'In de hierna te melden bewijsmiddelen wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar dossierpagina’s of bijlagen, als opgenomen in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal (…), gesloten en ondertekend op 11 oktober 2016 en de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden.
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
1. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , beiden hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 21 september 2016, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
verdachte:
(…)
O: We gaan het verhoor even in een aantal gedeelten hakken. We willen graag iets meer weten over [C CV] en [D BV] .
V: Wanneer heb je [C CV] opgericht?
A: Dat is voorgezet uit een eenmanszaak. In September 2010 heb ik [G] opgericht en toen heb ik het daarna veranderd in [C] . Vervolgens ben ik het in 2012 voort gaan zetten als CV. En dat heeft bestaan tot 1 januari 2015. Op dat moment is er een ontbinding geweest, een administratie ontbinding om de boekjaren heel te houden. En 18 februari 2015 ben ik feitelijk uitgeschreven.
V: Wat is een CV?
A: Een commanditaire Vennootschap.
V: Wat is het verschil?
A: In een BV moest er 18.000 minimaal ingelegd worden en die middelen had ik niet. En bij een cv kon ik mijn privé adres afschermen. Om deze reden heb ik hiervoor gekozen.
V: Met wie heb je die opgericht?
A: Alleen.
V: Wat is [C CV] voor een bedrijf?
A: Incasso bureau. Ik werkte in het incasso traject onder het principe No Cure No pay. Cure No pay.
V: Wat bedoel je daarmee?
A: Of de opdracht nou slaagt of niet de opdrachtgever betaald daar niet voor in het incassotraject. Dus als de klant een opdracht heeft van een incasso van 900 euro, dan ga ik met de kosten die ik erbij reken 1100 euro proberen te incasseren. Als dat lukt krijgt de klant de 900 euro en ik 200 euro. Als het niet lukt dan zorg ik dat de zaak bij de deurwaarder komt.
Ten aanzien van aangevers [aangever 1]
2. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] , brigadier van politie Eenheid Zeeland West-Brabant, opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 9 januari 2015, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 1]:
(…)
Ik wens aangifte te doen van oplichting. Ik ben opgelicht voor een bedrag van ongeveer 60.000 euro door [C] . (...) Ik heb contact gehad met [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] , woonplaats onbekend. Ik heb een kopie van zijn rijbewijs met het nummer [0001] dat is afgegeven op 16 augustus 2012 te [plaats] .
Ik heb een pand verhuurd aan iemand die failliet gegaan is. Hierdoor is een huurachterstand ontstaan van totaal 9425,00 euro. Na het uitspreken van dit faillissement ontstond er nog een huurschuld van 5355,00 euro omdat het pand nog drie maanden door de huurders in gebruik was.
Om dat geld toch te kunnen krijgen heb ik een incassobureau in de arm genomen. Ik ben daarvoor op het internet gegaan en ik heb toen [C] gevonden waar ik contact mee opgenomen heb. Ik heb toen gesproken met een man die opgaf [verdachte] te zijn. (...)
Die [verdachte] is bij mij thuis geweest en wij hebben toen afgesproken dat hij deze zaak zou uitpluizen en zou proberen geld terug te krijgen. Die man heeft toen alle stukken nagekeken. Later heeft die [verdachte] mij terug gebeld en verteld dat wel degelijk iets aan te doen was want dat er een derde vennoot bij betrokken was. Dat zou een geldschieter zijn. Deze geldschieter lees derde vennoot zou de mensen die mijn pand gehuurd hadden en failliet waren gegaan financieel gesteund hebben. Die derde vennoot zou [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1954 te [geboorteplaats] zijn geweest. Hij vertelde mij dat hij die man aansprakelijk zou stellen voor het nog openstaande bedrag. Hij bevestigd dit in een brief van 07-11-2014. Deze is als bijlage bijgevoegd. In deze brief heeft hij aangegeven dat hij reeds 1213,65 euro heeft weten te incasseren. Ik heb dat geld echter nooit gezien.
(…)
[verdachte] heeft in die brief ook aangegeven om tot een 100% resultaat te komen hij het faillissement moest aanvragen voor die derde vennoot. Ik moest toen echter eerst 3171,81 euro betalen wat ik ook gedaan heb.
Hij heeft toen een rekensom gemaakt dat het te vorderen bedrag vermeerderd met de onkosten zou uitkomen op 26.608,23. Ik heb toen ingestemd dit in werking te zetten. Ik kreeg gedurende verloop van tijd steeds rekeningen van onkosten die die [verdachte] zou hebben gemaakt. Ik heb die steeds betaald. (...)
Op zondag 4 januari 2015 heb ik een mail van [C] ontvangen waarin verwoord staat dat de verzekeringsmaatschappij [F] een bedrag van 61.225,96 zal overmaken ter vergoeding van alle schulden en onkosten. (...)
Op 17 december 2014 heb ik een brief ontvangen met als briefhoofd [F] B.V. Hierin staat dat [F] een bedrag van 55.225,96 min 7% provisie op mijn rekening zou overmaken. (...). Ik moest toen ook een brief terug zenden waarop ik mijn rekeningnummer van de bank moest invullen. Ook dat heb ik gedaan. (...)
Ik heb daarop contact opgenomen met [F] en daar werd mij verteld dat ze die brief niet kenden en dat zij helemaal geen bericht nar mij verzonden hebben.
3. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] , brigadier van politie Eenheid Zeeland West-Brabant, opgemaakt proces-verbaal verhoor van aangever van 27 januari 2015, (…), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 1]:
(…)
Naar aanleiding van mijn aangifte kan ik nog het volgende verklaren: Het bedrijf dat aan mij nog een huurschuld had, waarover ik verklaard heb, betreft: [J] , gevestigd te [a-straat 1] .
[J] had een huurachterstand van Euro 9425,00 en na het uitspreken van het faillissement had [J] nog een huurschuld bij mij van euro 5355,00.
Ik wilde dit geld innen en ben gaan zoeken naar een incassobureau om dit geld voor mij te innen.
Via de internetsite van [K] (www. [K] .nl) ben ik in contact gekomen met [C] . (...)
Ik heb met die [verdachte] contact gehad en wij kwamen overeen dat hij voor mij zou gaan werken.
(…)
Vanaf 29 september 2014 heb ik de eerste rekening van hem ontvangen. Alle rekeningen die ik van hem heb ontvangen heb ik ook daadwerkelijk betaald. Ik heb een aantal rekeningen aan hem contant betaald. Dit werd dan op de factuur vermeld. [verdachte] is in totaal driemaal bij mij thuis geweest om geld te halen. Hij kwam nooit alleen.
Op 22 oktober 2014 kwam hij bij ons thuis. Ik heb toen 5 rekeningen contant betaald aan hem.
Op 7 november 2014 is hij ook bij ons thuis geweest en toen heb ik ook een rekening contant betaald aan hem. Mijn dochter [betrokkene 2] , geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] , was er ook bij toen [verdachte] kwam om het contract te tekenen bij ons thuis.(...)
Op 20 januari 2015 heb ik het laatste emailbericht van hem ontvangen in verband met twee betalingen die ik al wel betaald had, maar waarvan [verdachte] zei dat deze niet betaald waren. Hij dwong mij om ze toch te betalen. Na de 20e januari heeft [verdachte] mij nog eenmaal gebeld.
Ik kan er nog steeds niet bij hoe het zover is gekomen dat hij mij opgelicht heeft. Het ging aanvankelijk om het innen van die huurachterstand/ huurschuld van [J] voor in totaal net geen euro 15.000 en uiteindelijk heeft hij mij zover weten te krijgen dat ik ongeveer euro 60.000 aan hem betaald heb.
Het ging zover dat ik op een gegeven moment op 24 december 2014 een rekening moest betalen van euro 4677,64. Mijn dochter was toen bij mij. Het was toen paniek want die factuur moest zogezegd per omgaande betaald worden. Omdat ik niet kan internetbankieren heeft [betrokkene 2] mij geholpen en betaalde zij deze rekening via internet. Er kwam toen direct bericht dat de betaling niet binnenkwam en toen heeft ze nogmaals via internet betaald. Ook toen kwam er weer bericht dat de betaling niet was aangekomen. [verdachte] gaf toen zelf iedere keer bericht dat de betaling niet binnen was. Ik heb toen zelf die rekening nog een keer betaald via de Rabobank. Pas bij mijn betaling gaf [verdachte] aan dat de betaling van mij wel binnen was.
Mijn dochter is toen contact gaan opnemen met [verdachte] , via de mail via de telefoon, en heeft toen met hem overeengekomen dat [verdachte] het geld contant aan [betrokkene 2] zou terugbetalen. [verdachte] had voorgesteld om [betrokkene 2] dan te ontmoeten in Roosendaal en onder het genot van een kop koffie dit met haar af te handelen. Dit is nooit doorgegaan.
(…)
[betrokkene 2] heeft haar geld tot nu toe nooit teruggekregen van [verdachte] . (...) [verdachte] heeft mij feitelijk gedwongen om hem te betalen waarna ik zou worden uitbetaald door [F] .
Pas later kreeg ik een kopie van een brief in handen, afkomstig van [F] waaruit blijkt dat hun briefhoofd valselijk was gebruikt door [C] , in kwestie [verdachte] .
4. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 5] , brigadier van politie Eenheid Zeeland West-Brabant, opgemaakt proces-verbaal verhoor van benadeelde van 14 mei 2016, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 1]:
(…)
V: Op welke manier werd u gedwongen wat was er zo typerend?
A: Ik voelde mij gedwongen door de toon van de email en van het gesprek. Dat was heel dwingend en kwam zelfs intimiderend over op mij. Ik bedoel hiermee, dat ik geen andere keus had dan te betalen, omdat anders mijn gehele vordering zou komen te vervallen en ik helemaal niets meer terug zou krijgen. Dat heb ik reeds eerder verklaard, omdat dit ook in de mail stond. Het stond zelfs in rode letters in de email. Ik voelde mij klemgezet en moest eigenlijk gewoon betalen wilde ik ooit nog iets van mijn vordering terugzien samen met het bedrag van de reeds betaalde rekening. Ik heb meerdere keren tegen die [verdachte] gezegd, dat ik er vanuit ging, dat hij ging zorgen dat ik mijn geld terug kreeg. Ik hoorde hem toen zeggen, dat het wel goed kwam, want [F] stond borg.
5. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] , brigadier van politie Eenheid Zeeland West-Brabant, opgemaakt proces-verbaal verhoor van aangever van 31 januari 2015, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 2]:
Op vrijdag 7 november 2014 was ik in de avond bij mijn ouders in [plaats] , [b-straat 1] . Ik was met de bus van 21.00 uur aangekomen in [plaats] . Die avond omstreeks 22.15 uur kwam er een man bij mijn ouders langs. Ik had deze man nooit eerder gezien. De man noemde zich [verdachte] .
Het was puur toeval dat ik die man daar trof. Ik wist dat mijn vader bezig was met een huurachterstand terug te vorderen bij mensen die een huurschuld bij hem hadden. Ik wist dat mijn vader om die reden een incassobureau in de hand had genomen.
(…)
Mijn vader heeft die avond ruim vierduizend euro betaald aan [verdachte] . [verdachte] gaf ook aan dat het uitbetalen na het faillissement van die derde vennoot enkel maanden zou duren maar dat ze ook een kredietmaatschappij in handen konden nemen die de schuld van [betrokkene 1] , die failliet verklaard was, over zou nemen, zodat die kredietmaatschappij onmiddellijk mijn vader zou uitkeren en zelf de (het hof begrijpt: vordering) later zouden verhalen. Er moest hiervoor wel 8 procent provisie betaald worden. Later kwam [verdachte] met [F] op de proppen als kredietmaatschappij. Het klonk op dat moment niet ongeloofwaardig.
(...)
Op de dag voor de kerst, 24 december 2014, ontving mijn vader nog een email van [verdachte] waarin hij schreef dat er nogmaals provisie moest worden betaald. Deze betaling moest onmiddellijk gedaan worden omdat [F] , die mijn vader zou uitkeren, anders niet op tijd, voor 7 januari 2015 zou uitkeren.
Op de 23e december 2014 had mijn vader ook nog een mail gekregen waarin was vermeld dat hij nog 2 facturen diende te betalen alvorens er kon worden uitgekeerd. Omdat mijn vader dan weer naar de bank moest om dat te betalen heb ik die 2 laatste facturen, een bedrag van Euro 4306,88 via internet betaald aan [verdachte] .
De factuur van de 7 procent provisie die nogmaals betaald moest worden heb ik op de 29e december 2014 ook via internet betaald aan [verdachte] . Hierop kwam bericht dat dit geld zogezegd niet was aangekomen en dan heeft mijn vader deze factuur nogmaals betaald op de 30e december. Dit was dus tweemaal een bedrag van Euro 4677,64. [verdachte] had per email gereageerd naar mij dat mijn betaling van de 29e december niet was binnengekomen. Ik vond dit vreemd. Ik heb toen mijn bank, de ASN bank, gebeld en gevraagd hoe dit mogelijk was, want bij mij was het bedrag wel afgeschreven.
(…)
Ik had ook geen zin om die tweemaal te betalen. Volgens de ASN bank kon dit ook niet en zou het geld gewoon bij [verdachte] binnengekomen moeten zijn. Ik had het ook als spoedbetaling overgemaakt en dan had het uiterlijk de 30e op zijn rekening moeten staan. Ik vertelde dit tegen mijn vader en had hem gezegd dat hij niets moest doen en dat ik het zelf zou regelen en dat, als er toch nog opnieuw betaald moest worden, ik dat zelf zou doen. Mijn vader drong er op aan om toch nog maar opnieuw te betalen voor de zekerheid. Ik heb dit dan gedaan. [verdachte] had ook aangegeven dat mocht het dubbel betaald zijn ik het geld terug zou krijgen.
Mijn vader was, toen hij al 3 uur niets meer van mij had gehoord, die 30e december ook nog naar de bank gegaan en had die rekening ook nog betaald. Die rekening van in totaal Euro 4677,64 is nu dus drie keer betaald.
Ik heb een paar keer telefonisch contact gehad met [verdachte] op zijn mobiele nummer 06- [...] , dit was op 30 december 2014 om 14.41 uur, 14.44 uur en 14.46 uur. Die gesprekken werden iedere keer afgekapt omdat [verdachte] iedere keer buiten bereik was.
Ik heb naderhand nog een paar keer per email contact gehad met [verdachte] .
Er is door [verdachte] nooit geld aan mij of mijn vader terugbetaald.
Ik ben nu benadeeld voor bijna Euro 15.000.
6. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , beiden hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 21 september 2016, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
verdachte:
(…)
O: Er is op vrijdag 9 januari 2015 aangifte gedaan door aangever [aangever 1] . [aangever 1] doet aangifte tegen [C CV] en [verdachte] ter zake oplichting. De oplichting vond plaats tussen 1 september 2014 en 9 januari 2015.
Wat is nu het eerste waar je aan denkt?
Ja, ik weet er van. Ik weet dat hij aangifte heeft gedaan en dat er dingen mis zijn gegaan.
V: Wat is er mis gegaan?
A: Hij had een opdracht aangeboden om te incasseren en kwam binnen via [K] . (...) Die heb ik aangenomen die opdracht. Ik was van plan dat te gaan incasseren. [aangever 1] heeft voorschotten betaald voor werkzaamheden die verricht zouden worden. Maar die werkzaamheden zijn nooit uitgevoerd.
(…)
V: Je zegt dat die werkzaamheden niet uitgevoerd zijn. Waarom niet?
A: Omdat het geld waar ik in voorschot rekende meteen gebruikte voor andere zaken en mijn eigen schulden te betalen. Dat geld was er op dat moment niet. [aangever 1] heeft vele malen contant betaald en hij zat in het onroerend goed en waarom zou je al die voorschotten voor zo'n hoog bedrag betalen.
V : Om wat voor een bedrag ging het?
A: Ongeveer 50.000 euro.
V : Hoeveel werd er contant betaald?
A: de helft.
V: Wat is er met dat geld gebeurd.
A: Dat is naar schulden gegaan en andere zaken, opdrachtgevers.
(…)
V: Dus [aangever 1] heeft voor 50.000 euro aan voorschotten betaald voor werkzaamheden die niet uitgevoerd zijn.
A: Dat klopt. Ik heb met dat geld het ene gat met het andere gevuld in mijn privé situatie en in mijn zaak om andere opdrachtgevers verder te helpen.
V: waarom is het niet tot de uitvoering van die werkzaamheden gekomen?
A: Geen geld.
V: Waarom blijf je dan facturen versturen?
A: Om toch geld binnen te krijgen om de andere schulden mee af te betalen. (…)
V: Werden alle facturen door [aangever 1] betaald?
(…)
A: Ja.
V: Werden alle facturen in 1 keer betaald of kon dat zijn dat het meerdere keren hetzelfde factuur werd gestuurd?
A: nee, die hadden andere factuurnummers. Hij betaalde alles in 1 keer en niet in delen.
(…)
V: [aangever 1] heeft een spoedbetaling moeten doen. Weet je nog waarom?
A: Dat zou wel kunnen. Nee.
V: Maar waarom laat je iemand een spoedoverboeking doen voor werkzaamheden die je niet gaat verrichten?
A: Dan zal ik ongetwijfeld op dat moment dat geld ergens hard voor nodig hebben gehad. Maar waarvoor kan ik u niet zeggen. Er moest gewoon geld binnen komen, daarom, heb ik dat zo gedaan.
7. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal, gevoegde schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een factuur, gedateerd 17-12-2014, (…), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Ten aanzien van aangever [aangever 3]
8. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 6] , BOA domein generieke opsporing van politie Eenheid Den Haag, opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 21 februari 2015, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 3]:
(…)
Mijn naam is [aangever 3] , eigenaar van een eenmansbedrijf, welke is genaamd [A] , welke is gelegen aan de [c-straat 1] , te [plaats] .
Ik doe aangifte van oplichting. Ik ben opgelicht voor een bedrag van ongeveer 15 duizend euro door [C] C.V. (...)
Ik heb [C] C.V middels internet gevonden. Dit middels Google. Mijn contact persoon bij [C] C.V was [verdachte] .
(…)
Ik heb uiteindelijk hiervoor dus [C] C.V in de arm genomen om het resterende bedrag van 1187,58, bij kinderdagverblijf [L] , voor mij, middels een rechtszaak te innen.
Ik heb de meeste contacten gehad met [verdachte] middels de mail en een inlogsite voor klanten van [C] C.V. Dit ging middels de site www. [C] .nl. Hier kon je als zijnde klant zien wat er al voor je was gedaan en hoe de zaken in het online-dossier waren weggeschreven. Tevens kon je hier gesprekken voeren met de medewerkers en dus ook met [verdachte] .
(…)
Ik heb op verzoek van [verdachte] steeds facturen betaald als zijnde voorschot op de rechtszaak. Dit zijn bedragen variërend van 63,00 euro tot 1500,00 euro.
(…)
Ik heb alle gevraagde bedragen gestort op rekening nummer: [...] ten name van [C] .
(…)
Op een gegeven moment kreeg ik op 2 januari 2015 middels mijn persoonlijke email (...) het bericht dat het bedrijf [C] C.V zou worden overgenomen door een bedrijf welke is genaamd [F] B.V, gevestigd en kantoorhoudend aan de [d-straat 1] , te [plaats] .
Ik kreeg in deze mail een voorstel voor overname van vordering. (...) Ik zou hier een provisie van 15% moeten betalen voor het te vorderen bedrag van 8.171,52 waar naar toe het verschuldigde bedrag van kinderdagverblijf [L] inmiddels was opgelopen. Dit door de proceskosten welke ik vooralsnog steeds heb voorgeschoten.
Ik heb zelf wat rekenwerk gedaan en ik kwam tot de ontdekking dat dit bovengenoemde bedrag niet klopte. Ik heb hierop contact opgenomen met de firma [F] aangezien ik meer had betaald dan wat er in de email beschreven stond.
(…)
Het telefoonnummer van [F] heb ik gezocht/gevonden op internet.
Deze ontbrak namelijk in de email. Ik heb hierop telefonisch contact opgenomen met Firma [F] en gevraagd naar [betrokkene 3] , Assistent financial director, de ondertekenaar van mijn email.
Ik heb mijn verhaal aan de telefoon uitgelegd. Eerst aan de klantenservice, meerdere keren doorgeschakeld en uiteindelijk na een paar weken heb ik besloten door middel van nog een (1)telefoontje naar [F] , om de email welke ik had gehad van de overname van het bedrijf [C] , om deze te mailen naar [F] .
Hierop heb ik op dezelfde dag, dinsdag 17 februari 2015, een email gehad van een gerechtsdeurwaarder. Deze is genaamd [M] . De ondertekenaar van de email is [betrokkene 4] .
(...) de inhoud komt neer op het feit dat er meerdere personen zijn, welke zijn oplicht door [C] C.V, welke uiteindelijk de naam van het bedrijf [F] B.V valselijk misbruikt/gebruikt om personen wederom op lichten.
9. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , beiden hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 21 september 2016, (…), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van verdachte:
(…)
O: Er is op zaterdag 21 februari 2015 aangifte gedaan door aangever [aangever 3] van het bedrijf " [A] ". [aangever 3] doet aangifte tegen [C CV] en [verdachte] ter zake oplichting. De oplichting vond plaats tussen 23 mei 2014 en 18 februari 2015.
V: [aangever 3] had je volgens mij al genoemd toch?
A: Ja, en wat betreft deze zaak is het hetzelfde als de voorgaande zaken. Ik heb die werkzaamheden niet verricht maar het geld ontvangen en dat geld gebruikt om andere rekeningen te betalen. Het gat weer te dichten. Ik wist op dat moment, dus het moment van het maken van de factuur, dat die werkzaamheden niet verricht gingen worden.
10. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal, gevoegde schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een factuur, gedateerd 17-07-2014, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Ten aanzien van aangever [aangever 4]
11. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 7] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 3 februari 2015, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 4]:
(…)
Ik doe aangifte namens mijn bedrijf [B] BV te [plaats] .
(…)
Ik zal u in het kort vertellen wat er is voorgevallen. De verdachte [verdachte] heeft zich bij mijn bedrijf gemeld en zich voorgedaan als incassobedrijf. Ik weet nu niet meer of dit allemaal waar is. Hij wilde voor mijn bedrijf werkzaamheden gaan doen. Ik ben met hem in zee gegaan. Op basis van “No cure no pay” heeft hij een zaak
(…)
gekregen. Na een aantal weken kwam hij retour met geen resultaat. Hij stelde voor om een rechtszaak te starten. Dat zou haalbaar zijn. Ik heb 2211,69 betaald om die zaak te starten.
Een dag later moest daar nog 226,45 bij omdat hij een foutje had gemaakt.
(…)
Een week later nam hij contact op dat er een partij was die de vordering zou willen overnemen. Dit betekend dat er dan door die partij een rechtszaak aangevangen zal gaan worden en ik afstand moet tekenen van mijn gedeelte. Ze kopen mij dan eigenlijk uit de zaak en gaan zelf verder met de vordering.
Ik zou dan 6500 euro retour krijgen, dit na een eerste betaling van 3957,87. Het bedrijf die dit zou gaan regelen heet [F] . Dit is inderdaad een bestaand bedrijf. Maar naar later bleek niets wist van dit alles.
12. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal, gevoegde schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een door [aangever 4] op schrift gestelde verklaring, (…), onder meer in houdende:
(…)
Op 23-1-2015 kregen we het voorstel tot overname van vordering dat getekend en voorzien van een legitimatiebewijs retour moest. (...) Tevens kregen we te horen dat de betaling nog niet was ontvangen en dat deze beslist voor 12:00 uur er moest zijn, daar anders het recht tot overname van de vordering aan [F] zou vervallen en waarin [verdachte] erop aandrong om de factuur € 3.957,87 nogmaals te betalen als SPOEDBETALING, dan zou hij het eerst gestorte bedrag bij aankomst terugstorten. Dit heeft hij ons bevestigd, tezamen me de garantiestelling voor wanneer [F] niet uiterlijk op 5-2-2014
(gelet op de bijlage en de datum van de brief begrijpt het hof: 2015)zou hebben betaald.
Dit hebben we in eerste instantie geweigerd en hebben contact opgenomen met ABNAMRO bank die ons het unieke betalingskenmerk [...] hebben gegeven van de betaling. Dit kenmerk is aan [verdachte] doorgegeven, waarna hij contact heeft opgenomen met zijn bank de ING bank. Daarna belde hij terug en liet ons een opname horen van het telefoongesprek tussen hem en een medewerker van de bank, waarin werd aangegeven dat er geen betaling was aangekomen met dit kenmerk, terwijl wij ervan overtuigd waren alles goed te hebben ingevuld, de betaling is gedaan op rekening nummer [...] tnv [C] C.V.
Na enig argwaan te hebben gekregen, hebben we contact opgenomen met [F] in [plaats] en gevraagd of we [betrokkene 3] mochten spreken die immers het voorstel tot overname van vordering heeft ondertekend. Helaas bleek [betrokkene 3] hier onbekend te zijn. Na [verdachte] opnieuw telefonisch te hebben benaderd en om uitleg vroegen, was het antwoord dat [betrokkene 3] in Luxemburg voor [F] werkzaam was en hij haar telefoonnummer niet kon geven. Het was inmiddels 15:30 uur en er werd behoorlijk druk op ons uitgeoefend om vooral nogmaals de betaling van € 3.957,87 te doen omdat deze nog steeds niet was bijgeschreven. Uiteindelijk werden wij gebeld door [betrokkene 3] , die aangaf dat het allemaal in orde was en ons adviseerde ervoor te zorgen dat de betaling vandaag nog op de rekening moest staan van [C] , omdat anders de transactie geen doorgang kon vinden. Via de SMS is aan het einde van de middag nog contact geweest met [verdachte] .
Hij benaderde ons per telefoon met het voorstel om de betaling via het rekening nummer van zijn medewerker bij ABNAMRO te laten lopen, omdat onze rekening ook bij ABNAMRO is en de betaling dan direct binnen zou komen. Uiteindelijk na een drukke werkweek hebben we toch rond 16:30 uur de betaling van € 3.957,87 nogmaals uitgevoerd naar de verkregen rekening [...] t.n.v [betrokkene 5] . Om 17:51 uur kregen we per SMS de bevestiging van [verdachte] dat de betaling was ontvangen op de rekening van de collega bij ABNAMRO.
13. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , beiden hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 21 september 2016, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van verdachte:
(…)
O: Er is op dinsdag 3 februari 2015 aangifte gedaan door aangever [aangever 4] van het bedrijf [B] BV. [aangever 4] doet aangifte tegen [C CV] en [verdachte] ter zake oplichting. De oplichting vond plaats tussen 10 december 2014 en 3 februari 2015.
V: Wat is nu het eerste waar je aan denkt?
A: Hetzelfde geval als [aangever 1] . Hier is precies hetzelfde gebeurt als het verhaal van [aangever 1] .
(…)
V: Wat is dat verhaal?
A: Dat daar facturen zijn gestuurd en dat ik met dat geld andere verrichtingen heb gedaan dan de werkzaamheden waarvoor ik de factuur heb verstuurd en betaald heb gekregen.
(…)
V: Heb jij de naam van [F] misbruikt in de brieven naar je klanten om hen zo te bewegen dat ze het geld zouden overmaken?
A: Ja.
V: Had jij contacten bij [F] ?
A: Nee.
V: Je hebt dus doelbewust de naam van [F] gebruikt om geld los te krijgen van je klanten?
(…)
A: Ja.
V: Heb je bewust de brief van [F] nagemaakt om geld te krijgen van de klant?
A: Ja. (...)
V: Hoe heb je dat gedaan?
A: Ik heb het logo van internet afgehaald en via paint of Word het logo geknipt op een brief. Ik wilde de klanten laten denken dat de vordering was overgenomen om geld van ze los te krijgen.
(…)
V: Alle facturen werden betaald op de rekening van [C] CV toch?
A: Ja.
V: Aan het einde van de dag besloot AANGEVER om het geld over te maken aan een medewerker van [verdachte] . Wie zou dat kunnen zijn?
A: Als hij het heeft overgemaakt naar iemand anders dan zou dat [betrokkene 5] kunnen zijn geweest.
V: Wie is [betrokkene 5] ?
A: Dat is een kennis. Het is een vrouw genaamd [betrokkene 5] .
V: wist zij dat er geld op de rekening zou komen?
A: Ja.
V: Wat is er met dat geld gebeurd?
A: Opgenomen door haarzelf.
V: Wat heeft zij daar mee gedaan?
A: dat heeft ze aan mij gegeven.
(...)
V: Wat vertelde je tegen [aangever 4] waardoor hij nog een keer hetzelfde bedrag en hetzelfde factuur heeft overgemaakt.
A: Waarschijnlijk hetzelfde als tegen [aangever 1] . Dat het geld niet binnen was gekomen. Blijkbaar heb ik er niet op kunnen wachten en heb ik nog een keer gebeld om het geld over te maken.
(…)
V: Waar had je het zo hard voor nodig?
A: dat weet ik niet meer.
V: Waarom zou hij het nog een keer overmaken, als het van zijn rekening is afgeschreven?
A: Omdat ik denk ik gebeld heb dat het niet binnen was.
V: Zou het kunnen dat je wist dat de klant het geld nog wel een keer zou overmaken en je het om die reden nog een keer gevraagd hebt. Puur om nog meer geld te krijgen.
A: Ja
14. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal, gevoegde schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een factuur, gedateerd 22-01-2015, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Ten aanzien van de aangever [aangever 5]
15. Het als bijlage bij voormeld hoofdproces-verbaal in de wettelijke vorm door [verbalisant 8] , BOA domein generieke opsporing, aktenummer [...] van politie Eenheid Noord-Holland, opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 24 april 2015, (…) voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van
[aangever 5]:
(…)
Ik heb een administratie en advies bureau genaamd " [E] " aan huis. Mijn woning is gelegen aan de [e-straat 1] te [plaats] .
‘Bij een eerdere in gebreken gebleven debiteur heb ik incassobureau " [C CV] (Commanditaire Vennootschap)" ingeschakeld, dit was toentertijd goed bevallen.
(…)
Daarom heb ik in februari 2015 dit bureau weer ingeschakeld voor een mevrouw die een betalingsachterstand had van 986,- euro.
Op vrijdag 27 februari 2015 had ik telefonisch overleg met [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] , eigenaar van het incassobureau. Hierin werd mij uitgelegd dat de klant niet akkoord ging met de vordering en dat daarom een procedure bij de rechtbank gestart moest worden.
Om deze procedure te bekostigen werd er door [C] om 12:27 uur een factuur gestuurd per email (emailadres: info@ [C] .nl) van 654,84 euro. Als het Vonnis in mijn voordeel zou zijn, zou ik dit bedrag teruggestort krijgen. De email werd onderschreven door [verdachte] . Ik heb deze dag het bedrag middels internetbankieren vanaf mijn bankrekening Rabobanknummer: [...] , overgemaakt naar bankrekening [...] ten name van [C] .
Op dinsdag 17 maart om 14:35 uur ontving ik een email van [C CV] waarin ik las dat er twee facturen diende betaald te worden in verband met de kosten van de Jurist die mij zou vertegenwoordigen bij de rechtszitting die zou plaatsvinden op vrijdag 20 maart 2015 zodat ik niet aanwezig hoefde te zijn. Dit waren twee bedragen van 750,25 euro en 296,50 euro die ik op deze dag middels internetbankieren heb overgemaakt.
Vervolgens ontving ik per email van [C] op woensdag 25 maart 2015 om 11:38 uur nog een email waarin ik las dat het vonnis aan mij was toegewezen. Hierin las ik een overzicht van de verrichte werkzaamheden en het nieuwe vorderingsbedrag op mijn klant.
Ik las ook dat er en deurwaarder ingezet moest worden waarvoor ik een factuur ontving per email op deze dag om 13:21 uur. De kosten zouden dan later verhaald worden op mijn klant. Het bedrag van de factuur à 1.231,37 euro heb ik overgemaakt op donderdag 26 maart 2015 naar [C] .