ECLI:NL:OGAACMB:2019:47
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevorderingsdatum van een ambtenaar in verband met arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 27 mei 2019 uitspraak gedaan over het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen een beslissing van verweerder met betrekking tot haar bevordering. Klaagster was ambtenaar en had bezwaar gemaakt tegen de beslissing om haar bevordering naar de rang van hoofdklerk (schaal 5) met ingang van 1 augustus 2013 te verplaatsen naar een latere datum, omdat zij meer dan 90 dagen arbeidsongeschikt was geweest. Het gerecht overwoog dat de verweerder een vaste gedragslijn hanteert met betrekking tot het verband tussen arbeidsongeschiktheid en de datum van bevordering. Het gerecht concludeerde dat er geen grond was om te oordelen dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat het functioneren van klaagster niet beoordeeld kon worden. Het bezwaar van klaagster werd ongegrond verklaard.
De procedure begon met een landsbesluit van 13 augustus 2018, waarbij klaagster met ingang van 1 augustus 2013 naar de rang van hoofdklerk werd bevorderd. Klaagster had bezwaar gemaakt op 26 september 2018, en de zaak werd behandeld op 15 april 2019. Het gerecht oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar bezwaar, ondanks dat het bezwaarschrift na de termijn was ingediend, omdat zij tijdig kennis had genomen van de beschikking. Het gerecht benadrukte dat bevordering geen recht is, maar een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag, en dat de beoordeling van de verweerder terughoudend moest worden getoetst. Uiteindelijk werd het bezwaar ongegrond verklaard, en werd de beslissing van verweerder bevestigd.