Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
19 april 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 april 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, die verzet aantekende tegen het toedienen van medicatie. De rechtbank Gelderland had op 2 november 2023 een zorgmachtiging verleend, maar betrokkene stelde dat zij niet tegen behandeling was, maar wel tegen de medicatie die zij kreeg. De advocaat van betrokkene voerde aan dat er geen onafhankelijke beoordeling van haar wilsbekwaamheid had plaatsgevonden en dat er geen sprake was van levensgevaar of ernstig gevaar voor anderen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom het beroep op wilsbekwaam verzet niet gehonoreerd kon worden. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees de zaak terug voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van een onafhankelijke beoordeling van de wilsbekwaamheid van de betrokkene in het kader van verplichte zorg.