Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Hij heeft ook voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft schriftelijk zijn zienswijze over het incidentele beroep naar voren gebracht.
2.Uitgangspunten in cassatie
3.Prejudiciële beslissing
4.Het oordeel van de Rechtbank
5.De oordelen van het Hof
6.Beoordeling van het in het principale beroep in cassatie voorgestelde middel
(i) Bbi’s zijn in beginsel vergelijkbaar met in Nederland gevestigde fbi’s. Dat aan bbi’s geen teruggaaf wordt verleend van Nederlandse dividendbelasting die is ingehouden op dividenden die zij hebben ontvangen van in Nederland gevestigde vennootschappen, vormt een belemmering van het vrije verkeer van kapitaal. Die belemmering kan worden gerechtvaardigd door de noodzaak om de interne samenhang van het Nederlandse belastingstelsel te behouden als dwingende reden van algemeen belang, mits het proportionaliteitsbeginsel in acht wordt genomen.
(ii) Die belemmering is niet proportioneel aan het daarmee nagestreefde doel, namelijk het behoud van de samenhang van het Nederlandse belastingstelsel, indien de betrokken bbi’s “een belasting betalen die gelijk is aan die welke in [Nederland] gevestigde [fbi’s] als voorheffing moeten inhouden op de overeenkomstig [het fbi-regime] berekende [voor uitdeling beschikbare winst]”, aldus het Hof van Justitie in punt 84 van het arrest Fidelity Funds. [9] De Hoge Raad heeft daarom in de prejudiciële beslissing geoordeeld dat het recht op vrij verkeer van kapitaal wordt geschonden indien met toepassing van de Nederlandse wettelijke regeling een teruggaaf van de hiervoor bedoelde Nederlandse dividendbelasting wordt geweigerd ten aanzien van bbi’s die voldoen aan de voorwaarden van het regime voor fbi’s, en die zich bereid hebben verklaard de vervangende betaling te doen.
(iii) Met inachtneming van hetgeen hiervoor in (ii) is overwogen, heeft de Hoge Raad in de prejudiciële beslissing geoordeeld dat aan een dergelijke bbi rechtsherstel voor deze schending van het recht van de Unie kan worden geboden door het verlenen van een teruggaaf van, kort gezegd, de ten laste van haar ingehouden dividendbelasting verminderd met de vervangende betaling (rechtsoverweging 5.4.5 van de prejudiciële beslissing).