4.4.1In het BAB-rapport is hierover opgemerkt:
“Tijdens het boekenonderzoek is geconstateerd dat er reiskosten naar Ecuador, St. Maarten, Verenigde Staten, Londen en Nederland ten laste van het resultaat worden gebracht.[ Belanghebbende ] heeft namens belastingplichtige verklaard dat er geen sprake is van buitenlandse klanten. Dit is ook uit de aangegeven omzet gebleken.
(…)
Aan de belastingplichtige is gevraagd naar een onderbouwing van de zakelijkheid van de reiskosten met betrekking tot reizen naar St. Maarten, Nederland en Londen, dit is tot op heden niet gebeurd. Voor de onderbouwing van de zakelijkheid van de kosten is niet voldoende om alleen maar de facturen te laten zien. Belastingplichtige dient ook aannemelijk te maken dat deze kosten voor een zakelijk doel zijn gemaakt. Verder dient te worden opgemerkt dat [ belanghebbende ] kinderen heeft die in Londen en in Nederland studeren.” (…)
4.4.2Belanghebbende heeft in de beroepsfase een algemene toelichting gegeven op de zakenreizen. Zakenreizen zijn volgens hem in essentie ‘a cost of doing business’ en dienen door de werkgever vergoed te worden. Bij een zakenreis kan het gaan om het opdoen van nieuwe kennis, het behouden van certificeringen, het opbouwen en/of bijhouden van netwerk relaties en de aankoop van equipment voor zakelijk gebruik. Dat laatste is nodig, omdat bepaalde equipment lokaal niet te verkrijgen of te duur is. In algemene termen heeft de aanpak van zakenreizen positief uitgewerkt nu de NV door zowel de publieke en private sector gevraagd wordt bij de complexere projecten en aanverwante activiteiten.
4.4.3Met betrekking tot de jaren 2008 en 2010 heeft belanghebbende naast de algemene toelichting ook een concrete toelichting en een aantal bescheiden verstrekt op de in die jaren gemaakte reizen. Met betrekking tot de in 2007 en 2009 opgevoerde reis- en verblijfkosten heeft belanghebbende dat niet gedaan, terwijl de Inspecteur daar wel expliciet om gevraagd heeft. De Inspecteur heeft gemotiveerd gesteld dat de uitgaven onzakelijk zijn. Naar het oordeel van het Gerecht heeft belanghebbende met de algemene toelichting, zonder enige concrete onderbouwing, de onzakelijkheid van de betreffende uitgaven onvoldoende weersproken. De Inspecteur heeft de betreffende uitgaven terecht als uitgaven ten behoeve van belanghebbende in privé aangemerkt.
4.4.4Met betrekking tot de in 2008 en 2010 gemaakte reis- en verblijfkosten geldt het navolgende.
4.4.4.1 Reis naar Ecuador (17 tot en met 21 maart 2010)
In het BAB-rapport is vermeld dat de reis naar Ecuador als omschrijving “Monumentenzorg” heeft en dat [ belanghebbende ] heeft verklaard dat hij vrijwilligerswerk voor Monumentenzorg doet. Hiermee heeft de Inspecteur naar het oordeel van het Gerecht een begin van bewijs geleverd dat de uitgaven zijn gedaan ten behoeve van de aandeelhouder. Het is dan aan belanghebbende om dit gemotiveerd te weerleggen. Hij heeft daartoe in het beroepschrift opgemerkt dat het primaire doel van de reis is de uitwisseling van kennis met de monumentenorganisatie in Quito en tevens netwerking. Belanghebbende is gecertificeerd projectmanager en de opgedane kennis heeft volgens belanghebbende bijgedragen tot behoud van de certificering van belanghebbende. Naar het oordeel van het Gerecht heeft belanghebbende hiermee het bewijs van de Inspecteur niet weerlegd. Het Gerecht ziet, zonder nadere onderbouwing die ontbreekt, niet in op welke wijze het bezoek aan Monumentenzorg in Ecuador kan bijdragen aan het behoud van certificering. Ook overigens heeft belanghebbende het verband tussen de activiteiten van de NV en het bezoek aan een monumentenorganisatie in Ecuador, onvoldoende aangetoond. Het gelijk op dit punt is aan de Inspecteur.
4.4.4.2 Reizen naar Miami (23 tot en met 26 mei 2008 en mei 2010) en Seattle (1 tot en met 13 september 2010)
De reizen zijn volgens belanghebbende gemaakt om zakelijke inkopen te doen. De reis naar Seattle werd tevens benut om de Microsoft Offices te bezoeken in verband met de voorgenomen verkoop door belanghebbende van planning-expertise. De Inspecteur heeft de zakelijkheid bestreden. Met betrekking tot het bezoek aan Microsoft heeft de Inspecteur gevraagd naar correspondentie waaruit blijkt dat hij aldaar een afspraak had. Die correspondentie is niet verstrekt. Het Gerecht stelt voorop dat kosten van reizen die gemaakt worden om zakelijke inkopen te doen in zijn algemeenheid zakelijk zijn. Maar de Inspecteur heeft gemotiveerd gesteld dat niet is gebleken van zakelijke inkopen tijdens die reizen. Hiermee heeft de Inspecteur het begin van bewijs geleverd dat de uitgaven zijn gedaan ten behoeve van de aandeelhouder. Het is dan aan belanghebbende om dit gemotiveerd te weerleggen. Dit heeft belanghebbende niet gedaan. Noch uit de tot het dossier behorende stukken, noch uit de toelichting van belanghebbende, blijkt welke aankopen op welk moment verricht zijn. In dat geval kunnen de reiskosten niet als zakelijk aangemerkt worden en moeten ze geacht worden te zijn gemaakt ten behoeve van de aandeelhouder in privé.
Voor de kosten van het bezoek aan Microsoft geldt hetzelfde. Ook die kosten kunnen aftrekbaar zijn, maar de Inspecteur heeft gesteld dat niet uit de stukken blijkt dat daadwerkelijk een bezoek aan Microsoft is afgelegd, terwijl daar toch gegevens van zouden moeten zijn. Belanghebbende heeft dergelijke gegevens niet overgelegd, zodat de kosten als onzakelijke kosten moeten worden aangemerkt.
4.4.4.3 Reizen naar Sint Maarten (september, november, december 2010)
Belanghebbende, als werknemer van de NV, was lokaal door het Algemene Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA) ingehuurd om het management van een project in Curaçao uit te voeren. Volgens belanghebbende was er een kans dat ook in Sint Maarten een dergelijk project gestart zou worden. De Inspecteur heeft de zakelijkheid betwist. Hem was na contact met het APNA gebleken dat alle investeringsbeslissingen in Curaçao werden genomen zodat er geen enkele zakelijke reden was om Sint Maarten te bezoeken. Hiermee heeft de Inspecteur het privé karakter van de uitgaven, tegenover de betwisting van belanghebbende, niet aannemelijk gemaakt. De Inspecteur heeft niet bestreden dat de NV betrokken was bij een (mogelijk) project op Sint Maarten. Het is dan verder aan de NV als ondernemer om daar invulling aan te geven. Als de NV in dat verband poolshoogte wil nemen in Sint Maarten dan is dat beleid van de ondernemer waar de Inspecteur zich niet in mag mengen. De gemaakte kosten zijn zakelijk.
4.4.4.4 Reis Bonaire (juli 2008)
Belanghebbende heeft gesteld dat deze reis in het teken van marktverkenning gemaakt is. De Inspecteur heeft dit niet ontkend. De kosten hebben aldus een zakelijk karakter.
4.4.4.5 Noch belanghebbende noch de Inspecteur heeft inzichtelijk gemaakt welke kosten aan welke reizen toegerekend moeten worden. Ook is niet duidelijk of belanghebbende in 2008 en 2010 naast de concreet genoemde kostenposten nog andere reis- en verblijfkosten opgevoerd heeft. De Inspecteur heeft in zijn algemeenheid alle niet benoemde kosten als niet zakelijk bestempeld omdat, ook na een verzoek daartoe, geen concrete toelichting of bescheiden verstrekt zijn, waaruit de zakelijkheid afgeleid zou kunnen worden. Het Gerecht volgt de Inspecteur hierin.
4.4.4.6 Omdat door partijen geen onderverdeling van de in 2008 en 2010 gemaakte reis- en verblijfkosten is gemaakt, zal het Gerecht het privé en zakelijk deel schattenderwijs vaststellen. In 2008 bedragen de totale opgevoerde kosten NAf 24.779. Alleen de kosten van de reis naar Bonaire zijn zakelijk geoordeeld. Het Gerecht stelt die kosten in goede justitie vast op NAf 2.500. In 2010 bedragen de totale opgevoerde kosten NAf 39.604, waarvan alleen de kosten met betrekking tot de reis of reizen naar Sint Maarten zakelijk zijn geoordeeld. Het Gerecht stelt die kosten in goede justitie vast op NAf 4.000. Voor het overige is sprake van kosten die gemaakt zijn ten behoeve van belanghebbende.