Dit levert de navolgende opbrengsten in grammen per kweekruimte op:
In kweekruimte 1 met 520 hennepplanten en een oppervlakte van 59,40 m2, stonden er 9 planten per m2 (afgerond). Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de opbrengst in dat geval op 30,9 gram hennep per plant. In totaal derhalve (520 x 30,9 gram hennep =) 16.068 gram hennep.
In kweekruimte 2 met 535 hennepplanten en een oppervlakte van 61,17 m2, stonden er eveneens 9 planten per m2 (afgerond). Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de opbrengst in dat geval vast op 30,9 gram hennep per plant. In totaal derhalve (535 x 30,9 gram =) 16.531 gram hennep (afgerond op hele grammen).
In totaal leverden de beide kweekruimten derhalve op een hoeveelheid van (16.068+16.531=) 32.599 gram hennep.
Opbrengst hennep in geld
Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de opbrengst in geld vast op € 3,28 per gram hennep. In totaal derhalve (32.599 x € 3,28 =) €
106.924,72.
Kosten
Afschrijvingskosten
Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de afschrijvingskosten bij één oogst van in totaal (520 planten + 535 planten =) 1.055 planten vast op € 650,-.
Inkoopprijs stekken
Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de inkoopprijs van de stekken vast op € 2,85 per stek, in totaal derhalve ( 1.055 x € 2,85 =) € 3.006,75.
Overige variabele kosten
Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de overige variabele kosten op € 3,33 per plant. In totaal derhalve op ( 1.055 x € 3,33 =) € 3.513,15.
Knipkosten
Overeenkomstig het BOOM-rapport stelt het hof de knipkosten op € 2,- per plant. In totaal derhalve op ( 1.055 x € 2,- =) € 2.110,-
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat naast voormelde knipkosten nog loonkosten voor vier personeelsleden van € 1.500,- per persoon per maand in aanmerking dienen te worden genomen.
Het hof gaat aan dit standpunt voorbij nu dit standpunt op geen enkele wijze is onderbouwd en ook overigens niet aannemelijk is geworden.
Hypotheekkosten minus huur-en pachtopbrengsten:
Betrokkene betaalde per maand voor het totale perceel en de daarop staande percelen een bedrag van € 3.808,33 aan de rente op de twee hypotheken. Alhoewel die betalingen betrekking hebben op alle percelen zal het hof in praktische zin en in het voordeel van betrokkene deze kosten als uitgangspunt nemen en daarop dan wel in mindering brengen de huurinkomsten van € 1.500,- per maand en de pachtinkomsten van € 100,- per maand die betrokkene ontving.
Per oogst leidt dit tot de volgende berekening:
(€ 3.808,33 x 10/4.33 =) € 8.795,22 minus ( 10/4,33 x € 1.600,- =) € 3.695,15 = € 5.100,07
Hierbij is het hof uitgegaan van de voor de realisering van een oogst benodigde 10 weken en
van 4,33 weken per maand.
Resumé
Gelet op het vorenstaande neemt het hof de navolgende kosten in aanmerking:
-afschrijvingskosten: € 650,00
-inkoopprijs stekken: € 3.006,75
-overige variabele kosten: € 3.513,15
-knipkosten: € 2.110,00
-rentekosten -/- opbrengsten € 5.100,07
Totaal: €14,379,97
Gelet op al het vorenstaande stelt het hof het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel per oogst vast op (€ 106.924,72 -/- € 14.379,97 =) € 92.544,- (afgerond), in totaal bij drie gerealiseerde oogsten (€ 92.544 x 3 =) €
277.632,-.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat op voormelde opbrengst nog in mindering dient te worden gebracht de waarde van de op zolder van het bijgebouw aangetroffen gedroogde hennep voor een bedrag van € 16.400,-.
Het hof verwerpt dit standpunt van de verdediging omdat het hof in de hoofdzaak (pg. 19 en 20 van het arrest) heeft beslist dat van enige betrokkenheid van betrokkene bij onder meer de in het bijgebouw aangetroffen (gedroogde) hennep niet is gebleken en heeft betrokkene dan ook van dat onderdeel van de tenlastelegging (partieel) vrijgesproken. Het hof zal de waarde van die aangetroffen (gedroogde) hennep dus niet in mindering brengen op voormelde opbrengst.
Toerekening
De rechtbank heeft het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel geheel betrokkene toegerekend.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat dit niet juist is en dat er aanwijzingen aan het dossier zijn te ontlenen dat huurster [betrokkene 3] en haar zoon [betrokkene 11] een grotere mate van betrokkenheid bij de kwekerij hebben gehad dan betrokkene. Ook is volgens de verdediging niet gebleken dat het wederrechtelijk verkregen voordeel in het vermogen van betrokkene is gevloeid.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Vooropgesteld moet worden dat de rechter, in het geval er verscheidene daders zijn, niet altijd de omvang van het voordeel van elk van die daders aanstonds zal kunnen vaststellen. Dan zal hij op basis van alle hem bekende omstandigheden van het geval, zoals de rol die de onderscheiden daders hebben gespeeld en het aantreffen van het voordeel bij één of meer van hen, moeten bepalen welk deel van het totale voordeel aan elk van hen moet worden toegerekend. Indien de omstandigheden van het geval onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een andere toerekening, kan dit ertoe leiden dat het voordeel pondspondsgewijze wordt toegerekend. Dat betekent niet dat de rechter, in het geval er verscheidene daders zijn, verplicht is tot een verdeling te komen en evenmin dat pondspondsgewijze toerekening, ingeval de rechter wel tot een verdeling komt, dan op zichzelf het uitgangspunt dient te vormen. De omstandigheden van het geval zijn in deze beslissend. Voor het antwoord op de vraag in hoeverre de rechter tot een nadere motivering van zijn oordeel is gehouden, komt bovendien gewicht toe aan de procesopstelling van de betrokkene.
In het licht van deze vooropstelling stelt het hof vast dat het hof in de hoofdzaak heeft vastgesteld dat betrokkene als “initiator’' van en “brein” achter de in een betonnen ondergrondse bunker aangetroffen hennepkwekerij kan worden aangemerkt en dat zijn materiële en intellectuele bijdrage aan deze kwekerij zodanig is geweest dat medeplegen van hennepteelt is bewezen.
Er is geen zicht verkregen welke andere personen en hoeveel andere personen nog bij de (verdere) opbouw en exploitatie van de hennepkwekerij betrokken zijn geweest. Evenmin is zicht verkregen op de vraag of de opbrengst uit de hennepkwekerij al dan niet werd verdeeld en zo ja, hoe de opbrengst uit de hennepkwekerij werd verdeeld. Betrokkene heeft door zijn proceshouding er evenmin aan bijgedragen dat dit inzicht werd verkregen. Gelet hierop zal het hof met de rechtbank het gehele hiervoor geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel aan betrokkene toerekenen. Het andersluidende standpunt van de verdediging wordt verworpen.”
7. Het hof heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op een schatting van de opbrengst uit de in de strafzaak ten laste van de betrokkene bewezen verklaarde hennepteelt in de bewezen verklaarde periode van 1 augustus 2013 tot en met 8 oktober 2013 en de periode daaraan voorafgaand, vanaf 19 februari 2013. De door het hof berekende oogstopbrengst heeft het hof geschat aan de hand van de uitgangspunten uit het rapport “Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht” van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie” (BOOM), update 1 november 2010, waarnaar in de bewijsmiddelen in de aanvulling op het verkorte arrest wordt verwezen.