ECLI:NL:HR:2012:BU9204
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- M.A. Loth
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Uitleg echtscheidingsconvenant en bewijsaanbod in cassatie
In deze zaak gaat het om de uitleg van een echtscheidingsconvenant, waarin een drietal bankrekeningen ten name van de man zijn genoemd. De vrouw stelt dat er sprake is van een vergissing in de definitieve tekst van het convenant, omdat het saldo van deze rekeningen niet is gedeeld, terwijl dit volgens haar de bedoeling was. De man betwist dit en stelt dat het saldo bewust buiten de verdeling is gehouden. De Hoge Raad oordeelt dat het aanbod van de vrouw om correspondentie van advocaten over te leggen, dat betrekking heeft op het concept van het convenant, ten onrechte door het hof als niet-relevant is gepasseerd. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat van een partij die zich beroept op correspondentie verlangd mag worden dat zij deze uit zichzelf in het geding brengt, ook als het vertrouwelijke correspondentie betreft. De uitspraak is gedaan op 9 maart 2012.