Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 november 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Gouda, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[zoon] en eerdergenoemde dochter [dochter] . Gelet op artikel 3, vierde lid, onder b, van de Pw is daarom voor de beantwoording van bovenstaande vraag enkel bepalend of eiseres en [vader] hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden. Niet in geschil is dat eiseres in de te beoordelen periode haar hoofdverblijf had op het uitkeringsadres. In geschil is of ook [vader] daar zijn hoofdverblijf had in de te beoordelen periode.
.
Beslissing
mr.R.A.E. Bach, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
26 november 2021.