Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Beroep niet-tijdig beslissen op bezwaar
5.PROCESKOSTEN
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 november 2020 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een buitenlands belastingplichtige, in beroep ging tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2010. De belanghebbende had buiten de termijn aangifte gedaan, maar de inspecteur had bij het opleggen van de aanslag rekening gehouden met deze aangifte. Het Gerecht oordeelde dat de definitieve aanslag te laat was vastgesteld, omdat deze niet binnen de vijfjarige termijn was opgelegd. De inspecteur had de aanslag vastgesteld op 20 december 2016, terwijl de termijn was verstreken. De definitieve aanslag werd vernietigd, maar de eerder opgelegde voorlopige aanslag bleef in stand, omdat deze niet hoger was dan de materiële belastingschuld van de belanghebbende. De zaak betrof ook de vraag of de belanghebbende de enige aandeelhouder was van de vennootschap [E] en of de inspecteur terecht de winst uit aanmerkelijk belang bij de belanghebbende in aanmerking had genomen. Het Gerecht concludeerde dat de belanghebbende niet geslaagd was in zijn bewijslast dat de economische eigendom van de aandelen in [E] in handen was van een andere vennootschap, [J]. De uitspraak bevatte ook bepalingen over proceskosten en het recht op hoger beroep.