Op 4 oktober 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Deze beschikking volgt op een eerdere beschikking van 18 september 2024. In deze zaak is de wilsbekwaamheid van de betrokkene aan de orde. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een verklaring van een psychiater en correspondentie van de officier van justitie en de advocaat van de betrokkene. De psychiater heeft niet geconcludeerd tot wilsonbekwaamheid, en er zijn geen stukken in het dossier die aantonen dat de betrokkene niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wensen en voorkeuren van de betrokkene moeten worden gerespecteerd, zoals ook is overwogen in de eerdere beschikking. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging af te wijzen, omdat de betrokkene zich verzet tegen de zorgmachtiging. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.