Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de incidentele vordering
3.Beslissing
24 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een incident tot zekerheidstelling voor proceskosten in cassatie. De eiser, wonende in Singapore, heeft cassatie ingesteld tegen eerdere arresten van het gerechtshof Den Haag. De verweerster, Stichting Staedion, heeft een incidentele vordering ingediend tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten, omdat de eiser geen woonplaats in Nederland heeft en Singapore geen partij is bij relevante verdragen. De Advocaat-Generaal heeft geadviseerd om de eiser te verplichten zekerheid te stellen voor een bedrag van € 10.272,-- binnen twee weken na de uitspraak. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de eiser inderdaad gehouden is om zekerheid te stellen, en heeft de vordering van Staedion tot het stellen van zekerheid toegewezen. De eiser moet de zekerheid uiterlijk op 10 maart 2023 stellen, anders wordt hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep. Daarnaast is de eiser veroordeeld in de kosten van het incident, begroot op € 800,--. Het verzoek om aanvullende zekerheid door Staedion is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.