ECLI:NL:HR:2012:BV3455
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Strafoplegging na terugwijzing door Hoge Raad en toepassing van art. 423.4 Sv
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Het cassatieberoep was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. I.T.H.L. van de Bergh. De Advocaat-Generaal Vellinga concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat, wanneer bij de uitspraak in hoogste feitelijke aanleg ter zake van meerdere feiten één hoofdstraf is opgelegd en het cassatieberoep is beperkt tot één of meer van die feiten, de rechter naar wie de zaak wordt teruggewezen de straf moet bepalen voor de feiten die niet aan het oordeel van de Hoge Raad waren onderworpen. In deze zaak was er geen beperking van het beroep in de cassatieakte, wat leidde tot de conclusie dat het Gerechtshof terecht art. 423.4 Sv niet had toegepast. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat het middel niet tot cassatie kan leiden en geen nadere motivering behoeft.