Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
Blijkens de hiervoor weergegeven bewijsvoering heeft het hof geoordeeld dat de in de bewezenverklaring onder 5 vermelde geldbedragen afkomstig waren van valsheid in geschrift. Hierin ligt als oordeel van het hof besloten dat de in de bewezenverklaring vermelde bedragen (mede) uit valsheid in geschrift ‘afkomstig’ waren omdat de ontvangst en de betaling door de verdachte van de in de bewezenverklaring genoemde bedragen heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van valse facturen. Dat oordeel getuigt echter, gelet op wat onder 2.3 is vooropgesteld, van een onjuiste rechtsopvatting.
3.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
4.Beslissing
21 april 2020.