Conclusie
de werkneemster(eiseres tot cassatie) respectievelijk
Samsung(verweerster in cassatie).
1.Inleiding
burn-outen depressie heeft gekregen door de werkomstandigheden bij Samsung, haar voormalige werkgeefster. Die zouden eruit hebben bestaan dat de werkneemster door haar manager is gepest, vernederd en geïntimideerd, dat het onderzoek over haar klacht daarover onzorgvuldig is uitgevoerd, en dat Samsung niet goed is omgegaan met haar arbeidsongeschiktheid. In deze procedure stelt de werkneemster Samsung aansprakelijk voor de als gevolg daarvan door haar geleden en nog te lijden schade. Het hof heeft, evenals de rechtbank, de vorderingen afgewezen. Het hof heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de werkneemster werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk waren voor haar gezondheid, dat Samsung bij gebreke van dergelijke schadelijke werkomstandigheden haar zorgplicht dienaangaande ook niet heeft geschonden, en dat Samsung ook overigens haar zorgplicht jegens de werkneemster niet heeft geschonden. In cassatie klaagt de werkneemster dat het hof het beoordelingskader van art. 7:658 BW heeft miskend, althans dat het hof op onjuiste dan wel onbegrijpelijke wijze toepassing heeft gegeven aan de zgn. ‘arbeidsrechtelijke omkeringsregel’. Volgens het middel heeft het hof verder nagelaten te beoordelen of de door de werkneemster aangevoerde schadelijke werkomstandigheden in onderling verband en samenhang bezien maken dat sprake is van een zorgplichtschending door Samsung, dan wel dat Samsung in strijd met goed werkgeverschap of onrechtmatig heeft gehandeld. In het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep klaagt Samsung dat het hof ten onrechte tot uitgangspunt heeft genomen dat de werkneemster in hoger beroep nog steeds haar art. 7:611 BW vorderingsgrondslag baseerde op dezelfde feiten als haar art. 7:658 BW vorderingsgrondslag en dat zij art. 6:162 BW als zelfstandige vorderingsgrondslag naast art. 7:658 BW handhaafde. Volgens het middel heeft het hof aldus de negatieve zijde van de devolutieve werking van het hoger beroep miskend.
2.Feiten
Head of Product Managementtegen een salaris van afgerond € 9.728,-- bruto per maand exclusief emolumenten voor 40 uur per week. Zij rapporteerde tot 1 februari 2019 rechtstreeks aan [betrokkene 1] (hierna:
[betrokkene 1]), destijds
CEOen leidinggevende van de divisie
Sales & Marketingvan Samsung.
airconditionings,
climate systemsen aanverwante producten en diensten. Samsung, onderdeel van het wereldwijde Samsung-concern, is in 2017 opgericht en is gevestigd op Schiphol.
counsellor’. Verder wordt in het artikel verwezen naar de bijgevoegde ‘
Flowchart Mobbing’, waarin de verschillende processtappen staan. Onderdeel van het handboek is ook een
Code of Conduct, waarin staat dat de werknemers van Samsung moeten bijdragen aan een veilige en gezonde werkomgeving en zich moeten onthouden van gedrag dat een veilige en gezonde werkomgeving kan ondermijnen, zoals intimidatie, discriminatie of vriendjespolitiek.
[betrokkene 2]), de
Vice President Customer Services, Pre-Sales and Business Development, omdat het toch niet mogelijk/wenselijk was twee functies te combineren. [betrokkene 2] was bij dit gesprek aanwezig.
HR Business Partnervan Samsung gedeeld.
HRen de
CFOvan Samsung:
HReen gesprek met de werkneemster gehad, waarin de klachtenregeling van Samsung met haar is besproken. Daarbij is het verschil toegelicht tussen een informele en een formele klachtafhandeling, waarbij de informele route bestaat uit interviews met de werkneemster en [betrokkene 2] , gehouden door
HRen
Legaldie als vertrouwenspersoon zijn aangewezen, en de formele route uit interviews met alle betrokken partijen, waarbij alles schriftelijk wordt vastgelegd en er een ‘
external counsel’ kan worden betrokken. In de e-mail van 23 januari 2019, waarin het voorgaande aan de werkneemster is bevestigd, is ook vermeld dat de communicatie over de wijziging van de rapportagelijnen nog even zou worden uitgesteld.
HRheeft diezelfde dag aan de werkneemster bevestigd dat het formele traject in gang zou worden gezet, met als eerste stap een interview tussen de werkneemster, het Hoofd
Legalen het Hoofd
HR.
HRen het Hoofd
Legalplaatsgevonden. De werkneemster heeft in het interview aangegeven dat er meer incidenten met [betrokkene 2] zijn geweest die voor haar aanleiding waren een klacht tegen hem in te dienen. Op verzoek van het Hoofd
HRen het Hoofd
Legalheeft de werkneemster op 4 februari 2019 die (vijf) eerdere incidenten op papier gezet.
approvals’ aan [betrokkene 2] door te sturen. Omdat de werkneemster hieraan geen gehoor gaf, heeft [betrokkene 2] haar in een e-mail van 5 maart 2019 nogmaals gevraagd dit te doen en daarbij vermeld de aanpassing door
ITte laten verrichten als zij daartoe door haar ziekte niet in staat was. De werkneemster heeft deze e-mail van [betrokkene 2] op 7 maart 2019 doorgestuurd aan [betrokkene 1] en hem bericht:
HRhaar op 11 februari 2019 laten weten dat de arbodienst van Samsung, Arboned, telefonisch contact zou opnemen. Nadat Arboned de werkneemster had uitgenodigd voor een afspraak op 27 februari 2019 in Den Haag, heeft zij het hoofd
HRbij e-mail van 25 februari 2019 laten weten dat zij door een bedrijfsarts uit haar woonplaats moet worden gezien. Het Hoofd
HRheeft hierop op 27 februari 2019 geantwoord dat zij zich niet had gerealiseerd dat de werkneemster niet in staat was te reizen en dat zij een telefonische afspraak met de bedrijfsarts zou regelen. Zij heeft daarbij erop gewezen dat de werkneemster verplicht was medewerking te verlenen aan de arbodienst. Bij e-mail van 28 februari 2019 heeft de werkneemster zich expliciet op het standpunt gesteld dat zij een grensarbeider is en daarom het recht heeft door een arts in België te worden gezien. Nadat Samsung op 11 maart 2019 nogmaals, een disciplinaire maatregel in het vooruitzicht stellend, heeft aangedrongen op een telefonisch contact met Arboned, heeft de advocaat van de werkneemster Samsung bij brief van 29 maart 2019 gemaand de rechten van de werkneemster als grensarbeider te erkennen. Deze advocaat heeft tevens te kennen gegeven dat het opstellen en uitwisselen van een Plan van Aanpak in verband met de gezondheidstoestand van de werkneemster alleen schriftelijk kon plaatsvinden. Verder heeft zij laten weten dat de re-integratie op dat moment de meeste urgentie had:
Legalen
HRhem kort na 21 januari 2019 hebben geïnformeerd over de klacht van de werkneemster en dat zij hebben aangekondigd dat hij daarover formeel zou worden gehoord. Hij heeft verder vermeld dat hij is geïnformeerd over de aanvullende klachten en dat hem is medegedeeld dat het onderzoek zou worden voortgezet als de werkneemster weer in staat was daaraan deel te nemen.
3.Procesverloop
In eerste aanleg
de kantonrechter). De werkneemster heeft gevorderd dat de kantonrechter:
primairten grondslag gelegd dat haar ziekte een rechtstreeks gevolg is van de werkomstandigheden en dat Samsung haar zorgplicht heeft geschonden, zodat Samsung op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te lijden schade. De werkneemster heeft
subsidiairaan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat Samsung aansprakelijk is op grond van art. 7:611 BW doordat Samsung niet als goed werkgever heeft gehandeld door (i) haar te verplichten om nauw met [betrokkene 2] samen te werken ondanks duidelijk kenbaar gemaakte bezwaren, (ii) haar niet serieus te nemen in haar klachten, (iii) geen Ondernemingsgraad in te stellen, (iv) geen (onafhankelijke) vertrouwenspersoon te benoemen, (v) de
Flowchart Mobbingniet te volgen, (vi) het formele onderzoek niet af te ronden, (vii) de vertrouwelijkheid te schenden door [betrokkene 1] in de klachtafhandeling te betrekken, (viii) van haar te verlangen dat zij één op één het gesprek met [betrokkene 2] zou aangaan, (ix) haar tegen te werken in het proces rondom haar ziekmelding, en (x) de bedrijfsarts niet te informeren over de status als grensarbeider. De werkneemster heeft
meer subsidiairaan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat Samsung aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW, omdat Samsung onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door de
reporting line changeondanks bezwaren van de werkneemster door te zetten, het formele onderzoek niet af te ronden en de werkneemster te verplichten zelf het gesprek met [betrokkene 2] aan te gaan. [2]
Is Samsung aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW? Nee’ heeft de kantonrechter het volgende tot uitgangspunt genomen:
reporting line changein december 2018;
meeting roomweg te lopen. Niet is komen vast te staan dat [betrokkene 2] in het gesprek op agressieve toon tegen de werkneemster heeft gepraat. Ook de uitlatingen van [betrokkene 2] dat, wanneer de werkneemster zou blijven weigeren de wijziging in rapportagelijnen aan haar team te communiceren en dat [betrokkene 2] , als de werkneemster hem niet wilde vertellen waarover zij met [betrokkene 1] had gesproken, hij hem zelf wel zou bellen, zijn onvoldoende om van intimidatie, vernederingen of pesterijen te kunnen spreken. (r.o. 5.12)
burn-outzijn uitgevallen, is door Samsung gemotiveerd weerlegd. De door de werkneemster overgelegde e-mails waaruit blijkt dat twee werkneemsters van Samsung zich in 2018 hebben ziekgemeld, levert onvoldoende bewijs op voor haar stelling. (r.o. 5.14)
het hof). Zij heeft, samengevat, geconcludeerd dat het hof het vonnis vernietigt en haar in eerste aanleg ingediende vorderingen alsnog toewijst. De werkneemster heeft in aanvulling op die vorderingen het hof verzocht Samsung te veroordelen tot betaling van de door haar gemaakte juridische kosten van € 13.008,26 ter vaststelling van haar grensarbeiderschap. Zij heeft verder verzocht Samsung te veroordelen in de proceskosten van beide instanties, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Incidenten met [betrokkene 2] : geen pesterijen, vernederingen en intimidatie
counsellor” en de “
trust person”, beide genoemd in artikel 3.15 van de
Code of Conduct, dezelfde persoon is. Het is echter voor [de werkneemster] voldoende duidelijk geweest bij wie zij met haar klacht terecht kon en wie het onderzoek zou uitvoeren. Zij heeft zich immers op eigen initiatief tot HR gewend en HR heeft haar al op 23 januari 2019 bericht dat “
the interviews shall be done by HR and Legal, because those departments are pointed out as trust persons in this company (…)”. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom de rol van vertrouwenspersoon naar zijn aard niet verenigbaar is met de rol van HR medewerker of juridisch adviseur. [De werkneemster] verwijt Samsung verder dat deze het bestuur voortijdig heeft geïnformeerd over de klacht. HR en Legal hebben [de werkneemster] echter duidelijk geïnformeerd over het voornemen het bestuur (volledig) op de hoogte te stellen van de klacht, zoals blijkt uit het overgelegde verslag van HR en Legal van het gesprek van 24 januari 2019, waarin dit expliciet is aangekondigd bij de “
Next steps”. [De werkneemster] heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Daar komt bij dat [de werkneemster] de e-mail van 21 januari 2019 ook zelf heeft gericht aan één van de leden van het bestuur.
het arrest). Samsung heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep en heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De werkneemster heeft geconcludeerd tot verwerping van dat beroep. Partijen hebben hun standpunten vervolgens schriftelijk doen toelichten. De werkneemster heeft gerepliceerd.
4.Bespreking van het cassatiemiddel
burn-outis vaak niet alleen de vraag naar feitelijke veroorzaking (komt het door het werk?), maar ook die naar het bestaan en de schending van een norm onderwerp van debat (is een norm geschonden die beoogt te beschermen tegen
burn-out?). [17] Psychische aandoeningen kunnen immers niet alleen verschillend van aard zijn en uiteenlopende oorzaken hebben, ook kan daarbij een vraag zijn welke zorg precies van de werkgever mocht worden verwacht ten aanzien van de geestelijke gezondheid van de werknemer. [18]
burn-outof depressie als gevolg van een personeelsbeslissing geen tussen de normschending en de verwezenlijking van het risico gelegen gebeurtenis: de gevolgen moeten direct worden herleid tot de normschending, waardoor vaststelling van causaal verband en normschending als ware ineenvloeien. Kwalificeren de door de werknemer aangedragen omstandigheden niet als normschending, dan zal vaak eenvoudig ook kunnen worden aangenomen dat de werkgever heeft aangetoond dat hij zijn zorgplicht is nagekomen.
burn-out.
de werknemeris om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, waarna het, als dit is aangetoond althans aannemelijk is geworden, aan
de werkgeveris om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Door te overwegen dat het aan de werkneemster is om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit volgt dat zij heeft gewerkt onder schadelijke werkomstandigheden en/of dat het (dus) aan haar is om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat Samsung één of meer normen van art. 7:658 lid 1 BW heeft geschonden, heeft het hof volgens het onderdeel te strenge eisen gesteld aan hetgeen een werknemer moet stellen, en zo nodig dient te bewijzen. Het onderdeel stelt dat het ingevolge het systeem van art. 7:658 BW immers niet aan de werknemer is om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat deze heeft gewerkt onder schadelijke werkomstandigheden en/of dat de normen van art. 7:658 lid 1 BW
welzijn geschonden, maar dat het aan de werkgever is om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat deze normen
nietzijn geschonden. Aldus heeft het hof volgens het onderdeel in r.o. 4.10 niet kunnen concluderen dat Samsung haar zorgplicht niet heeft geschonden omdat “niet is komen vast te staan” dat de werkneemster werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk waren voor haar gezondheid. Het onderdeel stelt dat het hof, anders gezegd, heeft miskend dat
het enigedat de werkneemster behoefde te stellen, en bij een voldoende gemotiveerde betwisting zou moeten bewijzen, was dat zij in de uitoefening van de werkzaamheden (gezondheids)schade heeft geleden. Zij hoefde, zo besluit de rechtsklacht, niet te stellen (en te bewijzen) hoe zij die schade heeft geleden, noch dat Samsung haar zorgverplichting niet is nagekomen.
burn-outof depressie allerminst evident is dat deze het gevolg is van een normschending door de werkgever. Die onzekerheid heeft enerzijds betrekking op de causaliteitsvraag (komt het door het werk of door aan het werk geheel of gedeeltelijke externe oorzaken, waaronder begrepen de aanleg van de werknemer?) en anderzijds op de normschending (is er een oorzaak aan te wijzen die als tekortkoming valt te duiden?). In dat licht is het niet vreemd dat het debat tussen partijen en de oordelen van de rechters zich hebben geconcentreerd op de vraag of de
burn-outen depressie aan (objectief) schadelijke werkomstandigheden kunnen worden toegeschreven. Kantonrechter en hof zijn niettemin uitvoerig ingegaan op de mogelijke tekortkomingen en hebben daarbij mijns inziens geen regel van stelplicht en bewijslast miskend. Ik licht dat toe door hierna het partijdebat en de in feitelijke instanties gegeven oordelen nog eens langs te lopen.
burn-outen depressie heeft gekregen door de werkomstandigheden, die er onder andere uit zouden hebben bestaan dat zij door haar manager is gepest, vernederd en geïntimideerd. [33] Samsung heeft gemotiveerd betwist dat de diverse incidenten die de werkneemster heeft aangevoerd als intimidatie, vernederingen of pesterijen kunnen worden aangemerkt. Volgens Samsung gaat het hier “stuk voor stuk om hele gangbare zakelijke meningsverschillen, zoals die zich binnen iedere professionele organisatie voordoen.” [34] De aanleiding voor het conflict lijkt te zijn dat aan de werkneemster eind 2018 is bericht dat zij in verband met overplaatsing van haar meerdere voortaan aan een andere manager diende te rapporteren. Deze wijziging beschouwde de werkneemster als “
a step down […] in hierarchy and authority”. [35] Vanaf dat moment is de situatie geëscaleerd. De werkneemster heeft zich een maand later ziekgemeld.
Ad i) Schadelijke werkomstandigheden’). De werkneemster heeft verschillende omstandigheden (factoren) en concrete gebeurtenissen (incidenten) genoemd die volgens haar tot haar ziekte hebben geleid (eindvonnis, r.o. 5.8). De kantonrechter heeft de betreffende stellingen van de werkneemster beoordeeld en geoordeeld dat van schadelijke werkomstandigheden geen sprake is geweest (r.o. 5.17). De kantonrechter heeft vervolgens geoordeeld dat ook aan de tweede voorwaarde voor toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel niet is voldaan, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de klachten van de werkneemster (kunnen) zijn veroorzaakt door de werkomstandigheden (r.o. 5.18 t/m 5.20).
Incidenten met [betrokkene 2] ; geen pesterijen, vernederingen en intimidatie’ geoordeeld dat in hoger beroep geldt dat de zes interacties die de werkneemster heeft gehad met [betrokkene 2] , niet kwalificeren als schadelijke werkomstandigheden voor de werkneemster, omdat tegen de betreffende oordelen van de kantonrechter (eindvonnis, r.o. 5.12 en 5.13) geen grief is gericht, en dat in hoger beroep overigens ook geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die maken dat het hof van oordeel is dat deze interacties wel als schadelijke werkomstandigheden zijn aan te merken (r.o. 4.4). Deze overwegingen wordt in cassatie niet afzonderlijk bestreden. Het hof heeft vervolgens onder het kopje ‘
Omgang met klacht’ geoordeeld dat de klachten van de werkneemster over de wijze waarop Samsung met haar klacht is omgegaan, stranden (r.o. 4.5). Ook dit oordeel wordt in cassatie niet bestreden. Het hof heeft tot slot onder het kopje ‘
Omgang met arbeidsongeschiktheid’ een oordeel gegeven over de handelwijze van Samsung ten tijde van de discussie over het grensarbeiderschap van de werkneemster en de manier waarop haar re-integratie is verlopen. Het hof heeft met betrekking het eerste aspect geoordeeld dat het wellicht beter geweest als Samsung hangende de discussie over het grensarbeiderschap dreiging met disciplinaire maatregelen achterwege had gelaten, maar dat de handelwijze van Samsung in de gegeven situatie niet is te beschouwen als een schadelijke werkomstandigheid waartegen art. 7:658 BW beoogt te beschermen (en dat die handelwijze evenmin anderszins een grondslag voor schadeplichtigheid jegens de werkneemster oplevert). Met betrekking tot het tweede aspect heeft het hof geoordeeld dat in het licht van de omstandigheden van het geval (zie r.o. 4.9) de wijze waarop Samsung met de re-integratie van de werkneemster is omgegaan, zonder herplaatsingsmogelijkheden binnen Samsung te onderzoeken, niet meebrengt dat sprake is van schadelijke werkomstandigheden of schending van de zorgplicht van Samsung of van de eisen van goed werkgeverschap. Ook deze oordelen worden in cassatie (inhoudelijk) niet bestreden.
het eerste deelvan de in r.o. 4.3 bestreden passage (“
Het is aan [de werkneemster] om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit volgt dat zij heeft gewerkt onder voor de gezondheid schadelijke omstandigheden”) in wezen slechts heeft beoogd de eerste voorwaarde voor het kunnen toepassen van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel weer te geven (die houdt in dat de werknemer moet stellen, en zo nodig bewijzen, dat de werkzaamheden zijn verricht onder omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid). Voor dit betoog valt steun te vinden in de omstandigheid dat beide partijen er in cassatie vanuit gaan dat het hof in de bestreden overwegingen toepassing heeft gegeven aan de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. [36] Hiervoor heb ik laten zien dat bij psychisch letsel, waaronder
burn-outen depressie, kwesties van causaliteit en zorgplicht van de werkgever nauw met elkaar zijn verweven. Uit het tweede deel van de in r.o. 4.3 bestreden passage (“
en (dus) dat Samsung een of meer normen van artikel 7:658 lid 1 BW heeft geschonden”), en met name het door het hof gebruikte woord “dus”, kan worden afgeleid dat het hof deze verwevenheid heeft onderkend.
burn-outdaarin kan worden gevonden. In deze zaak heeft de werkneemster omtrent haar werkomstandigheden bij Samsung uitvoerig stellingen ingenomen. Het hof heeft, evenals de rechtbank, geoordeeld dat de door de werkneemster genoemde zes interacties met [betrokkene 2] niet kwalificeren als schadelijke werkomstandigheden voor de werkneemster (meer concreet: de incidenten kunnen niet worden beschouwd als intimidatie, vernederingen en pesterijen in objectieve zin), en dat hetzelfde geldt voor de wijze waarop Samsung met de klacht van de werkneemster en met haar arbeidsongeschiktheid is omgegaan. Herhaald zij dat de afzonderlijke oordelen, die nauw zijn verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie inhoudelijk niet worden bestreden. Het hof heeft in r.o. 4.10 geconcludeerd (i) dat niet is komen vast te staan dat de werkneemster werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk waren voor haar gezondheid, en (ii) dat Samsung bij gebreke van dergelijke schadelijke werkomstandigheden
haar zorgplicht dienaangaandeook niet heeft geschonden. In het licht van het voorgaande kan niet worden gezegd dat deze oordelen onjuist zijn. Het bestreden oordeel dat het aan de werkneemster is om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit volgt dat Samsung één of meer normen van art. 7:658 lid 1 BW heeft geschonden, moet niet op zichzelf worden gelezen, maar in nauwe samenhang met het direct aan dit oordeel voorafgaande oordeel dat het aan de werkneemster is om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit volgt dat zij heeft gewerkt onder voor de gezondheid schadelijke omstandigheden. Het woord “(dus)” duidt hier ook op. Ik merk tot slot op dat het hof in de laatste zin van r.o. 4.3 heeft geoordeeld dat art. 7:658 lid 2 BW verder meebrengt dat de werkgever niet aansprakelijk is indien
hijaantoont dat hij genoemde zorgplicht – te doen wat redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt – is nagekomen. Het hof heeft aldus niet tot uitgangspunt genomen dat ter zake op de werkneemster de stelplicht en bewijslast rust.
nietaan de vereisten voor toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel is voldaan, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de klachten van de werkneemster (kunnen) zijn veroorzaakt door de werkomstandigheden (eindvonnis, r.o. 5.18 t/m 5.20). De kantonrechter heeft onder meer geoordeeld dat in de door de werkneemster overgelegde brieven van haar artsen weliswaar een verband wordt gelegd tussen haar psychische klachten en de werkomstandigheden bij Samsung, maar dat een medische onderbouwing van die klachten ontbreekt en dat uit de brieven ook niet blijkt dat door de artsen enig onderzoek is gedaan naar de feitelijke werksituatie. De brieven, zo oordeelde de kantonrechter, zijn slechts gebaseerd op uitlatingen van de werkneemster, zodat de waarde daarvan beperkt is. Daarbij komt volgens de kantonrechter dat niet kan worden uitgesloten dat de psychische klachten (mede) door niet-werkgerelateerde factoren zijn veroorzaakt (r.o. 5.19).
kunnenzijn en gezondheidsklachten die door deze omstandigheden
kunnenzijn veroorzaakt’ een rechtsklacht en twee motiveringsklachten. De rechtsklacht gaat uit van de veronderstelling dat het hof terecht tot uitgangspunt heeft genomen dat de arbeidsrechtelijke omkeringsregel in de omstandigheden van dit geval toepassing zou kunnen vinden. Het onderdeel stelt dat het hof die regel in dat geval onjuist heeft toegepast. [45] Door ervan uit te gaan dat het aan de werkneemster is om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit volgt dat zij heeft gewerkt “
onder voor de gezondheid schadelijke omstandigheden”, heeft het hof volgens het onderdeel te strenge eisen gesteld aan hetgeen de werkneemster ingevolge de arbeidsrechtelijke omkeringsregel zou moeten bewijzen. Daarvoor, zo stelt het onderdeel, volstaat de lichtere maatstaf dat de werknemer stelt, en zo nodig bewijst, dat hij werkzaamheden heeft moeten verrichten die schadelijk
kunnenzijn voor de gezondheid en dat de gezondheidsklachten daardoor
kunnenzijn veroorzaakt.
kunnenzijn voor de gezondheid en dat de gezondheidsklachten daardoor
kunnenzijn veroorzaakt, volgens het onderdeel zonder nadere motivering onbegrijpelijk. [46] Het onderdeel stelt dat uit de stellingen van de werkneemster en de door haar overgelegde bewijsstukken volgt dat de werkzaamheden die de werkneemster heeft moeten verrichten, schadelijk
kunnenzijn voor de gezondheid, en dat de gezondheidsklachten daardoor
kunnenzijn veroorzaakt. [47] Volgens het onderdeel had het hof dan ook op deze stellingen moeten ingaan, althans is zijn oordeel in het licht daarvan onvoldoende gemotiveerd.
aannemelijkis dat de oorzaak van bijvoorbeeld een
burn-outof depressie daarin kan worden gevonden. [48] Het hof heeft na uitvoerige beoordeling van
allestellingen die de werkneemster heeft aangevoerd in het kader van haar betoog dat Samsung jegens haar aansprakelijk is op grond van art. 7:658 BW (zie r.o. 4.3, eerste zin) in r.o. 4.10 geconcludeerd dat niet is komen vast te staan dat de werkneemster werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk waren voor haar gezondheid (en dat Samsung bij gebreke van dergelijke schadelijke werkomstandigheden haar zorgplicht dienaangaande ook niet heeft geschonden). In dit oordeel en de daaraan voorafgaande overwegingen ligt onmiskenbaar tevens het oordeel besloten dat de door de werkneemster gestelde werkomstandigheden redelijkerwijs ook niet schadelijk kunnen zijn. De rechtsklacht faalt derhalve.
kunnenzijn veroorzaakt door de werkomstandigheden. Volgens het onderdeel is het oordeel in r.o. 4.10 dat er geen bewijs is aangeboden van stellingen die, indien bewezen, tot een ander oordeel leiden, dan ook onbegrijpelijk.
in onderling verband en samenhangmaken dat sprake is van een zorgplichtschending. Volgens het onderdeel is dat onjuist, omdat het bij de beoordeling van de vraag of een werkgever aan zijn zorgplicht in de zin van art. 7:658 lid 1 BW heeft voldaan, aankomt op een weging van alle relevante omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang beschouwd. [53] Dat klemt temeer, zo vervolgt het onderdeel, nu het hof ten aanzien van enkele deelaspecten van de drie door de werkneemster gestelde omstandigheden heeft vastgesteld dat Samsung “niet volgens de regels heeft gehandeld.” Het onderdeel noemt de volgende beslissingen:
deelaspect onder a(r.o. 4.6):
Dat Samsung in afwachting van het moment dat [de werkneemster] daartoe weer in staat zou zijn, [betrokkene 2] nog niet formeel heeft gehoord, kwalificeert in de gegeven omstandigheden niet als ziekmakende werkomstandigheid.”
deelaspect onder b(r.o. 4.6):
niet worden aangerekenddat zij het onderzoek tijdens de ziekte van [de werkneemster] niet heeft vervolgd, onder meer door het benoemen van een preventieadviseur […]. Tussen partijen is niet in het geschil dat de communicatie tussen partijen kort na de ziekmelding van [de werkneemster] via de advocaat van [de werkneemster] verliep. Uit de brief van de advocaat van [de werkneemster] van 29 maart 2019 aan Samsung […] blijkt dat [de werkneemster] na haar ziekmelding, vanwege haar broze gesteldheid, niet in staat was over de klacht te communiceren en dat zij zich eerst op re-integratie wilde richten.
De te benoemen preventieadviseur zou volgens de Flowchart Mobbing beginnen met het doen van een verzoeningspoging. Samsung mocht redelijkerwijs menen dat [de werkneemster] – ook nu Samsung meerdere keren tevergeefs aan [de werkneemster] mediation had aangeboden – daartoe nog niet in staat was.”
deelaspecten onder c en d(r.o. 4.8):
Dat Samsung [de werkneemster] (bewust) heeft tegengewerkt tijdens haar ziekte door haar status als grensarbeider niet serieus te nemen of onvoldoende te onderzoeken, volgt uit deze gang van zaken niet. Samsung heeft onbetwist gesteld dat zij sinds haar oprichting in 2017 niet eerder met het grensarbeiderschap te maken had gehad en dat ook Arboned haar niet op het grensarbeiderschap heeft gewezen. Zodra Samsung het grensarbeiderschap had onderzocht en erkend, heeft zij bij [de werkneemster] niet meer aangedrongen op contact met de bedrijfsarts in Nederland. Dit proces heeft uiteindelijk slechts enkele weken in beslag genomen. Het was wellicht beter geweest als Samsung hangende de discussie over het grensarbeiderschap dreiging met disciplinaire maatregelen achterwege had gelaten, maar
de handelwijze van Samsung is in de gegeven situatie niet te beschouwen als een schadelijke werkomstandigheid waartegen artikel 7:658 BW beoogt te beschermen en levert evenmin anderszins een grondslag voor schadeplichtigheid jegens [de werkneemster] op.”
deelaspect onder e(r.o. 4.9):
Hetzelfde geldt voor de manier waarop de re-integratie van [de werkneemster] is verlopen. [55] Bij besluit van 5 augustus 2021 (herhaald bij besluit van 16 september 2021) heeft het UWV Samsung verplicht tot verlengde loondoorbetaling
omdat het re-integratieverslag onvolledig wasen heeft het UWV, vanwege die verlengde loondoorbetaling, de beslissing op de WIA-aanvraag van [de werkneemster] aangehouden.”
deelaspecten onder f en g(r.o. 4.9):
In het licht van die omstandigheden brengt de wijze waarop Samsung met de re-integratie van [de werkneemster] is omgegaan, zonder herplaatsingsmogelijkheden binnen Samsung te onderzoeken, niet mee dat sprake is van schadelijke werkomstandigheden of schending van de zorgplicht van Samsung of van de eisen van goed werkgeverschap. [De werkneemster] heeft ook overigens niet gesteld dat en in hoeverre het re-integratietraject heeft geleid tot schade.”
Er is geen bewijs aangeboden van stellingen die indien bewezen tot een ander oordeel leiden.” Onder verwijzing naar vindplaatsen in de processtukken neemt het onderdeel tot uitgangspunt dat de werkneemster een gemotiveerd bewijsaanbod heeft gedaan dat ook zag op omstandigheden die in de sfeer liggen van de vraag of Samsung haar zorgplicht heeft geschonden (te weten: over de klachtafhandeling door Samsung en de werkomstandigheden), dat zij zich daarnaast uitdrukkelijk bereid heeft verklaard om nader bewijs door middel van een deskundige te leveren, en dat zij bovendien heeft aangeboden aanvullende stukken in te dienen en getuigen te horen.
burn-outen depressie daarin kan worden gevonden. Zij
heeftin dat verband ook veel feiten en omstandigheden aangevoerd, niet alleen wat betreft de incidenten met [betrokkene 2] , maar ook wat betreft de manier waarop Samsung met haar klacht daarover en met haar arbeidsongeschiktheid is omgegaan. De gestelde feiten en omstandigheden waren als zodanig niet in geschil. Wel verschilden partijen van mening over de kwalificatie ervan. Samsung heeft gemotiveerd betwist dat de door de werkneemster gestelde feiten en omstandigheden leiden tot het oordeel dat van schending van enige zorgplicht sprake is. Het hof heeft de door de werkneemster gestelde feiten en omstandigheden beoordeeld. Het heeft geconcludeerd (i) dat niet is komen vast te staan dat de werkneemster werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk waren voor haar gezondheid, (ii) dat bij gebreke van dergelijke schadelijke werkomstandigheden Samsung haar zorgplicht dienaangaande ook niet heeft geschonden, en (iii) dat “ook overigens” Samsung haar zorgplicht jegens de werkneemster niet heeft geschonden. Het bestreden oordeel moet naar ik meen aldus worden gelezen dat het hof daarin tot uitdrukking brengt dat Samsung met haar verweer genoegzaam heeft aangetoond dat zij haar zorgplicht niet heeft geschonden en dat de werkneemster daar vervolgens onvoldoende (andere feiten en omstandigheden) tegenover heeft gesteld. Aldus beschouwd is het bestreden oordeel niet onjuist of onbegrijpelijk.