Conclusie
eerstemiddel klaagt dat het oordeel van het hof dat sprake is van 'het onthouden van de nodige zorg' ontoereikend is gemotiveerd. Het hof zou niet afdoende hebben vastgesteld dat de verdachte zijn dieren de nodige zorg heeft onthouden. Daar zou bijkomen dat het hof heeft verzuimd te beslissen op een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt van de verdediging.
1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 maart 2019 (…), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
[het hof begrijpt: in de gemeente [plaats] ]. Er was eerst een controle op het hondenpension gehouden. Daarna, ben ik, verbalisant samen met [verbalisant 2] na vertoon van een machtiging tot binnentreden van een woning, onderzoek gaan doen in de woning.
Hierna zijn dierenpolitieagent [verbalisant 1] , verdachte [verdachte] en ik naar de bijbehorende schuur/garage gegaan. In deze ruimte aangekomen rook ik, verbalisant [verbalisant 2] , direct een enorm sterke ammoniaklucht. Deze lucht bemoeilijkte mijn ademhaling en irriteerde mijn ogen. Na een tijdje in deze ruimte te hebben moeten staan werd ik misselijk en ben ik een aantal keer naar buiten gelopen om adem te kunnen halen.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat er een aantal ramen aanwezig was in deze ruimtes maar dat deze dicht waren. Aan de achterzijde van de schuur/garage werd er op twee punten een klein beetje geventileerd maar dat was absoluut onvoldoende om de aanwezige herdershonden van schone verse lucht te voorzien. Deze honden moesten dus in deze zware ammoniaklucht leven op de momenten dat zij in deze kennels waren gehuisvest.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat deze garage/schuur was volgebouwd met kennels van diverse formaten en dat er weinig licht in deze ruimtes aanwezig was waardoor de aanwezige honden veelal in een donkere kennel zaten.
Ik zag dat er op de bodem van alle kennels een dikke laag urine/ontlasting van de aanwezige honden lag. Ik zag dat er pas opgestrooid vezel over deze uitwerpselen heen lag waardoor de vervuiling op het eerste zicht niet goed zichtbaar was. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , voelde een vieze natte ondergrond onder de vezel liggen waardoor de dieren in hun eigen ontlasting moesten leven. Ik zag dat alle kennels waarin honden zaten waren vervuild door ontlasting. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat de vloer van deze kennels was vervaardigd uit beton met een ongelijke oppervlakte waardoor deze niet eenvoudig te reinigen valt. Er bestond geen toplaag van een coating of iets dergelijks waardoor de urine in het beton kan trekken.
Ik heb honden. Er zaten 6 honden in het pension tijdens uw komst. Er liepen er drie buiten. Er zijn door jullie 25 honden in beslag genomen. Ik heb dus 34 honden in totaal. Naast mijn woning is een soort schuur waar ik kennels heb gebouwd.
Zorgonthouding en aantasting van het welzijn of de gezondheid
Vervuilde kennels, sterke ammoniaklucht, verlichting en ventilatie
scientific veterinary committee, blijkt dat Ammoniak voor de menselijke neus detecteerbaar is vanaf 5ppm en een sterke geur veroorzaakt vanaf 10ppm. In Nederland is voor landbouwdieren zoals varkens geen grenswaarde in de wet opgenomen, waar het de ammoniakconcentratie betreft. De NVWA handhaaft echter slechts indien er naast een hoge concentratie, sprake is van uiterlijk waarneembare welzijnsaantastingen bij de dieren. Voor kippen is er in Nederland wel een grenswaarde, te weten 20 ppm (artikel 2.57 onder a Besluit houders van dieren). Als gezegd is ammoniak al waar te nemen vanaf 5 ppm, veroorzaakt een sterke geur vanaf 10 ppm en zelfs langdurige irritatie van de luchtwegen vanaf 25ppm.
tweedemiddel klaagt dat het oordeel van het hof dat er geen aanleiding is om een geldelijke vergoeding toe te kennen in de zin van art. 33c, tweede lid, Sr onbegrijpelijk is en onvoldoende met redenen is omkleed. Het hof zou door de cumulatie van beide straffen uitzonderlijk hoog boven ‘de gegeven ijk- of uitgangspunten’ hebben gestraft. De totale straf zou dan ook in hoge mate 'verbazing' wekken.
Op te leggen straf
(…) De ODH[het hof begrijpt: Oud Duitse herder]
is geen erkend ras wat de LSTH[het hof begrijpt: Longstockhaar herder]
wel is, nu deze door de rasvereniging is erkend. In principe is de ODH geen ras. Ook betaalt men vaak veel meer voor een ODH (prijzen rond de 1500 euro en voor de apartere, niet erkende kleuren zelfs 2000 euro en meer).”
BESLISSING
Strafmaat
De ODH[het hof begrijpt: Oud Duitse herder]
is geen erkend ras wat de LSTH[het hof begrijpt: Longstockhaar herder]
wel is, nu deze door de rasvereniging is erkend. In principe is de ODH geen ras. Ook betaalt men vaak veel meer voor een ODH (prijzen rond de 1500 euro en voor de apartere, niet erkende kleuren zelfs 2000 euro en meer).’ Het hof heeft overwogen dat de verdediging de waarde van de honden waarop het beslag nog rust niet nader heeft onderbouwd. Vervolgens wijst het hof erop dat de verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij pups met stamboom voor € 675,- verkoopt. Het hof neemt voorts in aanmerking dat er onduidelijkheid is over de leeftijd van de honden. Volgens de stukken in het dossier waren drie van de destijds 25 inbeslaggenomen honden ten tijde van de inbeslagneming jonger dan twee jaar. Het merendeel van de honden was ten tijde van de inbeslagneming ouder dan drie jaar. De verdachte heeft verklaard dat honden die door de dierenarts in leeftijd onder de tien jaren waren geschat ‘ver boven de tien waren, sommige zelfs veertien of vijftien jaar, terwijl de gemiddelde levensverwachting van dit soort honden volgens de verdediging ongeveer tien jaar is’. Gelet op deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat niet is gebleken dat de 19 honden waarop het beslag nog rust en die de puppyleeftijd ver zijn overstegen, ‘een economische waarde vertegenwoordigen die in zijn totaliteit het bedrag van de maximale geldboete op het bewezenverklaarde strafbare feit overstijgen’. Ook heeft het hof geoordeeld dat anderszins niet aannemelijk is geworden dat de verdachte door verbeurdverklaring van de 19 honden onevenredig in zijn vermogen wordt getroffen. Het hof heeft ten slotte overwogen dat het bij zijn oordeel over het beslag rekening heeft gehouden met de draagkracht van de verdachte.