ECLI:NL:HR:2011:BO9704
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen omzetting voorwaardelijke jeugddetentie in werkstraf
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 10 augustus 2009 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1990 en woonachtig in [woonplaats], had eerder een voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd gekregen. Het Gerechtshof had deze voorwaardelijke jeugddetentie omgezet in een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W. Drummen uit Amsterdam. De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen voor zover het Hof de omzetting van de jeugddetentie in een werkstraf heeft gelast. Voor het overige werd het beroep verworpen.
De Hoge Raad heeft op 1 februari 2011 uitspraak gedaan. De middelen die door de verdachte zijn ingediend, klagen niet over de omzetting van de voorwaardelijke jeugddetentie in een werkstraf. De Hoge Raad oordeelt dat deze middelen niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen aan de orde stellen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De raadsvrouwe heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, maar deze reactie werd te laat ingediend, waardoor de Hoge Raad hier geen acht op slaat.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.