Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Bevoegdheid belastingrechter ter zake van premieheffing BVZ en AVBZ
3.PROCESKOSTENVERGOEDING
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen een aanslag in de inkomstenbelasting (IB) en een aanslag premie AVBZ, maar de Inspecteur had nog geen uitspraak gedaan op het bezwaar tegen de premie AVBZ omdat de aanslag IB nog niet onherroepelijk was. Het Gerecht oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar tegen de aanslag premie AVBZ niet-ontvankelijk was, omdat de Inspecteur nog niet verplicht was om uitspraak te doen. De belanghebbende had ook beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de bezwaren tegen de aanslagen IB en premie BVZ, en dit beroep werd ontvankelijk verklaard. Het Gerecht constateerde dat de Inspecteur niet tijdig had beslist op de bezwaarschriften en verklaarde deze beroepen gegrond, maar oordeelde dat de bezwaren tegen de aanslagen zelf ongegrond waren. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de belastingrechter en de voorwaarden waaronder een uitspraak op bezwaar moet worden gedaan, evenals de procedurele aspecten van het indienen van beroepen.