Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
.
4.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Mr [opgeëiste persoon] is a Dutch national. As a consequence, pursuant to Article 5, paragraph 3 of
vice-procureurevan het parket in Metz heeft bij e-mail van 14 augustus 2024 de volgende garantie gegeven:
6.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden Frankrijk
- in de gevangenis van Metz sprake is van een bezettingsgraad van 123,8%;
- alle cellen (zowel de individuele cellen als de gemeenschappelijke cellen) groter zijn dan 4 m2 (inclusief sanitair).
(de rechtbank begrijpt: dat aan de overlevering geen gevolg moet worden gegeven),omdat onduidelijk is wat de detentieomstandigheden zijn in de gevangenis waar de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid geplaatst zal worden. De bezettingsgraad in de gevangenis van Metz is 126% en dit kan betekenen dat de opgeëiste persoon met meerdere personen in een cel zou moeten zitten.
7.Slotsom
personal space) zal de opgeëiste persoon in de
personal space) van minder dan 4 m2 – gelet op het arrest Dorobantu (ECLI:EU:C:2019:857, punt 75) – dan heeft de rechtbank de volgende aanvullende vragen:
personal space) van minder dan 3 m2 – gelet op het arrest Dorobantu (ECLI:EU:C:2019:857, punt 73) – dan heeft de rechtbank ook de volgende aanvullende vragen: