1 Zie hiervoor: E.P.J. Wasch (red.), Hoofdzaken milieuheffingen (Fiscale Studieserie nr. 27), Deventer: Kluwer 1997 (5e druk), p. 239-274 en L.W. van der Tholen (red.), Landbouw en Fiscus (Kluwer belastingwijzers, nr. 20), Deventer: Kluwer 2004 (8e druk), p. 193-194.
2 Kamerstukken II 1995/96, 24 445, nr. 1, p. 4.
3 Kamerstukken II 1995/96, 24 445, nr. 1, p. 3.
4 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 2.
5 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 4 (MvT).
6 J.M.M. Kroon e.a., Minas-Memo, Deventer: Kluwer 2004, p. 11.
7 W.M.G. Visser, in: E.P.J. Wasch (red.), Hoofdzaken milieuheffingen (Fiscale Studieserie nr. 27), Deventer: Kluwer 2004 (7e druk), p. 236.
8 Wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet, Stb. 1997, 360.
9 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 december 1997, Stcrt. 1997, 240, p. 20.
10 Aan de orde in de volgende zaken: 42.467, 42.740, 42.471, 42.472, 43.079, 43.123, 43.124, 43.125, 43.288 en 43.533.
11 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 21-23 (MvT).
12 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 5, p. 26-27.
13 Aan de orde in de volgende zaken: 42.467, 43.288 en 43.639.
14 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 15.
15 In deze bijlage wordt gebruik gemaakt van de nummering van de artikelen zoals die luidde na de tekstplaatsing van de Wet in de Beschikking van de Minister van Justitie van 19 februari 1998, Stb. 1998, 100.
16 Met ingang van 6 juli 2001 is "rechtspersoon die, of samenwerkingsverband van personen of rechtspersonen dat" vervangen door: rechtspersoon die en ieder samenwerkingsverband van personen of rechtspersonen dat (Stb. 2001, 312); RN.
17 Met ingang van 1 januari 2001 is het toelaatbare verlies van meststoffen voor het jaar 2001 verlaagd tot 250 kilogram stikstof (Stb. 2000, 539); RN.
18 Met ingang van 1 januari 2001 is het toelaatbare verlies van meststoffen voor het jaar 2001 verlaagd tot 125 kilogram stikstof (Stb. 2000, 539); RN.
19 Opgemerkt zij dat de in de tabel opgenomen forfaits per 1 januari 2001 zijn aangepast bij Wet van 7 december 2000, houdende wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen (Stb. 2000, 539).
20 Met ingang van 20 augustus 1998 is het artikellid redactioneel gewijzigd: '1. Indien een bedrijf, waarop artikel 14 (...) van de wet van toepassing is, dierlijke meststoffen aanvoert waarvan overeenkomstig deze regeling een monster is genomen, welk monster dan wel een mede daaruit samengesteld mengmonster wordt geanalyseerd, wordt in afwijking van artikel 17, tweede lid, van de wet de hoeveelheid van deze aangevoerde dierlijke meststoffen vastgesteld op basis van het gewicht en het fosfaatgehalte, onderscheidenlijk stikstofgehalte van de dierlijke meststoffen.' (Stcrt. 1998, 155, p. 8); met ingang van 1 januari 2000 is de redactie als volgt: '1. Indien een bedrijf waarop artikel 14 (...) van de wet van toepassing is een vracht dierlijke meststoffen aanvoert waarvan overeenkomstig deze regeling een monster is genomen, welk monster dan wel een mede daaruit samengesteld mengmonster wordt geanalyseerd, wordt, in afwijking van artikel 17, tweede lid, van de wet, de hoeveelheid meet deze vracht aangevoerde dierlijke meststoffen vastgesteld op basis van het gewicht en het fosfaatgehalte, onderscheidenlijk stikstofgehalte, van deze meststoffen.' (Stcrt. 2000, 142, p. 12).
21 Stcrt. 1997, 240, p. 20.
22 In dit voorbeeld wordt geabstraheerd van de op grond van de delegatiebepalingen in artikel 45 tot en met 51 van de Wet uitgevaardigde regelgeving.
23 Aan de orde in volgende zaken: 42.467, 42.468, 42.469, 42.470, 42.471, 42.472, 43.079, 43.080, 43.089, 43.123, 43.124, 43.125 en 43.533.
24 Met ingang van 20 augustus 1998 is in artikel 2, lid 4 en 5, van de Regeling ten aanzien van konijnengier én ten aanzien van vaste dierlijke mest die afgevoerd wordt naar particulieren een dergelijke uitzondering opgenomen (Stcrt. 1998, 155, p. 8); met ingang van 1 januari 2000 zijn deze twee bepalingen vernummerd tot artikel 2b en artikel 2c, lid 1, van de Regeling; RN.
25 Met ingang van 1 januari 2001 is het toelaatbare mineralenverlies voor het jaar 2001 verlaagd tot 250 kilogram stikstof (Stb. 2000, 539); RN.
26 Met ingang van 1 januari 2001 is het toelaatbare mineralenverlies voor het jaar 2001 verlaagd tot 125 kilogram stikstof (Stb. 2000, 539); RN.
27 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 8-9.
28 Wet van 7 december 2000, houdende wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen (Stb. 2000, 539); RN.
29 Deze tabel is met ingang van 1 januari 2001 ingevoegd (Stb. 2000, 539); RN.
30 W.M.G. Visser, in: E.P.J. Wasch (red.), Hoofdzaken milieuheffingen (Fiscale Studieserie nr. 27), Deventer: Kluwer 2004 (7e druk), p. 243-244.
31 Met ingang van 20 augustus 1998 is 'van een vracht dierlijke meststoffen' redactioneel gewijzigd in: van de desbetreffende vracht dierlijke meststoffen (Stcrt. 1998, 155, p. 8); met ingang van 1 januari 2000 is het hele artikellid redactioneel gewijzigd in: '1. Voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, en voor de toepassing van (...) artikel D4, eerste lid, van bijlage D bij de wet, wordt het fosfaatgehalte, onderscheidenlijk stikstofgehalte, bepaald door analyse van het overeenkomstig deze regeling genomen monster van die vracht dan wel door analyse van een mede uit dat monster samengestelde mengmonster.' (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
32 Met ingang van 20 augustus 1998 is dit artikellid redactioneel gewijzigd in: '1) De analyse als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt uitgevoerd door een door de minister aangewezen laboratorium.' (Stcrt. 1998, 155, p. 8); RN.
33 Stcrt. 1997, 240, p. 20.
34 Stcrt. 1997, 240, p. 20.
35 Met ingang van 1 januari 2000 is 'handmatig of geautomatiseerd' vervangen door: geautomatiseerd (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
36 De laatste volzin van dit lid is toegevoegd per 30 december 1998 (Stcrt. 1998, 248, p. 23); met ingang van 1 januari 2001 is deze volzin als bijzin gekoppeld aan de daaraan voorafgaan de zin: 'of met behulp van een bemonsteringsapparaat van het zuigertype, dat voldoet aan de specificaties genoemd in bijlage 3, onder punt 1 en 5.' (Stcrt. 2000, 212, p. 9); RN.
37 Met ingang van 1 januari 2000 is dit artikellid vernummerd tot lid 3 en zijn de laatste twee volzinnen vervangen door: 'Gedurende de bemonstering garanderen fysieke of elektronische voorzieningen dat andere in- en uitstroomopeningen dan waarop het bemonsteringapparaat is aangesloten, zijn gesloten.' (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
38 Met ingang van 1 januari 2000 is dit artikellid vernummerd tot lid 4 (Stcrt. 2000, 142, p. 12); met ingang van 1 januari 2001 wordt 'monsterpot' vervangen door: monsterverpakking (Stcrt. 2000, 212, p. 9); RN.
39 Met ingang van 1 januari 2000 is dit artikellid vernummerd tot lid 5 (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
40 Met ingang van 1 januari 2000 is dit artikellid vernummerd tot lid 6 (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
41 Met ingang van 20 augustus 1998 is 'vaste mest' redactioneel gewijzigd in: vaste dierlijke meststoffen (Stcrt. 1998, 155, p. 8); RN.
42 Met ingang van 20 augustus 1998 is 'vaste mest' redactioneel gewijzigd in: vaste dierlijke meststoffen (Stcrt. 1998, 155, p. 8); RN.
43 Tot 1 januari 2000 was de reactie van de laatste twee woorden: geruikte transportmiddel (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
44 Met ingang van 1 januari 2001 is tussengevoegd: en van strorijke eendenmest (Stcrt. 2000, 212, p. 9); RN.
45 Met ingang van 1 januari 2001 luidt de eerste volzin: 'De met de vijzelboor of de steeklans genomen steekmonsters of de handmatig genomen monsters van strorijke eendenmest, worden grondig gemengd.' (Stcrt. 2000, 212, p. 9); RN.
46 Met ingang van 1 januari 2000 is in dit artikellid 'monster' telkens vervangen door: steekmonster (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
47 Stcrt. 1997, 240, p. 20.
48 Met ingang van 1 januari 2000 is in bijlage 3, onderdeel 1, 'monster' telkens vervangen door: tapmonster (Stcrt. 2000, 142, p. 12); RN.
49 Met ingang van 1 januari 2001 luidt onderdeel als volgt: 'per vracht wordt een monster verzameld van ten minste 650 milliliter;' (Stcrt. 2000,212, p. 9); RN.
50 Dit onderdeel is toegevoegd per 30 december 1998 (Stcrt. 1998, 248, p. 23); RN.
51 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 24-25.
52 Zie onderdeel 6.2 van de schriftelijke toelichting van de Minister d.d. 19 oktober 2006 op zijn beroepschriften in cassatie in de zaken 43.123, 43.124 en 43.125 en zijn verweerschriften in de zaken 42.467, 42.468, 42.469, 42.470, 42.471 en 42.472.
53 Samenvatting (p. 3).
54 3.3 Beoordeling dataset (p. 14).
55 3.4.2 Nauwkeurigheid (p. 16).
56 3.4.2 Nauwkeurigheid (p. 17).
57 4. Discussie (p. 18).
58 5. Conclusies en aanbevelingen (p. 19).
59 Kamerstukken II 1996/97, 24 782, nr. 5, p. 16-17.
60 Kamerstukken II 1996/97, 24 782, nr. 5, p. 31.
61 Handelingen I 1996/97, 27, p. 1272-1273.
62 Handelingen I 1996/97, 27, p. 1311.
63 Handelingen I 1996/97, 27, p. 1315.
64 Samenvatting (p. 3).
65 4. Discussie (p. 14).
66 Berekend door in de uitwerking zoals die in 2.4.6 is opgenomen het fosfaatgehalte van 3,20 g/kg te vervangen door 2,27 g/kg.
67 Berekend door in de uitwerking zoals die in 2.4.6 is opgenomen het fosfaatgehalte van 3,20 g/kg te vervangen door 4,13 g/kg.
68 Kamerstukken II 1995/96, 24 445, nr. 22.
69 Met ingang 1 januari 2001 vernummerd tot titel 5 (Stb. 2000, 539).
70 Kamerstukken II 1995//96, 24 782, nr. 3, p. 12 (MvT).
71 Kamerstukken II 2001/02, 28 385, nr. 1, p. 3-4.
72 Kamerstukken II 2002/03, 28 385, nr. 3, p. 4.
73 Opgemerkt zij dat de wijziging van de tabellen terugwerkt tot en met 1 januari 1998, met uitzondering van de hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof die voor de diercategorie pasgeboren biggen is opgenomen in de tabellen (artikel V, lid 4, van de Wet van 10 december 2003 (Stb. 2003, 542)).
74 Bij Wet van 21 april 2004 tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de evaluatie 2002 (Stb. 2004, 245) is de verrekeningmogelijkheid uiteindelijk verruimd tot acht kalenderjaren.
75 Kamerstukken II 2002/03, 28 818, nr. 6, p. 3-4 (NvW).
76 Kamerstukken II 2002/03, 28 385, nr. 19, p. 5.
77 Kamerstukken II 2002/03, 28 385, nr. 20, p. 2.
78 Aanhangsel Handelingen II 2005/06, nr. 1220, p. 2603-2604.
79 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p 30-31.
80 Kamerstukken II 1996/97, 24 782, nr. 14.
81 Handelingen II 1996/97, 52, p. 3913-3914.
82 In 5% van de gevallen wordt derhalve een grotere afwijking dan 15% geaccepteerd.
83 Wat de feitelijke bevindingen omtrent de bemonstering betreft, ga ik uit van die rapporten die door beide partijen als onomstreden zijn erkend.
84 In de in onderdeel 5.5 tot en met 5.8 genoemde onderzoeken wordt gesteld dat de onnauwkeurigheid met betrekking tot het fosfaatgehalte kleiner is dan in de in onderdeel 3 aangehaalde onderzoeken. Echter, ook uit deze onderzoeken komt naar voren dat de afwijking meer is dan de toegestane 15%. Voorts zij opgemerkt dat in het onderzoek genoemd in onderdeel 5.8 gemeten is op basis van de op dat moment geldende voorschriften. Zo werd de bemonsteringsnauwkeurigheid vastgesteld bij het laden van de mest met behulp van geautomatiseerde bemonsteringsapparatuur. Volgens onderdeel A, lid 1, van bijlage 2 van de Regeling is het echter ook toegestaan te bemonsteren bij het lossen van de mest (zie 2.5.6) en was tot 1 januari 2000 toegestaan handmatig te bemonsteren (zie 2.5.6). Juist deze wijzen van bemonstering leiden tot grotere onnauwkeurigheden. Een wijziging van de Regeling met betrekking tot de bemonsteringsapparatuur en -methoden kan uiteraard niet de onnauwkeurigheid van reeds uitgevoerde monsternemingen wegnemen.
85 Ook ten aanzien van de stikstofheffingen is in het IMAG-rapport I (zie 3.3) sprake van systematische fouten, maar niet alleen is daarover niet expliciet geklaagd, in het latere IMAG-rapport II (zie 3.6) is van systematische fouten ten aanzien van stikstof geen sprake meer.
86 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 33.
87 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 3 en 29 (MvT).
88 Handelingen II 1996/97, 52, p. 3902.
89 H.F.M.W. van Rijswick e.a., EG-recht en de praktijk van het waterbeheer (STOWA-boekenreeksnummer 18), Utrecht: STOWA 2003, p. 172.
90 H.F.M.W. van Rijswick, De kwaliteit van water. Europese en nationale instrumenten voor de bescherming van oppervlaktewater (diss. Utrecht), Deventer: Kluwer 2001, p. 275-277.
91 H.F.M.W. van Rijswick, De kwaliteit van water. Europese en nationale instrumenten voor de bescherming van oppervlaktewater (diss. Utrecht), Deventer: Kluwer 2001, p. 280.
92 H.F.M.W. van Rijswick e.a., EG-recht en de praktijk van het waterbeheer (STOWA-boekenreeksnummer 18), Utrecht: STOWA 2003, p. 179.
93 Kamerstukken II 1995/96, 24 782, nr. 3, p. 33-34.
94 Handelingen II 1996/97, 52, p. 3918.
95 H.F.M.W. van Rijswick, 'Het Nederlands mestbeleid te kakken gezet', NTER 2004, p. 55.
96 W.M.G. Visser, in: E.P.J. Wasch (red.), Hoofdzaken milieuheffingen (Fiscale Studieserie nr. 27), Deventer: Kluwer 2004 (7e druk), p. 270.
97 M. Schuver-Bravenboer, 'Een beoordelingskader voor toetsing aan het eigendomsrecht in overgangssituaties', WFR 2007, p. 1112.
98 M. Schuver-Bravenboer, 'Een beoordelingskader voor toetsing aan het eigendomsrecht in overgangssituaties', WFR 2007, p. 1120.
99 Yves Haeck, 'Artikel 1 Eerste Protocol. Recht op bescherming van de eigendom', in: Johan vande Lanotte & Yves Haeck (red.), Handboek EVRM. Deel 2. Artikelgewijze Commentaar, Volume II, Antwerpen/Oxford: Intersentia, 2004, p. 353-354.
100 M. Schuver-Bravenboer, 'Een beoordelingskader voor toetsing aan het eigendomsrecht in overgangssituaties', WFR 2007, p. 1115-1116.
101 Noot van E. Thomas bij EHRM 20 juli 2004, nr. 37598/97 (Bäck), FED 2004/709.
102 Nr. 2004/1050, LJN: AY7535.
103 Nr. 2004/1050, LJN: BA9966.