ECLI:NL:RBDHA:2023:18725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Bulgarije voor behandeling van asielverzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft de zaak gelijktijdig behandeld met twee andere zaken.
De rechtbank overweegt dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Bulgarije niet in staat is om zijn asielaanvraag op een humane manier te behandelen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is bevestigd dat Bulgarije zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft weliswaar gewezen op tekortkomingen in de Bulgaarse asielprocedure, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet heeft aangetoond dat hij in Bulgarije zal worden blootgesteld aan onmenselijke of vernederende behandeling.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is, omdat hij niet heeft kunnen onderbouwen dat er sprake is van structurele tekortkomingen in de Bulgaarse asielprocedure die het interstatelijk vertrouwensbeginsel zouden ondermijnen. De rechtbank wijst erop dat Bulgarije met de aanvaarding van het terugnameverzoek heeft gegarandeerd dat het asielverzoek van eiser in behandeling zal worden genomen, met inachtneming van de relevante Europese wet- en regelgeving. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de behandeling van het beroep aan te houden in afwachting van prejudiciële vragen van een andere rechtbank.