Conclusie
Nummer22/04193
Inleiding
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht” veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.
De zaak
Het eerste middel
De bewijsvoering van het hof
Het beoordelingskader
De toelichting op het eerste middel
De bespreking van het eerste middel
kandaarvoor wel voldoende zijn. Het hof heeft op dat punt de juiste maatstaf gehanteerd, zo blijkt uit zijn overweging dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende is.
Het tweede middel
Het verweer van de verdediging
“Alternatief scenario
Cliënt kan zich niets meer herinneren van het ongeval. Ook niet van het moment dat hij op de andere weghelft is beland. Achteraf is dus gebleken dat cliënt met een lage bloeddruk kampt. Een van de klachten die mensen met een lage bloeddruk ervaren is duizeligheid, zwart voor de ogen zien of lichthoofdigheid. Bij hitte kan de bloeddruk nog verder zakken. Op de dag van het ongeval was het heel erg warm;
Ook kwam cliënt net van de sportschool. Na het sporten kan een persoon veel vocht verliezen, wat ook flauwvallen kan veroorzaken;
Een van de getuige zou hebben verklaard dat cliënt eerst naar rechts uitweek voordat hij naar links uitweek. Het heen en weer slingeren is juist een indicatie dat cliënt mogelijk een black-out zou hebben gehad;
Ook is het ontbreken van corrigerende maatregelen een indicatie voor een black-out. Tijdens het forensisch onderzoek zijn geen remsporen aangetroffen, terwijl remmen wel een natuurlijke reactie zou moeten zijn. Dit zou twee dingen kunnen betekenen: 1) dat cliënt een black-out heeft gehad. 2) dat de tijd tussen het moment dat de auto op de andere weghelft is beland en het moment van impact zodanig klein is dat het onmogelijk was voor partijen om te remmen of op het ongeval te anticiperen. In beide gevallen kan cliënt geen verwijt worden gemaakt dat hij anders had kunnen reageren.
De toelichting op het tweede middel
omdat het niet met enig medisch stuk is onderbouwd en ook overigens niet aannemelijk is geworden”, terwijl een medisch journaal is overgelegd waaruit volgt dat de verdachte kampt met een lage bloeddruk.
De bespreking van het tweede middel
mogelijkis geweest dat de verdachte een black-out heeft gehad. Er is – zoals het hof ook overweegt – niets aangevoerd omtrent een medische achtergrond die een geval van black-out daadwerkelijk zou kunnen verklaren. Het ‘medisch journaal’ waaraan de steller van het middel refereert, biedt daarvoor ook geen aanknopingspunten. Daaruit volgt namelijk alleen dat de verdachte ongeveer twee jaren na het ongeluk zelf aan de huisarts heeft gezegd dat hij een black-out heeft gehad.