Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4ème Chambre du Tribunal Correctionnel de Bordeaux– 4de Kamer van de Correctionele rechtbank van Bordeaux), met referentie: parketnummer: 19270000261.
4.Strafbaarheid
oplichting;
vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten; vervalsing van betaalmiddelen.
5.Artikel 11 OLW: Franse detentieomstandigheden
the Fleury-Mérogis prison.
the Fleury-Mérogis prisoneerder door de rechtbank al in orde zijn bevonden.
the Fleury-Mérogis prison.
the Fleury-Mérogis prison. Artikel 11 OLW staat daarom niet aan de overlevering van de opgeëiste persoon in de weg. De rechtbank begrijpt uit het standpunt van de raadsman dat de opgeëiste persoon een voorkeur heeft voor de detentie-instelling Villepinte. Hoewel de rechtbank, gelet op de referte, begrijpt dat de raadsman met deze mededeling geen verzoek doet in het kader van de beslissing op het overleveringsverzoek, overweegt de rechtbank zekerheidshalve dat de OLW niet voorziet in de mogelijkheid dat de rechtbank bepaalt waar de opgeëiste persoon na overlevering wordt geplaatst.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de procureur van de Republiek bij de rechtbank van Bordeaux, Frankrijk, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.