Op 12 februari 2022 om 20.52.18 uur komen [medeverdachte 4] , verdachte, haar zoon [naam zoon verdachte] en [zoon medeverdachte 2] (hierna: [zoon medeverdachte 2] ) in een auto aan bij de Jumbo. [medeverdachte 3] , die aan de overkant van de Jumbo staat te wachten, loopt naar de auto en legt zijn jas in de auto. Verdachte en [naam zoon verdachte] stappen uit. [medeverdachte 4] parkeert de auto en [zoon medeverdachte 2] en hij stappen vervolgens ook uit. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , die ook aan de overkant van de Jumbo staan te wachten, lopen naar de groep toe. [medeverdachte 3] pakt het petje van [medeverdachte 4] , zet dit op en trekt zijn capuchon over zijn hoofd. Direct daarna, om 20.53.14 uur, loopt de groep de Jumbo in. Verdachte, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en [zoon medeverdachte 2] gaan gezamenlijk via de uitgang de Jumbo binnen en [medeverdachte 3] en [naam zoon verdachte] lopen via de naastgelegen ingang de Jumbo in. [medeverdachte 1] loopt de winkel verder in, gevolgd door [zoon medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . In een parallel gelegen winkelpad lopen ook [medeverdachte 3] en [naam zoon verdachte] de winkel verder in. Verdachte en [medeverdachte 2] blijven bij de kassa staan en spreken een medewerkster van de Jumbo aan. [medeverdachte 2] vraagt haar op boze toon waar de manager is. De medewerkster roept vervolgens via het omroepsysteem [benadeelde partij 2] om. [benadeelde partij 2] opent om 20.53.32 de deur van het kantoortje waarin [benadeelde partij 1] en hij zich bevinden en steekt zijn hoofd om de hoek van de deur. Zodra verdachte en [medeverdachte 2] hem in het vizier krijgen, lopen zij naar het kantoortje. [medeverdachte 2] gaat bij de deuropening staan en verdachte gaat achter hem staan. Terwijl [medeverdachte 2] en verdachte met [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] praten, lopen [medeverdachte 1] , [zoon medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] net als [medeverdachte 3] en [naam zoon verdachte] zoekend rond waarbij zij ook door het magazijn lopen. Men was daarbij kennelijk op zoek naar [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] , omdat het overige personeel door hen werd genegeerd. Om 20.53.52 uur duwt verdachte de winkelwagentjes die voor het kantoortje staan aan de kant en doet de deur van het kantoortje verder open. Zij gaat vervolgens verbaal tekeer tegen [benadeelde partij 2] waarbij zij met een priemende wijsvinger naar hem wijst. [benadeelde partij 2] maakt een afwerende beweging. Om 20.54.00 haalt verdachte uit naar [benadeelde partij 2] . Nadat zij [benadeelde partij 1] een duw geeft, komt [medeverdachte 4] , die intussen ook naar het kantoortje is gelopen, zich ermee bemoeien. Hij sleurt [benadeelde partij 1] het kantoortje uit. Verdachte, die erbij staat als [benadeelde partij 1] het kantoortje wordt uitgetrokken, gaat vervolgens verder tekeer tegen [benadeelde partij 2] . Zij pakt hem bij zijn pols vast en geeft hem een knietje. Op datzelfde moment slaan [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] , die is komen aanrennen, [benadeelde partij 1] . [benadeelde partij 3] , die [benadeelde partij 1] te hulp wil schieten, wordt van achteren door [naam zoon verdachte] aangevallen. [benadeelde partij 3] probeert te ontkomen en wordt daarbij achternagezeten door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Om 20.54.21 uur pakt [medeverdachte 1] [benadeelde partij 1] bij zijn linkerarm vast. Even later, om 20.54.33 uur, achtervolgt [medeverdachte 1] [benadeelde partij 1] opnieuw. [medeverdachte 1] houdt [benadeelde partij 1] even later vast en [medeverdachte 3] slaat [benadeelde partij 1] vervolgens met een vuist in diens gezicht. Om 20.55.04 uur slaan zowel [naam zoon verdachte] als [medeverdachte 3] [benadeelde partij 1] . Op hetzelfde moment geeft [medeverdachte 4] elders in de winkel [benadeelde partij 2] een ‘flying kick’, die daardoor op de grond valt. [medeverdachte 4] houdt [benadeelde partij 2] vervolgens tegen de grond gedrukt. [naam zoon verdachte] en [medeverdachte 3] komen aanrennen en [naam zoon verdachte] begint de weerloos op de grond liggende [benadeelde partij 2] te schoppen. [medeverdachte 1] komt zich er ook mee bemoeien. [medeverdachte 4] geeft [benadeelde partij 2] vervolgens een vuistslag in het gezicht. Daarna gaan [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] nog verbaal tekeer tegen medewerkers van de Jumbo. Uiteindelijk verlaten de verdachten gezamenlijk de Jumbo en nemen zij buiten afscheid van elkaar.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de verdachten naar de Jumbo zijn gegaan om verhaal te halen bij [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] . [naam zoon verdachte] had verdachte immers verteld dat hij hardhandig de winkel was uitgezet en daarbij in elkaar was geslagen, waarbij hij de aanleiding voor de verwijdering uit de winkel (te weten het zelf gedurende meerdere minuten vapend door de Jumbo lopen) achterwege had gelaten. Hierop heeft verdachte contact opgenomen met [medeverdachte 4] en heeft zij hem medegedeeld dat er koppen zouden gaan rollen. Tevens heeft zij [zoon medeverdachte 2] gevraagd zijn vader te bellen. [medeverdachte 3] was op dat moment bij verdachte thuis en is ook naar de Jumbo gegaan na de versie van [naam zoon verdachte] over het voorval in de Jumbo te hebben gehoord.
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] stonden op korte afstand van elkaar te wachten voor de Jumbo ten tijde van de aankomst van de auto met verdachte, [medeverdachte 4] , [naam zoon verdachte] en [zoon medeverdachte 2] . De groep van zeven verdachten is vervolgens zonder nader overleg in homogeen verband de Jumbo in gegaan. De verdachten zijn na binnenkomst op zoek gegaan naar [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] , daarbij blijkbaar afgaand op de persoonsomschrijving zoals door [naam zoon verdachte] gegeven. Toen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] waren gevonden, zijn de verdachten vrijwel direct gewelddadig geworden waarbij verdachte de eerste klap heeft uitgedeeld. Van enige serieuze poging tot inhoudelijke communicatie vanuit de groep met [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] over hetgeen eerder op de avond zou hebben plaatsgevonden met betrekking tot [naam zoon verdachte] is niet gebleken. Van de zijde van de Jumbo-medewerkers is gedurende het gehele incident geen sprake geweest van enige vorm van agressie. Nadat de verdachten [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 3] hadden mishandeld, hebben zij gezamenlijk de Jumbo verlaten. De slotsom is dat alle verdachten een voldoende significante en wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het geweld en aldus openlijk in vereniging geweld hebben gepleegd tegen [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 3] .