ECLI:NL:RBAMS:2021:4737

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2021
Publicatiedatum
3 september 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 479
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recht op AOW-pensioen voor alleenstaande ondanks huwelijk met inwoner van Engeland

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam geoordeeld over de toekenning van een AOW-pensioen aan eiseres, die gehuwd is maar duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot, die in Engeland woont. Eiseres heeft op 29 mei 2020 een AOW-pensioen aangevraagd, waarbij zij aangaf alleen te wonen. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft echter een gehuwdenpensioen toegekend, omdat zij van mening was dat eiseres niet duurzaam gescheiden leefde van haar echtgenoot. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Svb heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft op 23 juli 2021 de zaak behandeld. Eiseres heeft gesteld dat zij en haar echtgenoot al bijna veertien jaar duurzaam gescheiden leven. Ze hebben geen gezamenlijke financiën, beschikken niet over elkaars huissleutel en onderhouden alleen sporadisch contact. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie op 17 juni 2020, de datum van de aanvraag, als bestendig was bedoeld en dat er geen aanwijzingen zijn dat de echtgenoten weer bij elkaar willen wonen. De rechtbank concludeert dat eiseres duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot en dat zij daarom recht heeft op een ongehuwdenpensioen.

De rechtbank heeft het bestreden besluit van de Svb vernietigd en de Svb opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met deze uitspraak. Tevens is de Svb veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/479

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres (hierna: [eiseres] )

(gemachtigde: mr. F.M. Meis),
en

de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder (hierna: Svb),

(gemachtigde: J.Y. van den Berg).

Procesverloop

Op 17 juni 2020 heeft de Svb aan van [eiseres] een gehuwdenpensioen toegekend op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW).
Op 14 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van [eiseres] ongegrond verklaard.
[eiseres] heeft daartegen beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaak op 23 juli 2021 behandeld op een zitting met beeld- en geluidverbinding (Skype). [eiseres] heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De Svb is zonder bericht van verhindering niet verschenen.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. [eiseres] woont in Nederland en is getrouwd met [de persoon] , die sinds
16 augustus 2007 in Engeland woont. [1]
2. Op 29 mei 2020 heeft [eiseres] een AOW-pensioen aangevraagd. Bij de aanvraag heeft [eiseres] aangegeven dat zij alleen woont. Bij de Svb is echter geregistreerd dat [eiseres] getrouwd is. Daarom moest [eiseres] een vragenformulier invullen zodat de Svb haar woonsituatie kon onderzoeken. De Svb vindt dat [eiseres] niet duurzaam gescheiden leeft van [de persoon] . Daarom ontvangt zij vanaf 17 oktober 2020 een AOW-pensioen voor een gehuwde.
3. [eiseres] is het niet eens met dit besluit en vindt dat zij recht heeft op een alleenstaandenpensioen.
4. In bezwaar is de Svb bij zijn besluit gebleven. Daarom vraagt [eiseres] nu een oordeel van de rechtbank.
Standpunt van [eiseres]
5. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat zij weliswaar nog gehuwd is met [de persoon] , maar dat zij duurzaam gescheiden van elkaar leven, waardoor zij ten onrechte een AOW-pensioen voor een gehuwde ontvangt. [de persoon] woont sinds 16 augustus 2007 in Engeland. Zij hebben beiden een eigen woning, zijn financieel onafhankelijk van elkaar en zullen in de toekomst niet meer gaan samenwonen. Zij zien elkaar eens in de twee tot drie maanden een weekend en gaan één keer per jaar twee weken op vakantie. Hun relatie is strikt platonisch. Verder hebben zij dagelijks telefonisch contact vanwege een psychische aandoening van [de persoon] . [eiseres] onderhoudt vriendschappelijk contact met [de persoon] , maar verleent hem geen zorg. Door dit contact kan [eiseres] ervoor zorgen dat [de persoon] indien nodig de juiste hulp krijgt. Zij belt dan bijvoorbeeld iemand op in Engeland die [de persoon] kan helpen. [eiseres] is alleen nog getrouwd met [de persoon] omdat een scheiding zijn psychische toestand zou verslechteren. Al deze feiten en omstandigheden leiden er volgens [eiseres] toe dat zij duurzaam gescheiden leeft van [de persoon] en dat zij daarom recht heeft op een ongehuwdenpensioen.
Beoordeling door de rechtbank
6. In geschil is of [eiseres] en [de persoon] op 17 juni 2020 duurzaam gescheiden leefden.
7. Degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij is gehuwd, wordt voor de AOW als ongehuwd aangemerkt. [2] Volgens vaste rechtspraak [3] is van duurzaam gescheiden leven van gehuwden sprake als de echtelijke samenleving is geëindigd door de wil van één of beide echtgenoten, zij ieder afzonderlijk hun eigen leven leiden alsof zij niet getrouwd zijn en het de bedoeling van ten minste één van beide echtgenoten is dat die situatie blijvend is. In het algemeen kan worden aangenomen dat na het sluiten van een huwelijk betrokkenen de intentie hebben om een vorm van echtelijke samenleving aan te gaan. Er kan echter vanaf de huwelijksdatum sprake zijn van een situatie waarin men duurzaam gescheiden van elkaar leeft. Dit moet dan ondubbelzinnig blijken uit de feiten en omstandigheden. [4] Daarbij zijn de redenen waarom de echtelijke samenleving niet, nog niet, niet langer of niet opnieuw is verbroken, niet relevant voor de beoordeling of men duurzaam gescheiden van elkaar leeft. [5]
8. De rechtbank stelt vast dat de toestand op 17 juni 2020 door beide echtgenoten als bestendig is bedoeld. Die toestand duurde al bijna veertien jaar en er zijn geen aanwijzingen dat de echtgenoten weer bij elkaar willen wonen. De rechtbank vindt daarom beslissend of ieder afzonderlijk zijn eigen leven leidt als ware hij niet met de ander gehuwd.
9. De rechtbank is van oordeel dat [eiseres] en [de persoon] duurzaam gescheiden van elkaar leven, waardoor [eiseres] als ongehuwde moest worden aangemerkt voor de AOW. Zij wonen al veertien jaar niet meer bij elkaar en beschikken niet over elkaars huissleutel. Ook zijn de financiën van [eiseres] en [de persoon] volledig van elkaar gescheiden en is er tussen de echtgenoten geen sprake van wederzijdse zorg. Naar het oordeel van de rechtbank vormen deze omstandigheden voldoende grondslag voor de conclusie dat sprake is van een duurzaam gescheiden leven. [6]
10. Dat [eiseres] en [de persoon] nog regelmatig contact met elkaar hebben, wijst niet in een andere richting. Zij bellen elkaar dagelijks. Als dit dagelijks contact al gezien kan worden als zorg voor [de persoon] , dan is die zorg in ieder geval niet wederzijds. Verder spreken zij eens in de twee tot drie maanden een weekend af en gaan zij twee keer per jaar twee weken op vakantie. Zij slapen dan niet samen en ondernemen samen geen activiteiten. Dit alles gaat naar het oordeel van de rechtbank niet uit boven het niveau van een normaal sociaal contact.
Conclusie
11. De rechtbank concludeert dat de Svb ten onrechte vindt dat [eiseres] per
17 juni 2020 niet duurzaam gescheiden leefde van [de persoon] en dat haar AOW-pensioen ten onrechte is toegekend naar de norm van een gehuwde.
12. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de Svb op om binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
13. De rechtbank bepaalt verder dat de Svb het door [eiseres] betaalde griffierecht van € 48,- aan haar vergoedt. Ook veroordeelt de rechtbank de Svb in de proceskosten die [eiseres] heeft gemaakt. De rechtbank stelt dit vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van
€ 748,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit van 14 januari 2021;
  • draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • draagt de Svb op het betaalde griffierecht van € 48,- aan [eiseres] te vergoeden;
  • veroordeelt de Svb in de proceskosten van [eiseres] tot een bedrag van € 1.496,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.M. Mazurel, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Als hoger beroep is ingesteld, kan daar worden verzocht om een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.[eiseres] en [de persoon] zijn op het moment dat de rechtbank uitspraak doet van elkaar gescheiden. In deze uitspraak spreekt de rechtbank nog over ‘echtgenoten’, omdat de rechtbank kijkt naar de situatie zoals die was op 17 juni 2020. Toen waren [eiseres] en [de persoon] nog getrouwd.
2.Dit volgt uit artikel 1, derde lid, aanhef en onder b, van de AOW.
3.Zie bijvoorbeeld de uitspraak de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 17 januari 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:171 en het arrest van de Hoge Raad van 11 juni 2020, ECLI:NL:HR:2010:BL7267.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Raad van 13 januari 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:172 en 1 november 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3568.
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Raad van 2 april 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1277 en van 3 april 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1093.
6.Zie ook de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 5 november 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK3382