Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[ged2],
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 2 maart 2015 waarbij VWS verlof is verleend Ventraco c.s. te dagvaarden in de versnelde bodemprocedure in octrooizaken;
- de dagvaarding van 4 maart 2015;
- de akte houdende overlegging producties 1 t/m 36 namens VWS, gedateerd 25 maart 2015;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, gedateerd 5 augustus 2015, met producties 1 t/m 29;
- de conclusie van antwoord in reconventie met overlegging van producties 37 t/m 43, tevens akte houdende vermindering van eis in conventie, gedateerd 7 oktober 2015;
- de akte houdende overlegging producties 44 t/m 47 namens VWS, gedateerd 18 november 2015;
- de akte overlegging aanvullende producties tevens akte vermindering van eis in reconventie, gedateerd 18 november 2015, met producties 30 t/m 37;
- de akte houdende overlegging productie 48 namens VWS, gedateerd 22 januari 2016;
- de akte houdende overlegging productie 49 (specificatie van proceskosten) namens VWS, gedateerd 22 januari 2016;
- de akte overlegging aanvullende productie van Ventraco c.s., gedateerd 22 januari 2016, met productie 38;
- de akte overlegging aanvullende producties van Ventraco c.s., gedateerd 22 januari 2016, met producties 39 t/m 41;
- de akte overlegging aanvullende productie van Ventraco c.s., gedateerd 22 januari 2016, met productie 42A en 42B;
- de aanvullende opgave van proceskosten van VWS gedateerd 22 januari 2016;
- de ter zitting van 22 januari 2016 door partijen gehanteerde pleitnotities, met dien verstande dat nummers 96 t/m 117 van de pleitnotities van mr. Heezius en nummers 49 t/m 53, 128 t/m 133 en 136-137 van de pleitnotities van mrs. Maas en Bergsma niet zijn gepleit;
- een bij brief van mr. Bergsma van 1 februari 2016 toegezonden nieuwe productie 42B ter vervanging van het eerder als productie 42B overlegde totaaloverzicht van proceskosten van Ventraco c.s., met de toelichting dat in het aanvankelijk overgelegde totaaloverzicht een tweetal kostenposten, zoals ter zitting aan de orde is geweest, inderdaad dubbel was opgenomen.
2.De feiten
Artikel 6: Geheimhouding
(….)
(…)
3-pentadecenylphenolen
3-pentedecadienylresorcinoltot een
alkyl fenolharsdie vloeibaar is bij kamertemperatuur in combinatie met een
met vetzuren veresterde glycerine.
Cooperation Agreementis onder meer het volgende opgenomen:
Ook openbaart WO/2008/084014, t.n.v. Shell Internationale Research Maatschappij
Rejuvenating agent and process for recycling asphalt.’ Op pagina 1 (regels 1-5) en pagina 2 (regels 23-31) staat:
Asphalt composition’ (hierna: WO 141), onder inroeping van prioriteit van Europese octrooiaanvrage EP 09150057.9 met aanvraagdatum 5 januari 2009.
a method for rejuvenating a bitumen containing composition’. Dit octrooi, met nummer EP 2389 415 (EP 415) is op 13 augustus 2014 verleend. De termijn voor het instellen van oppositie tegen EP 415 is op 13 mei 2015 verstreken; er is geen oppositie ingediend.
said distillation residue consisting mainly of a mixture of polymerization products of 3-pentadecenylphenol and 3-pentadecadienylresorcinol in the form of an alkylphenol resin which is liquid at room temperature and being non-reactive. [2]
Bitumenhaltiges Bindemittel’ (hierna: EP 935). Conclusie 1 van EP 935 luidt:
RheoFalt HP-EM ons nieuwe recycling additief.”
“Zo’n 2 jaar geleden hebben wij de verkoop en distributie van onze RheoFalt additieven bij [VWS failliet] ondergebracht. (…) Recentelijk hebben wij echter besloten om alle RheoFalt additieven weer bij Ventraco onder te brengen. De afgelopen weken hebben wij onze voorraden opgebouwd en kunnen wij alle additieven weer vanuit onze eigen voorraad leveren.
(…)
RheoFalt® HP-EM–
Recycling Asfalt”
polycadinene hars, voor recycling van asfalt indirecte octrooi-inbreuk wordt gemaakt en dwangsommen worden verbeurd.”
Thermal Oligomerisation of Cardanol’ (hierna: Rodrigues). De samenvatting van dit artikel luidt:
Thermo-rheological behavior of modified bitumens adding virgin and waste polymers’ (hierna: Bringel) is onder meer vermeld:
3.De vorderingen
in conventie
4.De overwegingen in conventie en in reconventie
bevoegdheid - gedeeltelijke intrekking van de conventionele vorderingen
Na ontvangst van de vaten Cardolite NX-4670 door VWS failliet, heeft [A] met behulp daarvan het additief EMC aangemaakt (…). Dit additief is vervolgens door VWS failliet op 25 april 2008 aan [D] geleverd (…).” Om vervolgens in randnummer 24 te stellen: “
Zoals reeds door VWS is aangegeven (…) is er besloten om op basis van het additief EMC (dat gelijk is aan het product dat door VWS failliet onder de naam Rheofalt HP-EM werd verhandeld) een Nederlands octrooi aan te vragen. Dat het additief EMC gelijk is aan het product dat onder de naam Rheofalt HP (EM) werd verhandeld, blijkt onder andere uit de e-mail van [A] van 18 november 2008.”
polymerised cashewnutliquid’ is aangeduid, met een daarbij vermelde waarde van 99%. Niet valt in te zien dat hiermee wordt gedoeld op een voor 1% uit water bestaand product met een polymerisatiegehalte van slechts 40%, zoals Ventraco c.s. heeft aangevoerd. Ventraco c.s. heeft dan ook, mede gelet op het overwogene onder 4.7.1 en 4.7.2 onvoldoende betwist dat het Ventraco-product aan kenmerk iii voldoet.
comprising’ in conclusie 1 biedt voor dat betoog ook steun - dat conclusie 1 niet uitsluit dat het destillatieresidu wordt gemengd met een andere stof, zoals een olie, voordat het aan bitumen wordt toegevoegd. Ventraco c.s. heeft onvoldoende onderbouwd dat het polymerisatiegehalte van het destillatieresidu bij vermenging met koolzaad afneemt, althans dat door vermenging een nieuw additief ontstaat dat niet meer aan conclusie 1 voldoet.
being non-reactive) van het destillatieresidu als bedoeld in het - niet in de beschrijvingen van [A] van 18 november en 6 mei 2008 opgenomen - kenmerk iv en daarmee ook over de vraag het Ventraco-product aan dit kenmerk voldoet.
The distillation residue according to the invention is not reactive and adjusts the properties of the bitumen containing composition in a physical manner.” De visie van Ventraco c.s. dat vanwege het gebruik van het woord ‘
and’ , twee van elkaar te onderscheiden eigenschappen van het destillatieresidu worden beschreven, namelijk de - geclaimde - eigenschap dat het niet reactief is en de - niet geclaimde - eigenschap dat het de bitumen bevattende samenstelling op fysische wijze aanpast, moet worden verworpen. Met de betreffende zin wordt het destillatieresidu van CNSL immers afgezet tegen het direct daarvóór beschreven destillatie
product van CNSL, waarvan gezegd wordt dat het een reactief product is bedoeld om eigenschappen op reactieve wijze te veranderen. Gelet hierop zal de gemiddelde vakman met een
mind willing to understandbegrijpen dat met
not reactivewordt bedoeld dat het destillatie
residuhet bitumen op een fysische wijze verjongt en niet, zoals het destillatie
product, op een reactieve wijze. Dat met de in paragraaf 15 gebruikte woorden
reactiveen
not reactiveop de wijze van werking van het destillatieproduct respectievelijk destillatieresidu wordt gedoeld en niet op het (niet) reactief zijn
per se, wordt onderstreept door het feit dat de woorden
reactiveen
not reactivein de daaropvolgende paragraaf als termen tussen aanhalingstekens zijn geplaatst. Bovendien heeft VWS onbestreden aangevoerd dat de gemiddelde vakman weet dat in de natuur (nagenoeg) geen stoffen bestaan die op geen enkele wijze reageren met enige andere stof. Waar het immers om gaat, zo zal de gemiddelde vakman duidelijk zijn, is dat het additief niet reactief is in de context van de toepassing in het octrooi, in bitumen derhalve. VWS heeft daarom terecht gesteld dat Ventraco c.s. aan het niet-reactief zijn van het CNSL destillatieresidu een technisch onzinnige uitleg geeft.
openbareasfaltwegen heeft toegepast, is door Ventraco c.s. ter zitting bevestigd dat het aanleggen van asfalt voorzien van het additief op zichzelf niet de volledige werkwijze van EP 415 openbaart, omdat deze werkwijze voor de vakman niet zonder
undue burdenis te achterhalen. Het beroep op openbaar voorgebruik slaagt dus niet.
technical CNSL’ uit een destillatieresidu van CNSL bestaat, heeft Ventraco c.s. in het licht van het verweer van VWS dat hiermee niet op een destillatieresidu maar op ‘ruwe’ CNSL wordt gedoeld, op geen enkele wijze nader onderbouwd. Evenmin is zij ingegaan op het verweer dat het beschreven
technicalCNSL-product niet grotendeels uit polymerisatieproducten bestaat. Niet valt daarom in te zien dat het artikel een duidelijke en ondubbelzinnige openbaring van het in conclusie 1 van EP 15 geclaimde CNSL-destillatie
residuvormt.
Fluxmittel’ een CNSL is, alsmede de daaruit te winnen ‘
Komponenten wie Cardol und Cardanol’. Volgens Ventraco c.s. betekent dit dat de gemiddelde vakman uit EP 935 leert dat hij de cardol en cardanol uit CNSL moet winnen en hij op basis van zijn algemene vakkennis weet hij dat hij de CNSL daarvoor moet destilleren. Daargelaten de vraag of dit beroep op EP 935 tijdig is, gaat Ventraco c.s. er aan voorbij dat EP 415 ziet op het gebruik van het CNSL destillatie
residu, waarin volgens VWS in de kern ook de nieuwheid van EP 415 is gelegen, en dit residu, noch het gebruik daarvan, wordt in paragraaf 19 duidelijk en ondubbelzinnig geopenbaard. Het standpunt van Ventraco c.s. wordt daarom verworpen.
NL 442 hebben aangevoerd, zijn gelijk aan die terzake van EP 415. De stellingen van Ventraco c.s. dat de levering aan [D] en diens verwerking van het additief EM openbaar voorgebruik oplevert, worden daarom op de voor EP 415 gebezigde gronden verworpen. De stelling dat sprake is van diverse nieuwheidsschadelijke documenten stuit ook af op hetgeen daarover met betrekking tot EP 415 is overwogen.
NL 442 op het standpunt gesteld dat dit octrooi niet inventief is. Zij gaat daarbij uit van WO/2008/084014 (hierna WO 014) als meest nabije stand van de techniek.
technicalCNSL, waardoor de verschilmaatregelen ten opzichte van WO 014 ondubbelzinnig worden geopenbaard. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
technical CNSL’ een destillatieresidu volgens conclusie 1 van NL 442 wordt geopenbaard. Die visie kan, zoals VWS heeft aangevoerd en hiervoor reeds is overwogen, niet als juist worden aanvaard. Daarmee komt de grond aan het betoog te ontvallen.
Production of Compositions of Matter from Anacardic Material’ (hierna: GB 856)
.Onder verwijzing naar het door haar geformuleerde objectieve technische probleem stelt zij dat WO 014 de gemiddelde vakman zal sturen naar het zoeken van plantaardige additieven die het bitumen minder zacht maken na toevoeging. Volgens Ventraco c.s. zal de gemiddelde vakman zonder inventieve denkarbeid vervolgens komen tot de oplossing van GB 856 nu daarin ondubbelzinnig het gebruik van
liquid polymersvan CNSL wordt geopenbaard om te dienen als
coating materials. De gemiddelde vakman is uit dit document derhalve bekend met de positieve eigenschappen van het destillatieresidu van CNSL bij vermenging met bitumen, waaronder asfalt, aldus Ventraco c.s.
liquid polymerszijn en hoe die zich verhouden tot de toepassing van het CNSL destillatieresidu voor de verjonging van bitumen. Dit had wel op haar weg gelegen, te meer nu VWS ten verwere heeft aangevoerd dat het in GB 856 geopenbaarde reactiemengsel van aan verwarming onderworpen CNSL en onverzadigde vetzuren - waarvan volgens VWS overigens niet blijkt dat het dezelfde samenstelling heeft als het in NL 442 geclaimde destillatieresidu - wordt gebruikt om kabels te isoleren, derhalve een heel andere toepassing dan als additief voor verjonging van bitumen. Ventraco c.s. heeft daarom, ook uitgaande van haar eigen probleemstelling, onvoldoende onderbouwd dat de gemiddelde vakman
assurancedoor die accountant. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat een registeraccountant, zeker als het niet de huisaccountant is van de tot opgave verplichte partij, die
assurancein veel gevallen niet kan geven. Dit kan tot executieproblemen leiden. [18] In dit geval is er naar aanleiding van het kort gedingvonnis echter reeds een tweetal accountantsverklaringen overlegd, waaruit blijkt dat de betreffende accountant geen beletsel voor het geven van
assuranceheeft gezien. De rechtbank zal de gevorderde controle van de opgave dan ook toewijzen, met dien verstande dat, indien de accountant door zijn gedragsregels weerhouden wordt van het verbinden van conclusies aan de opgave, hij met een andere verklaring , zoals een rapport van feitelijke bevindingen, kan volstaan. Met het oog op het voorkomen van executiegeschillen, wordt de termijn waarop de opgave moet worden gedaan gesteld op twee maanden. De hoogte van de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en worden opgelegd als na te melden.
5.De beslissing
EP 415 geleden schade, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
€ 10.000,-, te vermeerderen met een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag waarop deze overtreding voortduurt, tot een maximum van € 500.000,-;