2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen die zijn opgenomen als bijlage bij het arrest van het hof:
“
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 10 oktober 2018 (dossierpagina’s 6-8), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever] , namens de gemeente [plaats] :
Ik ben namens de gemeente [plaats] (hierna: de gemeente) gerechtigd tot het doen van aangifte van erfvredebreuk.
Op zondag 23 september 2018 omstreeks 18.15 uur ontving de politie een melding dat er een grasveld ingenomen was door een aantal woonwagenbewoners. Deze locatie betreft een voormalige standplaats voor woonwagens. Het grasveld staat bij de gemeente bekend onder kadastraal [nummer] .
Op 25 september 2018 werd door handhavers van de gemeente in persoon een brief uitgereikt aan drie gebroeders [medeverdachte 4] en twee zussen [medeverdachte 3] . De strekking van de brief is dat zij gesommeerd werden om uiterlijk donderdag 27 september 2018 te 17.00 uur het terrein verlaten moesten hebben.
Na het verstrijken van de termijn zijn de woonwagenbewoners niet vertrokken. De woonwagenbewoners zijn op het moment van het doen van deze aangifte nog steeds aanwezig op het grasveld.
Op vrijdag 28 september 2018 heeft er een gesprek plaats gevonden tussen de burgermeester en woonwagenbewoners die het terrein ingenomen hebben. In dit gesprek is door de burgemeester aangegeven dat het niet toegestaan is dat de woonwagenbewoners zonder toestemming het terrein in genomen hebben en zij dit direct dienen te verlaten. Het grasveld is eigendom van de gemeente.
Niemand van de gemeente heeft de woonwagenbewoners het recht of de toestemming verleend om het terrein in te nemen.
Meerdere jaren geleden zijn de laatste woonwagenbewoners vertrokken van het terrein aan de [a-straat] te [plaats] . Daarna werd het terrein door de gemeente afgezet middels grote betonblokken. Voordat de woonwagenbewoners met hun caravans en voertuigen op het terrein konden, hebben zij de betonblokken aan de kant moeten schuiven.
De woonwagenbewoners zijn al minstens 3 keer schriftelijk en/of mondeling dringend verzocht het terrein van de te verlaten.
2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 oktober 2018 (dossierpagina’s 8A en 8B), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op zondag 23 september 2018 omstreeks 18.15 uur ontving ik, [verbalisant] , een melding van de meldkamer Den Bosch. Inhoudende dat er op de [a-straat] te [plaats] een terrein in gebruik genomen zou zijn door woonwagenbewoners.
Ik heb vervolgens ter plaatse een onderzoek ingesteld. Ik werd aangesproken door drie broers van de familie [medeverdachte 4] . Zij vertelden mij dat ze zich gevestigd hadden op het terrein aan de [a-straat] te [plaats] . Het braakliggend terrein aan de [a-straat] is volgens hen bestemd voor woonwagens. Ze zijn niet van plan te vertrekken. Ze willen het Brabants Dagblad inschakelen en ook RTL Boulevard halen. Niemand gaat hen daar wegkrijgen. Ze hadden genoeg familie om hen te komen helpen. Ze willen morgenochtend naar het gemeentehuis gaan om zich in te laten schrijven op het stuk grond. Wanneer de gemeente dit niet doet dan stappen ze naar de rechter. Ze zeggen in hun recht te staan dat woonwagenbewoners daar mogen wonen. Ik heb de identiteit vastgesteld van de drie broers [medeverdachte 4] . Tevens van twee dames met de achternaam [medeverdachte 3] , het betreft zussen. [verdachte] is de vrouw van [ betrokkene 2] en [medeverdachte 3] is de vrouw van [betrokkene 4] .
Bovenstaande 5 personen hebben zich nu gevestigd op het voormalige woonwagenkamp.
De familie [medeverdachte 4] gaf aan geen vergunning te hebben om op het terrein te gaan staan.
Betrokkene: [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats]
Betrokkene: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats]
Betrokkene: [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats]
Betrokkene: [medeverdachte 5] , geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats]
Betrokkene: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats]
3. Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 november 2018 (dossierpagina’s 9-13), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
V: Sinds wanneer verblijf je weer in een kampeerwagen?
A: Sinds 24 september 2018 zit ik in [plaats] in de kampeerwagen.
V: Wat heb je moeten doen om het terrein op te kunnen?
A: Er moest een betonblok worden weggesleept.
V: Waarom moest dat betonblok weg dan?
A: Het terrein was geblokkeerd door die betonblok. Die moest opzij, zodat wij het terrein op konden rijden.
V: Wie heeft dat betonblok weggesleept?
A: Dat hebben wij gedaan. Gewoon wij.
V: Wie is de eigenaar van het grasveld aan de [a-straat] te [plaats] ?
A: Het is eigenlijk [b-straat] aan de [a-straat] in [plaats] . De gemeente is eigenaar.
V: Hoe vaak heb je een brief ontvangen?
A: Drie keer.
V: U heeft per post van de gemeente [plaats] meerdere malen een brief ontvangen, dat de gemeente [plaats] wil datje het terrein gaat verlaten. Heb je die brieven gelezen?
A: Niet alles gelezen.
4. Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 november 2018 (dossierpagina’s 16-20), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte 4] :
V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
V: Wat heb je moeten doen om het terrein op te kunnen?
A: De caravan erop trekken.
V: Maar het terrein was wel afgesloten
A: Ja
V: Hoe heb je het begaanbaar gemaakt?
A: Door de betonblokken weg te halen.
V: Wie is de eigenaar van het grasveld aan de [a-straat] te [plaats] ?
A: De gemeente. Die wilde op deze grond woningen maken.
V: Heb je een vergunning om op het grasveld aan de [a-straat] te [plaats] te mogen staan?
A: Nee
V: Heb je toestemming van een gerechtigde om met de caravan op het grasveld aan de [a-straat] te [plaats] te staan?
A: Wij demonstreren en volgens artikel 9 van de grondwet, mag dit. Wij doen niks illegaals.
V: U heeft per post van de gemeente [plaats] meerdere malen een brief ontvangen, dat de gemeente [plaats] wil datje het terrein gaat verlaten. Heb je die brieven gelezen?
A: Ja.
5. Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 november 2018 (dossierpagina’s 23-26), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte 5] :
V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
V: Wat heb je moeten doen om het terrein in [plaats] op te kunnen?
A: Betonblokken aan de kant gesleept.
V: Met wie heb je het terrein toegankelijk gemaakt?
A: Samen met mijn broers.
V: Er hebben al diverse gesprekken plaats gevonden tussen jou en de gemeente [plaats] . Hoe vaak bent u al verzocht het terrein te verlaten?
A: Er heeft één gesprek plaats gevonden. Wij proberen in contact te komen met hen.
V: U heeft per post van de gemeente [plaats] meerdere malen een brief ontvangen, dat de gemeente [plaats] wil datje het terrein gaat verlaten. Heb je die brieven gelezen?
A: Ja.
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een brief van de gemeente [plaats] d.d. 25 september 2018 met onderwerp Gebruik Perceel [a-straat] (dossierpagina 49) voor zover inhoudende als mededeling van [betrokkene 5] :
Wij hebben geconstateerd dat u zonder recht of titel een perceel, bekend onder kadastraal [nummer] , gelegen aan de [a-straat] te [plaats] , dat eigendom is van de gemeente [plaats] , in gebruik heeft genomen als standplaats voor uw woonwagen(s)/ caravan(s).
U heeft zich ongevraagd gevestigd op ons terrein. Wij hebben u geen toestemming gegeven om ons terrein in gebruik te nemen. Wij zullen u die toestemming ook niet geven. Indien u niet op eigen initiatief het terrein verlaat, zijn wij genoodzaakt juridische stappen te zetten.
Wij sommeren u (op grond van artikel 5:2 Burgerlijk Wetboek) om voor donderdag 27 september te 17.00 uur de zonder onze toestemming en wederrechtelijk in gebruik genomen grond te ontruimen en ontruimd te houden en alle daarop en daarin aangebrachte goederen te verwijderen en verwijderd te houden. (...)
Op vrijdag 28 september 2018 om 09.00 uur, vindt er op uw verzoek een gesprek plaats met mij, de burgemeester van de gemeente [plaats] en wethouder [betrokkene 6] . (...) Dit staat los van ons standpunt dat u ons terrein dient te verlaten.
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een verklaring van de gemeentesecretaris van de gemeente [plaats] , [betrokkene 7] , d.d. 13 juli 2022:
Op de dag van aangifte was het perceel [a-straat] / [b-straat] in gebruik door de gemeente [plaats] . Het had de bestemming “Wonen” met de nadere functieaanduiding “woonwagenstandplaats”. Het terrein was afgezet met betonblokken (..)
Toelichting
Er waren in de jaren negentig zes woonwagenstandplaatsen in de (voormalige) gemeente [plaats] , aan [b-straat 1 - 10] te [plaats] . Deze standplaatsen zijn eigendom van de gemeente. De gemeente verhuurde de standplaatsen inclusief de woonwagen aan de bewoners.
(..) Vijf van de zes bewoners zijn op een aanbod van de gemeente om te verhuizen naar een reguliere woning ingegaan. Eén huurster is niet op het aanbod van de gemeente ingegaan.
Bij besluit van 16 juni 2016 heeft de raad van de gemeente het bestemmingsplan [plan] vastgesteld. Het bestemmingsplan hief de woonwagen locatie aan [b-straat] planologisch op ten behoeve van reguliere woningbouw ter plaatse. (..)
De eerder genoemde huurster is bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in beroep gegaan tegen het bestemmingsplan. De Afdeling heeft het bestemmingsplan – voor zover het de herbestemming van de woonwagenstandplaatsen betrof – bij uitspraak van 19 april 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1103) vernietigd. Op dat moment herleefde de oude bestemming “Wonen” met de nadere functieaanduiding “woonwagenstandplaats”. (..)
Gezien de uitspraak van de Raad van State, het rapport van de Nationale ombudsman en de aankondiging van nieuw rijksbeleid, heeft de gemeente het terrein vooralsnog afgesloten door het plaatsen van betonblokken.”