2.3De bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde steunt op de volgende bewijsmiddelen, die zijn opgenomen in een aanvulling als bedoeld in art. 365a juncto 415 Sv:
“
Ten aanzien van het bewezenverklaarde onder feit 1 en feit 2
1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 191031.1203, afgesloten d.d. 27 november 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1361-1363 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
In dit proces-verbaal worden de uitgaven die door de verdachte [verdachte] in de onderzoeksperiode zijn gedaan uiteengezet.
BMW 435i coupé:
Aankoop
Uit het onderzoek is gebleken dat de verdachte [verdachte] de beschikking had over een BMW personenauto, type 435i coupe, voorzien van kenteken [kenteken 1] . Dit blijkt een vanuit Duitsland geïmporteerde auto te zijn. Gedurende het onderzoek is het vermoeden ontstaan dat deze personenauto feitelijk het eigendom van de verdachte [verdachte] was, ondanks het feit dat het kenteken van dit voertuig op naam van de verdachte [medeverdachte 1] was gesteld.
Uit de Duitse autopapieren die bij deze auto hoorden, is gebleken dat dit voertuig op 16 augustus 2018 op naam van verdachte [medeverdachte 1] is gekomen.
Uit dit verhoor en uit veiliggestelde gegevens uit de telefoon van de verdachte [medeverdachte 1] , kan blijken dat de verdachte [verdachte] €30.000,- voor deze auto heeft betaald.
Aangezien er geen mogelijkheid was voor [verdachte] dit voertuig giraal te betalen, kan het niet anders zijn dan dat dit voertuig met contant geld is betaald.
Uit de verklaring van 3 september 2019 van de verdachte [medeverdachte 1] kan blijken dat de verdachte [verdachte] hem gevraagd heeft deze auto op naam te zetten, maar dat [verdachte] de eigenaar van deze auto is.
Uit gevorderde rekeningafschriften van de verdachte [medeverdachte 1] , blijkt dat er op 22-10 2018 een contante storting van €3.090,- op zijn rekening plaatsvond. Vervolgens blijkt dat erop 24-10-2018 een bedrag van €3.067,- werd overgeboekt naar de Belastingdienst/Douane. Deze overboeking heeft te maken met de import van deze auto in Nederland en het verkrijgen van een Nederlands kenteken bij deze auto. De verdachte [medeverdachte 1] verklaarde dat het geld voor de storing afkomstig was van de verdachte [verdachte] .
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 190731.0808, afgesloten d.d. 27 augustus 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1369-1373 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Voornamen: [...]
Achternaam: [verdachte]
[...]
Adres: [a-straat 1]
Postcode: [...]
Plaats: [...]
In het belang van het onderzoek is in dit voertuig een OVC geplaatst. Uit waarnemingen, controles en de opnames van vertrouwelijke communicatie in dit voertuig, blijkt dat de verdachte [verdachte] als heer en meester over dit voertuig beschikt. Feitelijk werd dit voertuig alleen door hem gebruikt en bestuurd.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , proces-verbaalnummer 191014.0739, afgesloten d.d. 15 oktober 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 4] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1422-1433 van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] inhoudende:
V: Wat kunt u, vanaf het allereerste begin dat u bij deze auto betrokken raakte, over deze auto vertellen?
A: Het was een vriendendienst of ik even die auto op mijn naam wilde hebben. Het werd in de groep gezegd en ik heb toen gezegd dat ik dat wel wilde doen.
V: Welke rol speelde u in de koop van deze auto?
A: [verdachte] kon de auto om de een of andere reden niet op zijn naam zetten. Ik heb hem toen mijn ID bewijs daarvoor gegeven.
V: Wie heeft de auto betaald?
A: [verdachte]
O: Hoe kan het dan dat u op 5 april 2019 met telefoonnummer [telefoonnummer 1] via WhatsApp contact heeft met een persoon met de naam [betrokkene 1] . Deze [betrokkene 1] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
U vraagt in de app aan deze [betrokkene 1] of hij ook auto’s koopt. Als [betrokkene 1] dit bevestigt appt u, dat u een BMW 435 wil verkopen
V: Kunt u zich dit gesprek nog herinneren?
A: Ik weet dat zijn vader een autobedrijf heeft. Ik kan me dit gesprek nog wel herinneren.
O: In diezelfde app zegt u: “van maatje van me, hebben we ong halfjaar geleden gekocht in Duitsland voor 3K".
Hierna verbetert u uzelf en appt 30K.
V: Met wie moet je hier overleggen?
A: Dat was omdat ik het voorstel met [verdachte] wilde overleggen. [...] Ik heb toen weer besproken dat ik de BMW wilde verkopen. Of het nu telefonisch besproken is of tijdens dat bezoek. Hij was het toen wel eens over de verkoop van de auto.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 1] van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, raadsheer-commissaris in strafzaken, zittingsplaats Arnhem, d.d. 23 januari 2023, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van getuige [medeverdachte 1] :
Klopt het dat de personenauto BMW [kenteken 1] op uw naam stond geregistreerd in periode augustus 2018 tot augustus 2019?
Ik weet niet precies een datum, maar het zou wel kunnen kloppen. Dat ie op mijn naam stond weet ik zeker.
U raadsheer-commissaris vraagt mij of [verdachte] een rol had met betrekking tot de auto. Ik had die auto op mijn naam. De auto was niet van mij. Ik heb de auto op naam gehad op verzoek van [verdachte] .
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte, proces-verbaalnummer 190829.1113, afgesloten d.d. 2 september 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 5] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 6] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1401-1405 van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
Momenteel hebben wij een Audi A3.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, documentcode 11801002, afgesloten d.d. 20 september 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] , hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam en [verbalisant 7] , hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam, (p. 1444-1464 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Op maandag 2 september 2019 te 09:28 uur startten wij de doorzoeking van de personenauto van het merk Audi, type A3 voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Hierbij werden meerdere goederen aangetroffen.
■ Een ogenschijnlijke koopovereenkomst tussen [C] (Duitsland) en [medeverdachte 1] betreffende een BMW 435i ter waarde van 30.000 euro met als datumvermelding 11 augustus 2018.
■ Een RDW keuringsrapport van een voertuig voorzien van het kenteken [kenteken 1] van het merk BMW, type 435i.
7. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, procesverbaalnummer 191103-1414, afgesloten d.d. 27 november 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie eenheid Oost-Nederland, (p. 1359-1360 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Uit gevorderde gegevens bij het ICOV en de Sociale dienst van Amsterdam is het legale inkomen en het legale beginvermogen van de verdachte [verdachte] bepaald. Uit belastinggegevens blijkt dat voorafgaand aan 1 januari 2018 de verdachte geen legaal inkomen had. Vanaf april 2018 had [verdachte] een klein inkomen uit een bijstandsuitkering van de gemeente Amsterdam. De bijstandsuitkering werd op 15-01-2019 opgeschort. Volgens belastinggegevens ontving hij in 2018 €3.696 netto. Op 20-05-2019 kwam hij opnieuw in aanmerking voor een bijstandsuitkering. Teruggerekend ontving [verdachte] in 2018, in 10 maanden ruim €3.500-, dit is ca. €350,- per maand. In de gehele onderzoeksperiode ontving hij dus ongeveer €3.850, oftewel 11 maal een maandelijkse bijstandsuitkering. Omstreeks 16 april 2018 is door de sociale dienst van de gemeente Amsterdam het vermogen van [verdachte] vastgesteld op €708,66 negatief. Ervan uitgaande dat de verdachte [verdachte] op 16 april 2018 voor het eerste maal een uitkering van €350,- ontving en vervolgens op 16 mei 2018, 16 juni 2018 en 16 augustus 2018 en dat hij al dit geld contant heeft bewaard, zonder daar iets van uit te geven, kon hij op 16 augustus 2018 over een totaal legaal inkomen van 5 maal €350,- beschikken, dus in totaal €1.750,-.
Ten aanzien van het bewezenverklaarde onder feit 2 primair voorts
1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 191031.1203, afgesloten d.d. 27 november 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1361-1363 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
BMW 435i coupé:
Uit dit verhoor en uit veiliggestelde gegevens uit de telefoon van de verdachte [medeverdachte 1] , kan blijken dat de verdachte [verdachte] €30.000,- voor deze auto heeft betaald.
Uit gevorderde rekeningafschriften van de verdachte [medeverdachte 1] , blijkt dat er op 22-10 2018 een contante storting van €3.090,- op zijn rekening plaatsvond. Vervolgens blijkt dat erop 24-10-2018 een bedrag van €3.067,- werd overgeboekt naar de Belastingdienst/Douane. Deze overboeking heeft te maken met de import van deze auto in Nederland en het verkrijgen van een Nederlands kenteken bij deze auto. De verdachte [medeverdachte 1] verklaarde dat het geld voor de storing afkomstig was van de verdachte [verdachte] .
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , proces-verbaalnummer 190903.0905, afgesloten d.d. 3 september 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 4] . inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1408-1421 van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] inhoudende:
O: Op 22-10-2018 wordt er €3.090 op rekening [rekeningnummer 1] gestort.
V: Waarom werd dit bedrag op de rekening gestort?
A: dat zou dan met die auto te maken moeten hebben. [...]
V: Waar kwam dit geld vandaan?
A: Dat geld heb ik dan gehad van hem, of hij heeft het zelf gestort dat ik hem mijn pasje heb gegeven. Hem is die jongen en die jongen is [verdachte] .
V: Wie is [betrokkene 2]
A: Ik weet niet of ze een relatie hebben maar ze is een soort vriendin van [verdachte]
O: Ik wil je het volgende voorlezen
Sessienr: 7100 14-04-2019 21:20:52 [betrokkene 2] NNV1093
Samenvatting:
Sociaal gesprek, [verdachte] laat niets van zich horen en NNV zegt niets meer zeggen of doen [betrokkene 2] zegt hij mag zelfs buiten de deur neuken en hij teert op de mensen die vorig jaar op hem hebben geteerd. Die [medeverdachte 1] waar hij die auto van heeft die jood, dat is diegene die hem nu sponsort als hij echt niets heeft dan rijdt hij naar [plaats] en vraagt pin geld.
O: Uit dit gesprek maken wij op dat jij regelt dat [verdachte] over geld kan beschikken. Hoe werkt dat?
A: [...] als iemand een vriend van je is dan vindt je het niet erg om eten voor iemand te kopen of geld te lenen.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verdenking, proces-verbaalnummer 190425. 1257, afgesloten d.d. 8 mei 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1387-1390 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Overige handelingen
TA0122 sessie 7100, 14-04-2019 21:20
Uit dit gesprek tussen de vriendin van verdachte [verdachte] , [betrokkene 2] , en een NN vrouw kan blijken dat verdachte [medeverdachte 1] geld pint voor de verdachte [verdachte] .
Het is aannemelijk dat de verdachte [medeverdachte 1] geld opneemt van zijn bankrekening ten behoeve van de verdachte [verdachte] . Uit een analyse van de bankrekeningen van de verdachte [medeverdachte 1] is gebleken dat hij veelvuldig, bedragen bijgeschreven krijgt die afkomstig zijn van personen met antecedenten en waarvan uit het onderzoek is gebleken dat zij zich bevinden in de periferie van de criminele organisatie die zich bezig houdt met plofkraken, zonder dat op dit moment inzichtelijk is of al die personen daadwerkelijk deel uitmaken van die organisatie. Wat verder opvalt is dat die bedragen meestal dezelfde dag nog contant worden opgenomen vanaf de rekeningen van verdachte [medeverdachte 1] . Deze analyse komt sterk overeen met wat de vriendin van de verdachte [verdachte] in dit gesprek zegt.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 191028.0855, afgesloten d.d. 28 oktober 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 3] , brigadier van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1540-1541 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Op maandag 21 oktober 2019 vervoegden wij ons in het bedrijfspand van [A] .
De getuige [getuige 2] , vertelde ons dat [verdachte] sinds november 2018 klant bij hen was.
Uit de debiteurenadministratie van [A] bleek het volgende:
Op 30-11-2018 is factuur [0001] a €7.844,94 per kas betaald.
Op 10-12-2018 is factuur [0002] a €512,24 per kas betaald.
Op 10-12-2018 is factuur [0003] a €450,- per kas betaald.
Een andere werknemer van [A] , getuige [getuige 3] , verklaarde dat de betaling van factuur [0001] aan hem was gedaan en dat het geldbedrag hoofdzakelijk uit bankbiljetten van €50,- bestond.
5. Het in de wettelijk vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 190827.1449, afgesloten d.d. 27 augustus 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 8] , brigadier van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1614-1616 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Het speciale verzoek was om op het Instagram account van [verdachte] te kijken. Ik zag dat er een story was gepost met de naam " [naam 1] ”.
De foto’s en filmpjes waren geüpload naar Instagram tussen 12 november 2018 en 16 november 2018.
Ik zie op deze filmpjes dat [verdachte] , kennelijk kamer [...] of [...] van het [...] Hotel [...] in de "Burj Khalifa" binnengaat.
Op meerdere filmpjes die geüpload zijn van 13-11-2018 t/m 16-11-2018 zie ik [verdachte] als bestuurder danwel kennelijk als huurder van een Lamborghini [...]. Het vermoeden is dan ook dat hij minstens voor 4 dagen deze auto heeft gehuurd.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , proces-verbaalnummer 191017.1130, afgesloten d.d. 21 oktober 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 3] , brigadier van politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1481 1484 van het politiedossier) voor zover - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige [getuige 1] inhoudende:
V: Wij hebben vastgesteld dat jullie in november 2018 samen met vakantie naar Dubai zijn geweest, wat kun je daarover vertellen?
A: Dat klopt, eind 2018, volgens mij in november zijn we in Dubai geweest.
V: Welk hotel heb je geboekt?
A: Dat was [...] . We hebben 1 kamer voor ons tweeën geboekt.
V: Wat waren de kosten van het hotel?
A: Dat weet ik niet, ik heb dit niet betaald.
V: Wie dan?
A: [verdachte] heeft betaald
V: Hoe deden jullie je uitgaven?
A: Alles is contant betaald.
V: Uit ons onderzoek is gebleken dat jullie in Dubai in een Lamborghini hebben gereden, wat kun je daarover vertellen?
A: Ik heb de huur voor die auto niet betaald.
V: Dan blijft alleen de mogelijkheid over dat [verdachte] dat betaald heeft.
V: Klopt dat?
A: Dat is correct.
V: Hoeveel dagen hebben jullie de beschikking gehad over deze auto?
A: Volgens mij 3 dagen.
7. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal deelonderzoek witwassen, proces-verbaalnummer 191030.1441, afgesloten d.d. 27 november 20 19, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , inspecteur van, politie Eenheid Oost-Nederland, (p. 1354-1358 van het politiedossier), zakelijk weergegeven:
Door mij is een eenvoudige korte kasopstelling gemaakt, waarin de ontvangsten en uitgaven met elkaar gesaldeerd worden. Hiermee wordt onmiddellijk inzichtelijk of de verdachte [verdachte] op een bepaald moment in staat was uitgaven te doen vanuit zijn legale ontvangsten. Een tabel waarin dit is uitgewerkt wordt hieronder opgenomen.
Uiteindelijk heeft de verdachte [verdachte] in de periode van 16-04-2018 tot en met 25-02-2019 €44.447,18 aan contant geld uitgegeven, zonder dat daar legale ontvangsten tegenover stonden. Het kan daarom niet anders zijn dat dat dit geld uit een andere, vermoedelijk criminele, bron van inkomsten is gekomen.
8. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , proces-verbaalnummer 191014.0739, afgesloten d.d. 15 oktober 2019, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 4] , inspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland. (p. 1422-1433 van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] inhoudende:
V: Wat kunt u, vanaf het allereerste begin dat u bij deze auto betrokken raakte, over deze auto vertellen?
A: Het was een vriendendienst of ik even die auto op mijn naam wilde hebben. Het werd in de groep gezegd en ik heb toen gezegd dat ik dat wel wilde doen.
V: Welke rol speelde u in de koop van deze auto?
A: [verdachte] kon de auto om de een of andere reden niet op zijn naam zetten, Ik heb hem toen mijn ID bewijs daarvoor gegeven.
V: Met wie moet je hier overleggen?
A: Dat was omdat ik het voorstel met [verdachte] wilde overleggen. [...] Ik heb toen weer besproken dat ik de BMW wilde verkopen. Of het nu telefonisch besproken is of tijdens dat bezoek. Hij was het toen wel eens over de verkoop van de auto.”