Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
2.Uitgangspunten in cassatie
De overige 51 procent van de aandelen in [A] NV werd middellijk gehouden door een zakenpartner van belanghebbende 2.
3.De oordelen van het Hof
4.Beoordeling van de middelen
Gelet op het proces-verbaal van de zitting van het Hof hebben de door de Inspecteur bedoelde stukken betrekking op een verzoek van de Inspecteur aan een kennisgroep dat is gedaan na de uitspraak van de Rechtbank en dat heeft geresulteerd in een overleg en een memo. De in dat memo neergelegde bevindingen heeft de Inspecteur verwerkt in zijn nadere stuk voor het Hof. Daarom moet worden aangenomen dat de nieuwe stukken van belang konden zijn voor de beslechting van een nog bestaand geschilpunt. Dergelijke stukken behoren tot de op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 8:42, lid 1, Awb die de inspecteur uit eigen beweging aan de rechter over moet leggen, ook indien die stukken pas in de loop van het hoger beroep ter beschikking van de inspecteur zijn gekomen.Indien dergelijke stukken ter beschikking van de inspecteur komen na afloop van de in artikel 8:42 Awb bedoelde termijn, dient hij deze alsnog onverwijld aan de rechter toe te zenden. [3] De Inspecteur had de nieuwe stukken dus alsnog onverwijld aan het Hof moeten toezenden. Dat heeft de Inspecteur niet gedaan. In deze omstandigheden had het Hof het verzoek van belanghebbenden niet met een beroep op de goede procesorde mogen afwijzen, maar had het de Inspecteur moeten opdragen de desbetreffende stukken alsnog in het geding te brengen.
Voor zover het middel betoogt dat het Hof daarbij een onjuist dan wel onvolledig toetsingskader heeft gehanteerd, faalt het. De rechtsoverwegingen 4.6 en 4.7 van de uitspraak van het Hof geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Voor zover het middel zich richt tegen de door het Hof in rechtsoverwegingen 4.8 tot en met 4.10 gegeven oordelen, blijft behandeling daarvan achterwege, gelet op hetgeen hierna in 4.4 wordt overwogen.