“1 primair
hij op tijdstippen in de periode van de maand oktober 2003 tot en met de maand april 2004 in Nederland
A. een overeenkomst tussen enerzijds [F] B.V. (verder te noemen [F] ) en anderzijds [D] B.V. (verder te noemen [D] ), ter zake – zakelijk weergegeven - (onder meer) een betalingsverplichting en/of een verschuldigdheid van [F] jegens [D] van € 136.134,00 (fl. 300.000,00) voor het tot stand komen van een (ontwikkelings)overeenkomst tussen [G] en het [C] (D-061-1) en
B. een overeenkomst tussen enerzijds [H] V.O.F. (verder te noemen [H] ) (vertegenwoordigd door haar vennoten [I] B.V. en [J] B.V.) en anderzijds [D] (vertegenwoordigd door [verdachte] , zijnde hij, verdachte, en [betrokkene 1] ) ter zake - zakelijk weergegeven - (onder meer) een betalingsverplichting en/of verschuldigdheid van € 2.586.547,00 (fl. 5.700.000,00) van [H] jegens [D] voor bemiddeling en inspanning die [D] heeft verricht als gevolg waarvan een ontwikkelovereenkomst tot stand is gekomen tussen [G] en [C] B.V. en/of voor de afhandeling van de in het bezit van [D] zijnde bouwclaim ter zake van het project [A] te Amsterdam, welke bouwclaim voorziet in de bouw van een woontoren en twee kantoortorens (D-060-1),
zijnde telkens een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij, verdachte, alstoen aldaar opzettelijk valselijk
A. genoemde overeenkomst onder A voorzien van zijn, verdachtes, handtekening en van zijn, verdachtes, paraaf (namens [D] ) ter bevestiging van de juistheid van het daarin gestelde, terwijl in die overeenkomst valselijk en in strijd met de waarheid was opgenomen - zakelijk weergegeven - dat
* [D] bemiddeling en inspanning heeft verricht/zal verrichten als gevolg waarvan tussen [G] / [B] en [C] C.V. een overeenkomst tot stand zal komen, terwijl in werkelijkheid [D] geen enkele bemiddeling en/of inspanning zoals genoemd heeft verricht/zal verrichten, dan wel geen bemiddeling en/of inspanning heeft verricht/zal verrichten bij de totstandkoming van de overeenkomst tussen [G] / [B] en [C] C.V. en
* [F] zich zal inspannen dat de bouwopdracht inzake het project [A] wordt verstrekt aan een nader door het [C] aan te wijzen aannemer en/of aannemerscombinatie, terwijl [F] in werkelijkheid geen inspanningen zoals genoemd zou gaan verrichten, dan wel hij, verdachte, ten tijde van de ondertekening en/of parafering(en) van de overeenkomst wist dat [F] geen inspanningen zoals genoemd zou gaan verrichten
en
* [D] bij het tot stand komen van de in de overeenkomst bedoelde bouwopdracht aanspraken kan doen gelden op vergoedingen bij de alsdan aangewezen en acterende aannemer, terwijl in werkelijkheid er geen sprake van was dat [D] dergelijke aanspraken kon doen gelden en/of zou kunnen doen gelden en
* [F] voor het tot stand komen van de (ontwikkelings)overeenkomst tussen [G] en het [C] een betalingsverplichting heeft tegenover en/of een bedrag verschuldigd is aan [D] van € 136.134,00 (fl. 300.000,00), terwijl in werkelijkheid [F] ter zake geen enkele betalingsverplichting had tegenover [D] en/of ter zake geen enkel bedrag verschuldigd was aan [D]
en
B. genoemde overeenkomst onder B voorzien van zijn, verdachtes, handtekening en van zijn, verdachtes, paraaf (namens [D] ) ter bevestiging van de juistheid van het daarin gestelde, terwijl in die overeenkomst valselijk en in strijd met de waarheid was opgenomen - zakelijk weergegeven - dat
* [D] bemiddeling en inspanning heeft verricht als gevolg waarvan tussen [G] en [C] B.V. een ontwikkelovereenkomst tot stand is gekomen, terwijl in werkelijkheid [D] geen enkele bemiddeling en/of inspanning zoals genoemd heeft verricht, dan wel geen bemiddeling en/of inspanning heeft verricht bij de totstandkoming van de ontwikkelovereenkomst tussen [G] en [C] B.V. en
* [D] een bouwclaim ter zake van het project [A] in haar bezit heeft die zij te gelde wenst te maken, terwijl in werkelijkheid [D] geen bouwclaim en/of geen (zakelijke) rechten bezit en/of kan doen gelden ter zake van het project [A] en
* [H] , ter zake voornoemde bemiddeling en inspanning en/of voornoemde afhandeling van een bouwclaim, tegenover [D] een betalingsverplichting heeft en/of een bedrag verschuldigd is aan [D] van € 2.586.547,00 (fl. 5.700.000,00), terwijl in werkelijkheid [H] ter zake geen enkele betalingsverplichting had tegenover [D] en/of ter zake geen enkel bedrag verschuldigd was aan [D] ,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door een ander of anderen te doen gebruiken.
2 primair
[D] B.V. (verder te noemen [D] ) op tijdstippen in de periode van de maand oktober 2003 tot en met de maand februari 2005 in Nederland van voorwerpen de werkelijke aard en herkomst heeft verborgen en verhuld en die voorwerpen heeft verworven en voorhanden heeft gehad, immers heeft [D] geldbedragen tot een totaalbedrag groot € 4.722.681,00 excl. BTW, bestaande uit respectievelijk de bedragen groot € 136.134,00 en € 2.586.547,00 en € 2.000.000,00 op de bankrekening met nummer [001] van [D] ontvangen van respectievelijk [C] B.V. en [H] V.O.F. en [F] B.V. en vervolgens op voornoemde bankrekening van [D] gehouden als ogenschijnlijk rechtmatige betalingen van factureringen ter nakoming van/naar aanleiding van valse overeenkomsten en/of valse brieven (D-061 -1, D-033 en D-060-1 ), terwijl [D] wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen hij, verdachte, telkens feitelijke leiding heeft gegeven.”