Op 17 mei 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen de Gemeente Bodegraven-Reeuwijk en [eiser in het verzet]. De Gemeente had eerder een verstekvonnis verkregen op 4 mei 2022, waarin [eiser in het verzet] werd veroordeeld tot schadevergoeding van € 215.153,87 wegens onrechtmatige uitlatingen over een vermeend satanisch-pedofiel netwerk. [eiser in het verzet] voerde verzet aan, stellende dat hij tijdig had verzet ingesteld en dat de Gemeente geen recht had op schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat [eiser in het verzet] tijdig in verzet was gekomen en dat de vorderingen van de Gemeente niet toewijsbaar waren. De rechtbank vernietigde het verstekvonnis en wees de vorderingen van de Gemeente af, waarbij werd opgemerkt dat de kosten van de Gemeente voor het handhaven van de openbare orde in principe niet op [eiser in het verzet] konden worden verhaald. De Gemeente werd veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten van betekening van het verstekvonnis, die voor rekening van [eiser in het verzet] kwamen.