Conclusie
3.Het eerste middel
4.Het tweede middel
5.Het derde middel
Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1]
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] in een strafzaak tegen de verdachte, die is veroordeeld voor een verkeersongeval waarbij een ander is overleden. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de verdachte op 13 maart 2015 veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen. De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd, die gedeeltelijk is toegewezen. De Hoge Raad behandelt de cassatie van de verdachte, die onder andere klaagt over de toewijzing van de kosten van rechtsbijstand. De Hoge Raad herhaalt dat rechtsbijstandskosten geen rechtstreekse schade zijn in de zin van artikel 51f Sv en dus niet als onderdeel van de schade kunnen worden gevorderd. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de kosten voor rechtsbijstand ten onrechte heeft betrokken bij de schadevergoedingsmaatregel. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel en zal de zaak zelf afdoen. De Hoge Raad concludeert dat de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase ook leidt tot strafvermindering.