Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal bevindingen camerabeelden met nummer 2013294203 van 4 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina's 29 en 30.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen van de verbalisant:
De verdachte [medeverdachte] , geboortedatum [geboortedatum] 1991, heeft een horloge gekocht bij juwelier [A] te Amsterdam. De aankoop is met een intern camerabeveiligingssysteem vastgelegd en de bevindingen daarvan zijn als volgt.
Op 28 november 2013, omstreeks 15:40:27 uur komt [medeverdachte] binnen bij de juwelier, met twee andere mannen.
[medeverdachte] neemt een horloge aan van de verkoper. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte] het horloge om zijn linkerpols doet. Persoon 2 draait naar de linkerzijde van de jas van [medeverdachte] - welke jas op de stoel hangt waarop persoon 2 zit - kijkt naar beneden in de richting van de jaszak, de jas beweegt en persoon 2 lijkt iets uit de jas van [medeverdachte] te halen. Op de bewegende beelden is duidelijk te zien dat de jas beweegt. Persoon 2 houdt een grote stapel geld vast en legt deze op de tafel.
Te zien is dat de verkoper het geld heeft aangenomen en het geld telt.
[medeverdachte] staat op. Het horloge zit nog steeds om zijn linkerpols. [medeverdachte] trekt de jas aan die hij eerder op de stoel naast hem had gehangen. [medeverdachte] en de twee andere personen verlaten de juwelier. Bij het vertrekken is te zien dat [medeverdachte] de tas bij zich draagt waar de doos van het horloge zich in bevindt.
2. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL132B- 2013294203-5 van 28 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1 t/m 15] , doorgenummerde pagina's 8 en 9.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van (één van) de verbalisanten:
Wij hebben op 28 november 2013 een tactisch onderzoek ingesteld en waren allen in burgerkleding gekleed.
Op 28 november 2013 zag ik, [verbalisant 3], drie personen. Ik herkende één van deze personen als [medeverdachte] . Ik, [verbalisant 12] , zag dat de drie personen de juwelier [A] binnen liepen. De personen zijn ongeveer anderhalf uur in de winkel geweest.
Ik, [verbalisant 1] , ben vervolgens de juwelierszaak binnen gegaan. Ik hoorde de juwelier zeggen dat de jongen die het meest rechts (voor hem links) zat een horloge had gekocht van het merk Audemars Piguet, voor de prijs van 10.000 euro.
Om 16.50 uur is [medeverdachte] aangehouden vanwege het overtreden van de schorsende voorwaarden.
3. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2013294203 van 4 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 16] , doorgenummerde pagina's 25 en 26.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 3 december 2013 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van getuige [getuige] , gevraagd naar de drie mannen die op donderdag 28 november 2013 omstreeks 15:40 uur in de winkel van de getuige zijn geweest:
De meest linker jongen van de drie, gezien vanaf mijn positie (aan tafel) nam het initiatief en wilde een horloge kopen. (...) Hij koos voor een Audemars Piguet en heeft cash betaald in briefjes van 50 euro. Er lagen twee dikke stapels en een kleine stapel van 50 euro biljetten op tafel. Ik heb het geld geteld.
4. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal van verhoor van getuige van 9 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina 48 e.v., met name p. 49.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 december 2013 telefonisch tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van de verdachte, als getuige:
Ik had [medeverdachte] gevraagd een horloge van het merk Audemars Piguet voor mij te kopen in Amstelveen. Ik heb hem ongeveer 11000 of 12000 euro gegeven.
5. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal verhoor getuige met nummer 2013294203 van 12 februari 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 17] , doorgenummerde pagina 51 e.v., met name p. 53.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 februari 2014 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte, als getuige:
Ik zei koop een horloge voor mij. Ik gaf hem 12.000 euro. Een grijze AP (het hof begrijpt: Audemars Piguet) was het.
6. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2013294203 van 9 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 17] , doorgenummerde pagina 43 e.v., met name pag. 44/45.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 december 2013 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte [medeverdachte] (A) - antwoord verdachte - op vragen (V) van (één van) de verbalisanten:
V: Wat kun je over de herkomst van het horloge verklaren?
A: Ik moest het horloge voor een vriend kopen. Dat is een profvoetballer. Zijn naam is [verdachte] . Hij kon het zelf niet omdat hij te druk is met voetballen.
V: Na je aanhouding (het hof: vanwege het overtreden van schorsingsvoorwaarden, p. 9) verklaarde je iets anders. Toen verklaarde je dat je het horloge had gekregen van een vriend, dat het horloge 8.000 euro kostte omdat jullie 8% korting kregen. Vertel hier eens wat meer over.
A: Het horloge heb ik voor [verdachte] gekocht. Hij wilde het hebben.
V: Dit is niet wat je toen verklaarde.
A: Ik had het toen over een ander horloge. Dit horloge is van deze man.
V: Het horloge is je uitgebreid omschreven. Het lijkt me sterk dat het om een ander horloge gaat.
A: Wat ik nu verklaar is het verhaal.
V: Als we aan [verdachte] gaan vragen of dit verhaal klopt, wat zal hij dan zeggen?
A: Hij zal het verhaal bevestigen.
V: Je vertelt twee verschillende verhalen, hoe komt dat?
A: Dit verhaal klopt. Het verhaal wat ik nu vertel.
7. Een proces-verbaal verhoor verdachte met nummer PL132B-2013294203-19 van 7 mei 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 17] en [verbalisant 12] , doorgenummerde pagina 212-213.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 7 mei 2014 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte:
Het is niet zo gegaan zoals ik de voorgaande keren heb verteld.
De dag voor de dag dat jouw collega mij belde, belde een vriend van [medeverdachte] mij om te zeggen dat [medeverdachte] was aangehouden. Hij vertelde mij hoe ik alles aan de politie moest vertellen. Het toeval was dat alles wat jullie mij vroegen ook in het verhaal paste wat mij als het ware opgedragen was door die vriend. Wat er werkelijk gebeurd is, is dat ik niks aan [medeverdachte] heb gegeven. Geen geld en geen horloge. Op een gegeven moment bleef ik aan het verhaal vasthouden want ik zat er al in.
[medeverdachte] heeft mij vorige week nog gebeld. Toen was hij alweer vrij geloof ik. Hij vroeg aan mij "hey heb je gedaan wat je moest doen". Ik zei ja, ja."