Conclusie
Nummer21/04688
Bewezenverklaring en bewijsvoering van feit 1
. tot ontbinding van de contracten en invordering van de geleasede objecten overgaan. Blijkens een brief van 16 november 2012 is [B] aan [C]B.V
. ruim € 139.000,- verschuldigd. De contracten worden ontbonden en de voertuigen ingevorderd. Uiteindelijk wordt door [C]B.V
. op 22 november 2012 aangifte gedaan van verduistering van twaalf vrachtwagens en een aanhanger door [B] in verband met een forse betalingsachterstand. [B] heeft niet gereageerd op diverse schriftelijke en telefonische betalingsverzoeken.In de periode van november 2012 tot en met januari 2013 heeft [C] B.V. de vrachtwagens teruggenomen.
gemachtigd voor de bedrijfsrekening van [B] . Overboekingenwerden verricht door verdachte
of [betrokkene 1] via internetbankieren. [betrokkene 1] heeft bemiddeld bij het vaststellen van de overnameprijs. Bij het tekenen van de akte van overname op 2 november 2012 waren aanwezig de notaris, [betrokkene 2] . [betrokkene 1] en zijzelf.
bij de notaris. Zij verklaart geen verstand te hebben van boekhouding of accountancy. Het kan best wel zo zijn dat zij dit verkeerd heeft gedaan.
, door [betrokkene 2] zijn verricht ter voldoening aan deze afspraak. Deze afspraak is volgens hen neergelegd in een overeenkomst van 13 januari 2013 en ter zitting heeft [betrokkene 1] verklaard dat het om een bedrag van ongeveer € 200.000,- zou gaan. Voorts hebben verdachte en [betrokkene 1] verklaard dat met[C] B.V.
was afgesproken dat de leaseperiode werd verlengd en dat er zou worden verrekend met de achterstallige betalingen aan[C] B.V
. [B] was financieel gezond en de afspraak dat de debiteuren naar [A] B.V. zouden gaan en de crediteuren bij [B] zouden blijven, zou niet leiden tot een faillissement. [betrokkene 2] zou de debiteuren overboeken als de financiële situatie van [B] dat zou toelaten.
zou betalen en dat die betaling dan in mindering zou strekken op het geld dat zij (de rechtbank begrijpt [A] B.V.) tegoed hadden van [B] op basis van de debiteurenafspraak. Anderzijds verklaart [betrokkene 1] dat [A] B.V. betalingen deed aan [B] omdat er door [B]facturen
waren betaalddie betrekking hadden op de periode voor de overname
en nog 'hun pakkie aan’ waren.
vóór de overname en nog 'hun pakkie aan' waren, maar van een dergelijke afspraak tussen koper en verkoper (dat er crediteuren van [B] voor rekening van de verkoper zouden komen) blijkt in het geheel niet uit de overnameovereenkomst. Dat verdachte en [betrokkene 1] de overboekingen hebben verricht om een faillissementsaanvraag kort na de overname te voorkomen ligt, gelet op de overige omstandigheden in dit dossier, veel meer voor de hand.
, hebben zij geen verklaring voor de overboekingen naar [D] B.V. Verdachte en [betrokkene 1] konden niet aangeven waarop deze overboekingen (die blijkens het dossier betrekking hebben op online goksites) zien.
konden desgevraagd geen verklaring geven voor de overboekingen (onder meer naar hun dochter) op 7 december 2012 met de omschrijving 'Fijne kerst’.
blijkt uit de onder de bewijsmiddelen opgenomen correspondentie, telefoonnotities en aangifte van [C]B.V.
op geen enkele wijze dat met [C]B.V.
is afgesproken dat de leasetermijn zou worden verlengd en de achterstallige betalingen zouden worden verwerkt in nieuwe leasetermijnen. De verklaring van verdachte en [betrokkene 1] dat zij ervan uitgingen dat zij een financieel gezond [B] overdroegen is ook op dit punt onaannemelijk.
Het faillissement met een tekort daarin is ook daadwerkelijk gevolgd op 12 maart 2013.
als (indirect) formeel en vervolgens als feitelijk bestuurder schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van bedrieglijke bankbreuk door het onttrekken van geldbedragen aan de boedel, in totaal zijnde(inclusief de terugbetaling van de lening aan [betrokkene 3] en de overboekingen met de omschrijving ‘fijne kerst’)
€196.778,71
.’
Het eerste en tweede middel
eerstemiddel bevat de klacht dat ’s hofs oordeel dat de verdachte ook na de overname van [B] B.V. kan worden aangemerkt als feitelijk bestuurder onvoldoende is gemotiveerd althans zonder nadere motivering onbegrijpelijk is. De steller van het middel attendeert daarbij op hetgeen de raadsvrouw in het pleidooi heeft opgemerkt over ‘de rol van de kopende partij, de gang van zaken bij de notaris en de rol van derden na overname’.
tweedemiddel bevat de klacht dat het hof zonder dat het in het bijzonder daartoe de redenen heeft opgegeven is afgeweken van het namens de verdachte uitdrukkelijk onderbouwde standpunt, inhoudend dat de verdachte ten overstaan van de notaris de bankpassen van de zakelijke rekening en de sleutels van het pand heeft overgedragen en na de overname van [B] B.V. niet langer feitelijk bestuurder is geweest en gebruik heeft gemaakt van de zakelijke rekening. Daarmee zou het hof niet hebben voldaan aan de responsieplicht uit hoogde van art. 359, tweede lid, Sv. Het hof zou onvoldoende hebben gerespondeerd op hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht omtrent de overdracht van [B] B.V. bij de notaris en de rol van de kopende partij.
Het derde middel
Bewezenverklaring en bewijsvoering van feit 2
. Blijkens de bankafschriften van de bedrijfsrekening van [B] is de lening van € 10.000,- terugbetaald aan [betrokkene 3] op 23 en 26 november 2012.
totale legale contante ontvangsten tijdens de onderzoeksperiode:
(= € 323.940,42 min€ 65.655,-
). Nu er onvoldoende aanwijzingen zijn dat dit contant uitgegeven geldbedrag een legale herkomst heeft, kan een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring gelden. De werkelijke aard en illegale herkomst van deze niet verklaarde uitgaven zijn door verdachten verhuld. Zij hebben over dit contante bedrag van€ 258.285,42
, dat - middellijk of onmiddellijk - uit enig misdrijf afkomstig was, de beschikking gehad en hiermee handelingen verricht.