ECLI:NL:HR:2021:944

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
16 juni 2021
Zaaknummer
20/01827
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over arbeidsongeschiktheid door burn-out en schadevergoeding

In deze zaak heeft de werknemer, wonende in Duitsland, cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De werknemer, vertegenwoordigd door advocaat K. Teuben, verzocht om vernietiging van de beschikking van het hof, waarin zijn klachten over de eerdere uitspraak niet werden gehonoreerd. De werkgeefster, Urenco Nederland B.V., vertegenwoordigd door advocaat A.C. van Schaick, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De plaatsvervangend Procureur-Generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in feitelijke instanties in acht genomen, waaronder eerdere beschikkingen van de kantonrechter te Almelo en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de klachten van de werknemer beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van de werknemer verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 899,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De beschikking is gegeven op 18 juni 2021 door de vicepresident en raadsheren van de Hoge Raad.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/01827
Datum18 juni 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[de werknemer],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de werknemer,
advocaat: K. Teuben,
tegen
URENCO NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Almelo,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de werkgeefster,
advocaat: A.C. van Schaick.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak 7549162 EJ VERZ 19-46 van de kantonrechter te Almelo van 23 april 2019;
de beschikking in de zaak 200.262.937 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 maart 2020.
De werknemer heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De werkgeefster heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [de werknemer] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Urenco begroot op € 899,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [de werknemer] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
18 juni 2021.