weten de Dutch Flower Group en de Lemkes-groep. HE Licenties heeft niet bestreden dat dit grote partijen zijn en dat die na het vonnis zijn vertrokken bij VG Colours. Daar komt bij dat de hiervoor genoemde omstandigheden in combinatie beschouwd op zich al aannemelijk maken dat de omzet en winst van VG Colours is gekelderd.
De door VG Colours gekleurde planten vallen niet onder beschermingsomvang van NL 904’ uitdrukkelijk betoogd dat het niet zo kan zijn dat ten aanzien van VG Colours inbreuk wordt aangenomen voor een natuurlijk proces waarop zij geen enkele invloed kan uitoefenen, omdat de octrooihouder daardoor een onredelijk brede bescherming zou krijgen en geen recht zou worden gedaan aan de eis van een redelijke rechtszekerheid voor derden (paragraaf 146 van de conclusie van antwoord). Daarmee heeft VG Colours onmiskenbaar bestreden dat haar orchideeën, waarin - zoals de rechtbank heeft vastgesteld - een gat met de geclaimde dimensie pas ontstaat na het inbrengen van kleurstof, onder de beschermingsomvang van de voortbrengselconclusies van het octrooi vallen. Dat HE Licenties dat verweer ook zo heeft opgevat, blijkt wel uit de reactie van HE Licenties op het ‘inbreuk’-verweer tijdens de eerste pleitzitting in eerste aanleg (pleitnotities van 17 mei 2017 van HE Licenties, paragraaf 5 en, onder de kop ‘inbreuk’, paragraaf 93).