ECLI:NL:OGAACMB:2018:2
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de functie van klaagster in het ambtenarenrecht en de afwijzing van haar bevorderingsverzoek
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 8 januari 2018 uitspraak gedaan in het bezwaar van klaagster, die een bevorderingsverzoek had ingediend bij de Gouverneur van Aruba. Klaagster, werkzaam als kassier bij de dienst Servicio di Impuesto y Aduana, had verzocht om bevordering naar de rang van hoofdklerk (schaal 5) per 1 juni 2012. Dit verzoek werd afgewezen op basis van een ongunstige beoordeling, waarbij verweerder stelde dat klaagster niet voldeed aan de vereisten voor bevordering, mede door haar langdurige arbeidsongeschiktheid als gevolg van een schietincident.
Klaagster was vanaf 2007 werkzaam in haar functie en had in de jaren voorafgaand aan de afwijzing van haar verzoek aanzienlijke perioden van arbeidsongeschiktheid. Het gerecht oordeelde dat de functie van klaagster geen benoemde functie was, maar een carrièrefunctie, wat betekent dat zij haar carrière in deze functie moest doorlopen zonder automatische bevordering. De rechter benadrukte dat bevordering geen recht is, maar een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag, en dat de afwijzing van het verzoek van klaagster niet in strijd was met enige rechtsregel of de beginselen van behoorlijk bestuur.
De rechter concludeerde dat er geen grond was om te oordelen dat verweerder onredelijk had gehandeld door het functioneren van klaagster niet te kunnen beoordelen, gezien haar langdurige afwezigheid door ziekte. De uitspraak verklaarde het bezwaar van klaagster ongegrond, waarmee de beslissing van de Gouverneur werd bevestigd.