ECLI:NL:HR:2002:AD8866
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake diefstal en afpersing
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 9 november 2000 een verdachte heeft veroordeeld tot zes jaren gevangenisstraf voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal en afpersing. De verdachte, geboren in 1974 op de Nederlandse Antillen, was ten tijde van het beroep in cassatie gedetineerd in het Huis van Bewaring te Arnhem. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.W. Koevoets uit Rotterdam. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de argumenten van de verdachte beoordeeld, waarbij het eerste middel niet tot cassatie leidde. Dit middel betrof de opvatting dat de strafrechter niet vrijstaat om af te wijken van het 'Liquidatietarief', dat is vastgesteld in overleg tussen de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten. De Hoge Raad oordeelde dat het Liquidatietarief geen bindend recht is, maar slechts een richtlijn. Bovendien is de strafrechter niet verplicht om zijn afwijking van dit tarief te motiveren, wat het middel deed falen.
Het Hof had eerder de verdachte veroordeeld voor diefstal, poging tot afpersing en voortgezette handeling van afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn deels toegewezen, waarbij de benadeelde partij [slachtoffer 2] in het niet toegewezen deel van haar vordering niet-ontvankelijk is verklaard. De Hoge Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak en heeft het beroep verworpen.