ECLI:NL:RBDHA:2020:6675
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting hebben gewenst en de zaak schriftelijk is afgedaan. Eiser heeft aangevoerd dat terugkeer naar Italië niet mogelijk is vanwege de coronacrisis, maar de rechtbank oordeelt dat dit een tijdelijk feitelijk overdrachtsbeletsel is en dat de verantwoordelijkheid van Italië als lidstaat niet onrechtmatig is vastgesteld. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat Italië nog steeds kan worden vertrouwd op de naleving van de asielprocedures.
De rechtbank concludeert dat de door eiser aangevoerde omstandigheden geen bijzondere individuele omstandigheden vormen die de overdracht aan Italië van onevenredige hardheid getuigen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Belhaj, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.