3.1 In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten en omstandigheden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.1 tot en met 1.17. Samengevat gaat het om het volgende.
(i) In de periode van 25 september 2004 tot 6 oktober 2004 hebben verkiezingen van de leden van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap plaatsgevonden. Op de verkiezingen was het Rijnlands Kiesreglement (hierna: het Kiesreglement) van toepassing.
(ii) Het Hoogheemraadschap telt ruim 1,3 miljoen kiesgerechtigden. Het Hoogheemraadschap is ingedeeld in drie districten (Noord, Midden en Zuid) en heeft vier categorieën belanghebbenden (gebouwd, ongebouwd, ingezetenen en bedrijfsgebouwd).
(iii) Het Kiesreglement houdt onder meer het volgende in.
In art. 16 is bepaald dat per kandidaat een opgave tot kandidaatstelling wordt ingeleverd en dat die opgave is ondertekend door ten minste tien personen, die bevoegd zijn tot kandidaatstelling. In art. 20 is opgenomen dat uiterlijk op de vierde werkdag na de dag van de kandidaatstelling, het stembureau een zitting houdt tot het onderzoeken van de opgaven tot kandidaatstelling.
In art. 61 is bepaald dat het algemeen bestuur de geloofsbrief onderzoekt en beslist of de benoemde als lid wordt toegelaten. Daarbij gaat het na of de benoemde aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoet en geen met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, en beslist het omtrent de geschillen welke met betrekking tot de geloofsbrief of de verkiezing zelf rijzen. Het onderzoek van de geloofsbrief strekt zich niet uit tot de geldigheid van de opgaven van de kandidaatstelling.
In art. 69 is bepaald dat, indien het algemeen bestuur besluit tot niet-toelating van één of meer leden wegens de ongeldigheid van de stemming, de voorzitter terstond nadat het besluit onherroepelijk is geworden, daarvan onverwijld kennis geeft aan het dagelijks bestuur en dat zo spoedig mogelijk nadat deze kennisgeving is ontvangen, een nieuwe stemming plaatsvindt en de uitslag van de verkiezing opnieuw wordt vastgesteld.
(iv) Op 21 juni 2004 heeft [eiser] zich door middel van een opgave tot kandidaatstelling kandidaat gesteld voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap, categorie gebouwd, district Noord. Het stembureau van het Hoogheemraadschap heeft de kandidaatstelling van [eiser] onderzocht. Daarbij is gebleken dat van de dertien door [eiser] opgegeven ondersteuners vijf geen eigenaar waren van een gebouwde onroerende zaak en derhalve niet als ondersteuner konden worden meegeteld. [Eiser] is bij brief van 28 juni 2004 in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen. Op 30 juni 2004 heeft [eiser] een aanvullende lijst van vier ondersteuners ingediend, van wie - naar vervolgens is gebleken - twee niet tot ondersteuning bevoegd bleken. In totaal bleven tien bevoegde ondersteuners over. Het stembureau heeft vervolgens op 2 juli 2004 vastgesteld dat de kandidatuur van [eiser] aan de voorwaarden voldeed.
(v) Naar aanleiding van het in september 2004 gerezen vermoeden dat [eiser] fraude had gepleegd bij zijn
kandidaatstelling doordat de handtekeningen van de ondersteuners niet (alle) door henzelf waren geplaatst, heeft het Hoogheemraadschap nader onderzoek ingesteld naar de kandidaatstelling van [eiser]. Dit onderzoek heeft opgeleverd dat twee van de tien handtekeningen van de ondersteuners vals of vervalst waren.
(vi) Op 23 september 2004 heeft het stembureau in een openbare vergadering beraadslaagd over de kandidaatstelling van [eiser] en terzake proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal houdt onder meer in dat is gebleken dat de opgave niet is ondertekend door ten minste tien personen die bevoegd zijn tot kandidaatstelling, dat als de nu bekende feiten tijdens de zitting van 2 juli 2004 het stembureau bekend zouden zijn geweest, de opgave op grond van het Kiesreglement ongeldig zou zijn verklaard, en dat het stembureau op grond van het Kiesreglement niet is toegestaan de opgave ongeldig te verklaren, nu de kandidaatstellingsfase van de verkiezing reeds is afgesloten.
(vii) De stembiljetten zijn op 24 september 2004 aan de kiesgerechtigden van het Hoogheemraadschap verstuurd.
(viii) In een open brief van 24 september 2004, gepubliceerd op de website van het Hoogheemraadschap, heeft [eiser] bekendgemaakt dat hij ten aanzien van zijn kandidaatstelling onjuist heeft gehandeld.
(ix) [Eiser] is verkozen tot lid van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap.
(x) De commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven heeft onderzoek gedaan en het Hoogheemraadschap bij brief van 26 oktober 2004 geadviseerd [eiser] niet toe te laten als lid van de verenigde vergadering. Het algemeen bestuur vormt samen met het dagelijks bestuur de verenigde vergadering.
(xi) Op 27 oktober 2004 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap met overneming van de overwegingen van de commissie voor het onderzoek naar de geloofsbrieven het besluit genomen [eiser] niet als lid van het algemeen bestuur toe te laten.
(xii) [Eiser] heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling). In de uitspraak van 10 november 2004 (LJN AR6411, AB 2004/426) heeft de Afdeling, samengevat, het volgende overwogen.
Door aan de weigering [eiser] toe te laten ten grondslag te leggen dat diens kandidaatstelling ongeldig was, heeft de verenigde vergadering in strijd gehandeld met art. 61 van het Kiesreglement. In zoverre is het beroep gegrond. Het besluit van 27 oktober 2004 dient te worden vernietigd.
De Afdeling ziet aanleiding in de zaak te voorzien en te bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het bestreden besluit. In het Kiesdistrict Noord, categorie gebouwd, is geen sprake geweest van betrouwbare verkiezingen, waarbij het vrijelijk tot uitdrukking brengen van de wil van de kiezers was gewaarborgd. Gelet hierop dient de stemming in het Kiesdistrict Noord, categorie gebouwd, ongeldig te worden verklaard. Ingevolge art. 69 van het Kiesreglement vindt bij niet-toelating van één of meer leden wegens ongeldigheid van de stemming een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag van de verkiezing opnieuw vastgesteld. Deze nieuwe stemming vindt plaats op basis van dezelfde kandidatenlijsten als de eerste. Nu de ernstige risico's voor verwarring en onzekerheid bij de kiesgerechtigden hun oorsprong vinden in hetgeen bekend is geworden omtrent de kandidaatstelling en bij enkele herstemming op basis van diezelfde kandidaatstelling zich derhalve vergelijkbare risico's zullen voordoen, kan daarmee in dit geval niet worden volstaan. In dit bijzondere geval zullen in het kiesdistrict Noord voor de categorie gebouwd nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. In dit kader zal ook de kandidaatstellingsprocedure opnieuw moeten worden doorlopen.
(xiii) Het Hoogheemraadschap heeft nadien een procedure aangespannen bij de Afdeling om duidelijkheid te krijgen of de nieuwe verkiezingen voor één of voor drie zetels zouden moeten worden uitgeschreven. De uitkomst van die procedure was dat voor één zetel nieuwe verkiezingen moesten worden gehouden.
(xiv)Het Hoogheemraadschap heeft herverkiezingen gehouden voor district Noord, categorie gebouwd. [Eiser] heeft zich opnieuw verkiesbaar gesteld en is verkozen tot lid van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap.