ECLI:NL:RBDHA:2023:20717
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de AOW en de Koppelingswet op niet-rechthebbende vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf, en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank waarin werd bepaald dat hij niet als verzekerde voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat eiser op grond van artikel 6, tweede lid, van de AOW niet als verzekerde kan worden aangemerkt, omdat hij geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft gehad. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, omdat de wetgever met de invoering van de Koppelingswet de situatie van eiser heeft voorzien. Eiser heeft geen recht op AOW-pensioen over de jaren dat hij in Nederland verbleef zonder geldige verblijfstitel. De rechtbank concludeert dat het beroep op het evenredigheidsbeginsel en op artikel 8 van het EVRM niet slaagt, omdat niet is gebleken dat de normale ontwikkeling van eisers privéleven onmogelijk werd gemaakt. Ook het beroep op artikel 1 van Protocol I bij het EVRM wordt afgewezen, omdat eiser geen 'legitimate expectation' mocht hebben dat hij AOW-pensioen zou opbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Sociale verzekeringsbank.