ECLI:NL:PHR:2025:86
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanhoudingsverzoek in hoger beroep met betrekking tot bedreiging met zware mishandeling en verkrachting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte die door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling, bedreiging met verkrachting, en andere geweldsdelicten. De verdachte is bij arrest van 7 oktober 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 65 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk. De verdachte heeft cassatie ingesteld en zijn advocaat heeft twee middelen van cassatie voorgesteld. Het eerste middel betreft een bewijsklacht over de bewezenverklaring van de bedreiging met zware mishandeling. Het tweede middel betreft de afwijzing van een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak tijdens de zitting op 7 oktober 2022. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek niet begrijpelijk is gemotiveerd, omdat het hof niet voldoende heeft onderbouwd waarom de verdachte al op de hoogte was van de zitting, gezien de dagvaarding niet in persoon was uitgereikt. De conclusie van de advocaat-generaal strekt tot vernietiging van het arrest en terugwijzing van de zaak naar het hof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek onbegrijpelijk is en dat de belangen van de verdachte niet voldoende zijn meegewogen. De zaak wordt terugverwezen naar het hof voor een nieuwe behandeling.