ECLI:NL:HR:2011:BP7871

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02681
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbeurdverklaring van een personenauto en overschrijding van de redelijke termijn in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 9 juni 2009 had geoordeeld over de verbeurdverklaring van een Volkswagen Golf. De verdachte, geboren in 1967 en wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt. De Advocaat-Generaal Vegter had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem.

De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof de verbeurdverklaring niet naar de eisen van de wet had gemotiveerd, omdat niet was vastgesteld dat aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring was voldaan. Dit leidde tot de vernietiging van de verbeurdverklaring van de Volkswagen Golf. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), in de cassatiefase was overschreden. De Hoge Raad constateerde dat meer dan twee jaar waren verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat resulteerde in een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van vier jaren.

De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling van de beslissing omtrent de inbeslaggenomen auto, terwijl het beroep voor het overige werd verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij verbeurdverklaringen en de naleving van de redelijke termijn in rechtsprocedures.

Uitspraak

12 juli 2011
Strafkamer
nr. 09/02681
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 9 juni 2009, nummer 24/002631-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het zesde middel
2.1. Het middel klaagt dat de verbeurdverklaring van een personenauto ontoereikend is gemotiveerd.
2.2. Het bestreden arrest houdt ten aanzien van de verbeurdverklaring het volgende in:
"HET HOF,
RECHTDOENDE OP HET HOGER BEROEP:
(...)
verklaart verbeurd:
een personenauto, merk: Volkswagen, type: Golf."
2.3. Het Hof heeft in de bestreden uitspraak niet vastgesteld dat aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring is voldaan. De verbeurdverklaring is daarom niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.4. Het middel slaagt.
3. Beoordeling van het zevende middel
3.1. Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2. Het middel is gegrond. Voorts doet de Hoge Raad uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Een en ander brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van vier jaren.
4. Beoordeling van de overige middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
5. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van "een personenauto, merk: Volkswagen, type: Golf" en wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert de duur van de opgelegde gevangenisstraf in die zin dat deze drie jaren en zeven maanden beloopt;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden opdat de zaak wat betreft de beslissing ten aanzien van voormeld inbeslaggenomen voorwerp op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 12 juli 2011.