Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
NAf 50,-
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 8 januari 2025 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de aftrekbaarheid van betaalde premies voor levensverzekeringen aan de orde was. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2017, die waren opgelegd op 28 januari 2022. De belanghebbende had een belastbaar inkomen van NAf 151.925 en had in haar aangifte persoonlijke lasten, waaronder premies van levensverzekering, in aftrek gebracht. De Inspecteur betwistte de aftrekbaarheid van deze premies, stellende dat het ging om een verzekering die recht geeft op een kapitaaluitkering bij overlijden, en niet om lijfrentetermijnen die aan de belastingplichtige toekomen.
Het Gerecht oordeelde dat de betaalde premies van NAf 2.100 niet aftrekbaar zijn op basis van artikel 16 van de Landsverordening inkomstenbelasting 1943 (LIB). Het Gerecht concludeerde dat de premies niet voldoen aan de voorwaarden voor aftrekbaarheid, aangezien het niet ging om premies voor aan de belanghebbende toekomende lijfrentetermijnen. Daarnaast werd de verzuimboete van NAf 1.000, opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte, beoordeeld. Het Gerecht oordeelde dat de boete passend was, maar matigde deze tot NAf 900 vanwege overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak.
De uitspraak leidde tot de vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ, en de boete werd verlaagd. De belanghebbende kreeg het betaalde griffierecht van NAf 50 vergoed. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van de aftrekbaarheid van premies levensverzekeringen in belastingzaken en de toepassing van boetebeleid door de Inspecteur.